Dag 73, 13 juni Naar Yssykol, nieuwe poging.

We verlaten vandaag Bishkek. Uitgezwaaid door de aanwezige “overlanders”, o.a. de Duitsers die we eerder troffen in Laalmo. Ook de Vespa rijder vertrekt, hij gaat richting China om zich daar bij een groep reizigers aan te sluiten.

Eerst nog even wat boodschappen, tanken en een grondzeil voor Marco’s nieuwe tent aanschaffen in de bazaar . We gaan oostelijk en houden Yssykul, een meer dan 100 km lang meer als richting aan. Niet langs de hoofdweg want die is saai. Binnendoor lijkt interessanter. En dat is het ook maar het is wel stuiteren over een gelukkig nu hard modderpad met kuilen en plassen.

Toevallig komen we ook nog langs één van dé toeristische trekpleisters van Kyrgystan, Burana tower. Een uitkijkpost annex minaret uit de 9e eeuw. Ooit onderdeel van een stad, nu een museum met o.a. bronzen grafvondsten, maalstenen en bewerkte (graf-)stenen. Erik houdt de wacht bij de motoren en verhelpt het piepen van zijn achterveer. Marco en Roel verblijden het bezoekerscentrum (miniformaatje) en het openluchtmuseum met een bezoek. Ondanks de warmte en de zware motorlaarzen beklimmen ze de uitkijktoren. De treden zijn half zo groot als we gewend zijn maar wel twee keer zo hoog. Door een supersmal gangetje is passeren onmogelijk. Goed communiceren tussen de stijgende en de dalende partijen is onontbeerlijk!

Er is ook een prachtige beeldentuin.

In de buurt van Tokmok worden we uiteindelijk wel naar de hoofdweg gedwongen, er is geen binnendoorweg meer te vinden.

We vermijden dat we de in grote getale aanwezige verkeersagenten nog een kans geven en rijden dus heel precies een paar kilometer onder de maximaal toegestane snelheid. Geen inspirerend traject maar zonder oponthoud bereiken we het Yssykul-meer rond een uur of 4. Tijd genoeg om een kampeerplek te vinden.

Als eerste proberen we langs het meer een plek te vinden. Na een glad modderpad van een kilometer staan we op het strand. Ziet er prima uit. Echter, we worden al direct belaagd door een hele muggenkolonie die ons als voedselbron wel ziet zitten. We maken dat we zo snel mogelijk wegkomen.

We gaan in ieder geval een stuk van het meer af en vinden een landweg richting de bergen. Ne een paar kilometer gaan we een heuvelrug over en zijn we ineens uit het zicht van de weg. We vinden er een prima kampeerplek waar we nog heerlijk van de avondzon kunnen genieten.