Of het aan alle dromenvangers heeft gelegen die overal op de camping hangen, weten we niet. Maar ‘s ochtends zijn er geen muggen.

We staan op en gaan even aan de oever van het meer zitten. Broodje pate, broodje honing en kop koffie. Pate is geen aanrader; het is een onbestemd grijs/bruin smeuiig spul. Smaakt eigenlijk net zo beroerd de worst die we niet meer eten. Maar alles spoelt gemakkelijk weg met een goede kop koffie. En met een kop Nescafe, trouwens.
We maken een plan voor de dag. Dagje hier blijven? Lekker rustig, prima plekje, fijne lui. Of alvast richting Kazachstan reizen? We besluiten tot iets er tussen in. We rijden richting Jyrgalan. Dat is richting de grens met Kazachstan. Zonder dat we ons hoeven haasten. En we komen langs Karakol, een grote stad aan de oostkant van Issy Kul. Daar willen we nog wat dingen regelen. Erik heeft volgens de internet provider inmiddels meer dan 50Gb in minder dan drie weken verbruikt. En is afgesloten. Daar wil Erik het even heel kort met Megacom over hebben. Voorts willen we kijken bij het toeristenbureau of er nog iets leuks te doen is in de komende weken. Dollars omwisselen voor lokale roepies. We willen wel eens een lekkere bak koffie proberen. En we moeten nog wat voorraden aanvullen.
Eenmaal in Karakol eerst naar de MegaCom. Erik gaat naar binnen. En komt met stoom in de oren weer naar buiten. Het gesprek begon vriendelijk maar toen Erik op zijn telefoon liet zien nog geen 1,5 Gb te hebben gebruikt, schakelde de dame over op Russisch/Kirgisisch/Pakistaans/Marsiaans. In elk geval stokte het gesprek onmiddellijk. En staat de klant machteloos. Dus zeer tegen de zin in maar wat Gb bijgekocht. Grrrrr. Volgende keer een andere provider.
Geld wisselen gaat gelukkig een heel stuk gemakkelijker. Je gaat in de rij staan, wacht rustig op je beurt [20 klanten voor je]. En als je aan de beurt bent, krijg je vriendelijk te horen dat je bij de verkeerde bank bent. “Maar er staat Money Exchange …” Alleen voor boven de 1.000 dollar. “Maar dat staat nergens …” Ik vertel het u nu toch!
Volgende bank. Wisselt niet. Derde bank: in een poep en een zucht gefixed. Wijze les: geld wisselen altijd bij de derde bank van keuze.
Koffie dan maar. Bij Karakol coffee. We hebben na drie maanden nou wel eens zin in iets lekkers bij de koffie. Niet die gortdroge, muffe zoete koekjes die je overal kan kopen. Gewoon iets van appeltaart of zo.
Marco gaat naar binnen en bestelt 2 capucino en een espresso machiato. Geen appeltaart, deelt hij mede. Is er niet. Niet uitzonderlijk, is al drie maanden niet verkrijgbaar. De dame komt met de koffie naar buiten en zet die neer. Loopt naar binnen en komt terug met: APFELSTRUDEL. Echt waar, zelfs met vanille ijs bovenop.

In Tadjkistan wonen veel mensen die van geboorte Duitser zijn en bij het begin van WO II door de Russen zijn gedeporteerd naar Tadjikistan en Kirgistan. Geen risico van een vijfde colonne aan de grens! En die Duitsers wonen er nog steeds. Vandaar dat hier nog dorpen met Duitse namen zijn, restaurants die Schnitzel serveren, En een koffiebar in Karakol met verrukkelijke koffie en apfelstrudel.
Tijdens de koffie spreken we nog een Nederlands stel dat op vakantie is in Tadjikistan. Ze zijn net aangekomen en gaan binnenkort lekker de bergen in. Prachtige, meerdaagse wandeltochten rondom Karakol en misschien ook nog ergens rondom het meer Issy Kul. Grappig waar je dan ook weer landgenoten kunt treffen.
We nemen afscheid nadat de dame nog even een fotootje van ons genomen heeft. De eerste keer dat we door landgenoten op de foto zijn gezet.
We willen vertrekken en worden aangesproken door een man. Die heeft 20 jaar in Mechelen gewerkt. Maakt een praatje en heeft zelf geen motor meer … En krijgen we het verhaal over zijn oude motor. En over zijn bestaan als pensionado in Kirgistan. En over van alles en nog wat. En dat hij de Nederlandse taal wel heeft gesproken maar is vergeten. Wij konden wel ruiken waar die vergeetachtigheid door komt.
Uiteindelijk komt de man nog een keer of vier langs. Een advies over geld wisselen. Over de gemakkelijke grensovergang. Over …
We maken dat we wegkomen. Boodschapjes halen en pleiten.
De weg naar Jyrgalan is mooi. Goed te rijden en niet te ver. Op het gedrag van enkele lokale chauffeurs na die niet de gehele breedte van de weg gebruiken om ons in te halen. Ze scheuren rakelings langs ons. We raken er aan gewend en bedreven in.
Eenmaal aangekomen zoeken we meteen een guesthouse op. Er schijnt een eco-guesthouse te zijn met goede referenties. Dat van dat eco is fijn, goede referenties zijn nog fijner. We worden hartelijk ontvangen door een jonge dame die bijna in katzwijm valt als ze ons ziet. “I saw you in Bishkek!” O, zegt Marco, “Ik kan het me eerlijk gezegd niet herinneren. Maar toen je ons daar zag, wat dacht je toen?” Het meisje komt niet verder dan een zuchtende ‘wauw’. Na een kort gesprekje vertelt ze dat het haar droom is zelf ook nog eens zo’n tocht te maken met de motor.
Het guesthouse blijkt nogal vol te zitten maar snel wordt nog een kamer voor ons vrijgemaakt. We weten inmiddels dat de kans groot is dat enkele kinderen hun slaapplaats af moeten staan. We hebben er inmiddels vrede mee dat het op deze manier gaat. ‘s Lands wijs, ‘s lands eer.
We installeren ons op de toegewezen kamers en doen meteen een wasje. Met een beetje gevoel van melancholie. Zoveel wasjes zullen we op deze reis niet meer doen.

Na de was gaan we bloggen, maken een ommetje door het dorp, kletsen wat met andere gasten en controleren de motor op vitale onderdelen.



‘s Avond zitten we met een Duitse jongedame aan het diner. Haar vriend is ziek en de kans bestaat dat ze morgen nog aan het guesthouse gekluisterd zit. Haar vriend heeft maag/darm problemen. Kost altijd wel een dagje doorspoelen voordat de rust weer is teruggekeerd. Na de maaltijd nog even bloggen, verhaaltjes van foto’s voorzien en publiceren op het blog. Tegen tienen taaien we af, een gezonde nachtrust tegemoet.
