15 April, Opstaan in het hotel. Met weer een dertigtal Chinese dames van de Margriet-toer. Allemaal rolkoffertjes in de hal en dames die stiekem onder tafel de bammetjes voor de lunch hebben verstopt. De reis is immers al duur genoeg.

Het ontbijt is lekker en gevarieerd. Voldaan gaan we weer op pad. De stad Kars verlaten is geen straf; wat een naargeestig plaatsje is dat. Druk, stoffig, gehaast, opdringerig, … Al snel rijden we het gebergte in, op weg naar Georgie. We zitten al dicht bij Armenie, maar er is geen grensverkeer tussen beide landen. ‘Ze hebben ruzie’. Vandaar dat we toch nog naar het noorden gaan om straks Georgie in te gaan. We kiezen voor een rustige overgang bij Turkozu Sinir.
We vragen ons af of de honden in Georgie net zo vriendelijk zijn als in Turkije. Daar zijn erg veel honden die zeer tam zijn en goed met het verkeer omgaan. Ze steken in alle rust de vierbaans snelwegen over en iedereen houdt daar rekening mee. Ze reageren ook niet agressief op motoren, alles is goed.
We rijden in twee uur van Kars naar de Georgische grens. Een fantastische route door het gebergte.
Na een dik uur nemen we even de tijd voor een koffiebreak. Midden in het dennenbos blijkt een plek om te “verpozen”. Een voetbalveldje, wat picknicktafels, en een soort oud houten padvindersgebouw waar de ramen uit liggen. Plekken met sneeuw en vooral veel afval. We spotten plots een kat. Hoewel, wel een beetje groot voor een kat én geen staart? Het blijkt een lynx die ons even in de smiezen houdt doch dan uit het zicht verdwijnt. Nice one!!
Vlak voor de grens nog even getankt en dan is daar opeens de grens van Turkije naar Georgie. Voor ons staat een Duitse jongen in een soort jurk die wat problemen heeft met de douane. Hij zegt via Bulgarije Turkije binnen gekomen te zijn en dat een visum en een paspoort toen niet nodig was. De jongen leek een beetje een anachronisme: de juiste persoon die echter in een ander tijdperk thuis hoort. Wij gunnen hem van harte de jaren zestig.
Turkije verlaten is vrij simpel. Georgie ingaan zal vast niet zo moeilijk zijn. Het land verwelkomt de Westerlingen, accepteert euro’s, vraagt geen visum voor Nederlanders. Klinkt als een eitje.
Immigratiedienst verloopt soepel. Welkom in Georgie met weer een prachtig stempel in het paspoort. Nog even langs de customs …
Tassen openmaken …. Shit. Ze kijken erin en dat is in orde. En vervolgens wijst hij de zijtassen van de motoren aan … Even langs de scanner alstublieft.
Je moet weten dat de tassen eraf halen voor ons echt een soort van nachtmerrie is. Die tassen zitten zeer goed vast omdat we er ook mee offroad kunnen rijden. Maar goed, dit is hun terrein en dus hun feestje. Tassen eraf en mee naar binnen gezeuld. Ze gaan door een soort vliegveld-scanner heen. Waarbij we ons afvragen waarom metalen flessen [met drank], zakmessen, medicatie, etc allemaal ongezien door mogen. Alls is OK. Is dit gewoon een grap?
We nemen de tassen weer mee naar buiten en binden ze in een lekker zonnetje weer op de motoren. We mogen Georgie in. Net na de grens is een kantoor waar we nog even een verzekering kopen voor de voertuigen.
We rijden Georgie binnen. Heerlijk zonnetje, zeer bergachtige omgeving. Liefelijk.
Na een vers gezet bakkie oploskoffie gaan we door. Stukkie rijksweg en vervolgens de eerste track offroad gereden. Prachtig het land te leren kennen. Na een half uur offroad besluiten we de provinciale weg weer te pakken. Georgie is geen doel maar een land op weg naar …
De provinciale weg is wel een soort van uitdaging. Soms heb je stukken met prima asfalt. En soms dus ook niet prima asfalt. Die stukken niet zo prima asfalt bevat veel kuilen, gaten en scheuren. En tussendoor wordt er door een deel van de Georgiers ongelofelijk hard gereden. Best wel spannend voor ons: de gaten in het wegdek omzeilen en tegelijkertijd achteropkomend en tegemoet komend verkeer zien te ontwijken.
Uiteindelijk eindigen we ‘s avonds net buiten het plaatsje Khertvisi. Een voormalige profbokser ontvangt ons hartelijk op zijn kampeerterrein. Gezellig gegeten, na afloop nog een lokale vodka (een acquired taste, zullen we maar zeggen) maar we slapen er goed op. Tijdstip tukkie doen is een beetje onduidelijk omdat we weer een uurtje zijn opgeschoven in de tijd. Het zal iets tussen 21 en 22 uur zijn geweest.

