Dag 64 4juni Maar oma, wat doet u nu?

Om een niet te inspannende dag te maken kiezen we voor de rit naar Arslanbob. Een traject van 185 km. Een volgens de folder mooi walnotenbos is de eindbestemming. Één van de drie daar aanwezige kampeerplekken zal wel goed zijn.

De hoofdweg van Osh richting Bishkek is druk. Heel druk. Het verkeer is chaotisch. Je kunt weinig Kyrgizen op veilig rijgedrag betrappen. 360 graden awareness is noodzakelijk.

We vlotten gelukkiu nug wel lekker. Als we rond 13 uur langs een rustig meertje rijden slaan we af. Mooie lunchplek. Een stukje grindpad volgt en in de schaduw van wat grote bomen staan een soort kantine en een container. Wij kruipen onder de volgende bomen om uit de zon te zitten. Even later meldt zich de pachter. We betalen een toegangsprijs van een paar dubbeltjes, hij noteert vlijtig onze kentekens in zijn notitieboekje. Even later krijgen we alledrie nog een fles water gebracht.

We lunchen en luieren wat en komen bij van het drukke verkeer.

Als we uitgegeten zijn meldt zich een dame van eind twintig. Ze komt gezellig maar wat opdringerig tussen ons inzitten. Of we willen drinken, wodka. We slaan het aanbod af. Ze richt zich dan tot Marco en vraagt of hij soms sex wil. Marco ontkent en we besluiten dat het maar eens hoog tijd is om verder te gaan gezien de vasthoudendheid van de dame in kwestie.

Roel is inmiddels bij zijn motor aanbeland waar zich ook een dame voegt. Meer een oma met een kleindochter in haar kielzog. Ze is duidelijk dronken en wil dat Roel een stuk brood van haar aanneemt. Roel herkent al snel dat ze daar straks geld voor gaat vragen dus negeert het aanbod. Ook de appels weigert hij. Dat zint de dame geenszins en ze begint aan de motor te duwen en te trekken. Roel, die inmiddels opgestapt is kan met moeite zijn motor staande houden en is bang dat de vrouw eronder komt met alle mogelijke gevolgen van dien.

Marco grijpt snel en adequaat in. Staat even op de enkel van mevrouw en duwt haar achteruit. Ze eindigt op de grond waarbij dochter en kleindochter verbrouwereerd toekijken. Een al met al gênante vertoning.

De aanwezige mannen kijken toe maar steken verder geen poot uit. Snel stappen we op en verlaten we de plek. 

Rond 16 uur bereiken we Arslanbob. Een druk dorp waar blijkbaar de omgeving haar inkopen komt doen. We oriënteren even en rijden dan richting de drie kampeerplekken. Het eerste stuk is nog breed. Wel losse keien. Verderop wordt de weg smaller en de bodemgesteldheid slechter. De ronde keien rollen en bieden weinig grip. De eerste spot blijkt erg klein, de tweede ligt aan de onbereikbaar aan de overgang van de rivier. De laatste dan maar opzoeken. Roel en Erik botsen beide met hun tassen tegen de rotsen en kunnen ternauwernood staande blijven. Na een paar honderd meter steil omhoog stuiteren komen we op een laatste parkeerplaatsje. Hier gaat alleen een wandelpad verder naar de waterval. Schuin, keien. We kijken elkaar aan. Dit wordt ‘m niet. 

We stuiteren het smalle pad weer moeizaam naar beneden. Net niet die achterrem laten blokkeren, gewicht achterop en op hoop van zegen. Een half uur later staan we weer in het dorp.

Naar de volgende mogelijke plek is het weer een half uur. Geen keus.

Uiteindelijk vinden we plek op een weids gras/kleiveld. Klaar voor deze dag. Niet het schoonste veldje van het dorp. Vanaf de boven ons liggende weg is regelmatig vuil en puin gestort, maar goed. Soms is de keuze van kampeerplekjes beperkt. Zoals nu.

Wel ruimen altijd heel trouw ons afval op. Maar opruimen wat er ligt is onbegonnen werk.

We zetten de tenten op en verzamelen hout voor een kampvuurtje. Na het eten stoken we het vuur op. In de verte bliksemt het. Na een uurtje bij het vuur begint het te spetteren. We trekken ons plan en duiken de tent in. Gestaag daalt de regen op het tentdoek, de flitsen van de bliksem duren nog een tijdje voort.