Om 5 uur komt de hut langzaam tot leven. Gedempte stemmen. Piepend deurtje. Men leeft hier met het dag en nachtritme van het licht. Zodra het eerste licht binnendringt wordt er opgestaan. Na zonsondergang is het snel stil. Zo hoeft de aggregaat maar kort te draaien, en dat scheelt weer benzine.
De motoren zijn bedekt met een dun laagje ijs. Toch flink koud geweest vannacht. Het zonnetje is inmiddels met alle kracht bezig om de temperatuur ietsje omhoog te krijgen.
We konden ook al om 5 uur ontbijt krijgen, wij vonden 7 uur een schappelijker tijd. Prompt om 7 uur worden heerlijke gebakken eieren en brood opgediend. Plus 3 liter heet water voor thee en koffie.
Marco’s schouderpijn is niet minder geworden dus na het ontbijt wordt er even wat medicijn toegediend en gaat hij nog even liggen. We hebben tenslotte ook geen haast.
Onze huttenwaarden zijn inmiddels alweer met de verrekijkers naar buiten om de Marco Polo schapen te spotten. Plots hebben ze beet. Een stuk of 8 van deze majestueuze schapen zijn in vizier. We genieten van het aanzicht van deze prachtige dieren in de ochtendzon.

Afrekenen dan. De baas wil dat we geven wat we het waard vinden. We maken een mooie prijs. Drie maaltijden, een goed bed en alle mogelijke gastvrijheid worden goed betaald. We schenken ook nog even een halve fles wodka voor ze over in een leeg waterflesje. Ze zijn meer dan tevreden met onze bijdrage hebben we heti idee. We gunnen het deze hardwerkende mensen ook.
Als we rond negen uur onze spullen weer opgepakt hebben nemen we afscheid van onze gastvrouw en beide gastheren. We maken nog snel even een groepsfoto.
Dan duiken we met een prettig zonnetje, hoewel nog koud, de route op. Het ziet er allemaal een heel stuk vriendelijker uit dan de dag van gisteren. De weg is uitdagend, we zijn zeer alert maar door het rustige tempo zien we ook nog kans om van de omgeving te genieten.
En wat voor omgeving. Het laat zich lastig omschrijven. Het verblijven en reizen in dit gebied is veel meer dan de beschrijving van een breed dal, hoge besneeuwde bergen met meer dan 5000 meter hoge toppen en een glinsterende rivier. Het is ook het plezier van motorrijden in deze uitdagende omstandigheden. Het goed met elkaar kunnen vinden. Ook kunnen genieten van de primitieve toestanden en de hartelijkheid van de bevolking.



Als we na een klein uurtje bij een militaire post aankomen staan er twee tadjiekse militairen met gezichtsmasker en geplaatste bajonet bij de slagboom. Met handen en voeten leggen ze uit dat hun chef er aan komt om ons in Het Grote Boek te schrijven. We overleggen paspoort en visa en na een hartelijke groet mogen we de slagboom passeren.
Dan gaat het echt omhoog. We hebben nog ruim 700 hoogtemeters te gaan naar de pas. De weg stijgt vlot. We stoppen met grote regelmaat om het schouwspel van de route en de bergen op foto en film vast te leggen. We passeren zo nog een aantal kuddes geiten die op pad zijn naar…..ja daar komen we niet echt achter. Wel zien we op dagmarsafstanden onderkomens waar de levende have ‘s nachts in wordt opgesloten en waar de herders bij verblijven. Soms is er een auto bij de kudde, soms alleen lastdieren.
Dan staan we op de hoogte van de pas. De hoogtemeter geeft 4344 meter aan. De lucht is ijl, er waait een stevige snijdende wind dus we maken even een foto en trekken dan verder om een beetje beschutte koffieplek te vinden. Die vinden we een paar kilometer verder achter een aarden wal. In alle rust genieten we van het schitterende uitzicht en de hete moccona koffie.
Een klein uur later trekken we door en laten de besneeuwde vijfduizenders, de bevroren en open bergmeren aan ons beeld voorbij trekken. We genieten.
Of dit de mooiste route van de reis is valt moeilijk te zeggen. We hebben al veel mooie routes gereden met allemaal hun eigen karakter én we hebben nog een behoorlijke tijd te gaan in deze contreien. Maar naar alle waarschijnlijkheid haalt de Wakhanvalei en deze pas wel de top tien.
Dan staan we plots weer op asfalt. Het laatste stuk naar Alichur leggen we in een kleine drie kwartier af. Alichur is een nederzetting met naar schatting 300 huizen, een moskee en een kerk. Op een hoogvlakte tussen de besneeuwde pieken in de verte. De huizen zijn gelijkvloers, vierkant en maken een identieke uitstraling. Rechthoek, plat dak, stukje binnenplaats, schotelantenne. De wind heeft er vrij spel. De elektriciteitsdraden golven in de wind. Stofwolken door de straten. Oude Russische auto’s en trucks. Ook de gekannibaliseerde voorgangers verrijken het straatbeeld.

De doorgaande weg tussen Murgab en Khorog ligt op een talud van een meter hoog. Af en toe passeert een vrachtwagen.



We nemen ons intrek in Hostel Nur. Aanbevolen door voorgangers via de IOverlander app. Roel rijdt nog even terug naar de entree van het dorp om Yaks te fotograferen. De jonge dieren zijn schrikachtig en dichtbij komen is er niet echt bij.

De rest van de middag blijven we in de buurt van het hostel.
We gebruiken de banya, een mix van sauna en douche waar we lekker door kunnen warmen.
Aan het eind van de middag fotograferen we nog het een en ander als we een rondje dorp lopen.





Een eenvoudige avondmaaltijd met thee, een fles bier en een glaasje wodka maakt dat we met volle buiken ons bed opzoeken.
Weer een mooie dag.
