Dag 18 Een onuitwisbare indruk

19 April, Vanuit het hotel vertrekken we naar een uitzichtspunt aan het meer van Tiblisi: The Chronicle of Georgia. Megalomaan is een woord dat dit monument geen recht doet. Het monument toont de historie van Georgie in brute Sovjet-architectuur. Zuilen van 30 meter hoog tonen in dikke bronzen platen de voorstellingen van Georgische koningen en beelden van gelijkenissen uit de Bijbel. Wij lezen dat die bijbelse voorstellingen bedoeld zijn de verspreiding van het Christendom te verbeelden.

Het is een voorbeeld van brute Sovjet-architectuur. Wij vermoeden dat die Bijbelde beelden bedoeld zijn als tegenwicht voor alle Islamitische buurlanden.
Vanaf het uitzichtpun kijken we aan de ene kant over het meer uit. Aan de andere kant zien we in de verte moderne hoogbouw. Dichtbij zien we uiterst armoedige Sovjet-flatgebouwen, nog volop bewoond. Een zeer trieste aanblik.

Het begint langzaam te miezeren. Voor ons het teken om weer verder te gaan en de motoren te bestijgen: never waste a good rainshower.

We hebben afgesproken om naar de KTM/Husqvarna dealer te gaan. Die is aan de andere kant van de stad gevestigd; we moeten even de rivier oversteken. Gisteren zijn we door Tiblisi gereden op weg naar het hotel. Dat viel niet mee qua verkeersdrukte. Maar dat was de avondspits. Meenden wij. Op zaterdagmorgen zal het verkeer veel rustiger zijn. Verwachten wij.

Nope.

Het verkeer inTiblisi is voor ons weer meer dan chaos. Een enkele rijbaan wordt gemakkelijk bezet door twee rijen auto’s. Mensen rijden in de linker baan op een driebaans weg en beseffen dat ze ‘nu’ naar rechts moeten. En gaan dan ook gewoon naar rechts; knipperlichten worden niet aangezet. Bij een lange rij voor een stioplicht rijden mensen op de baan van de tegenligger gewoon alvast een stuk naar voren en voegen daar weer in. Dit alles zonder getoeter en hoorbaar gevloek. De rangorde in het verkeer wordt ons langzaam duidelijk.

  1. de dure mercedessen
  2. de oudere mercedessen
  3. overige duitse voertuigen
  4. nieuwe buitenlandse auto’s
  5. bussen/vrachtauto’s/auto’s
  6. een lange tijd niets
  7. voetgangers
  8. loslopende honden
  9. weer een hele lange tijd niets
  10. overige dieren
  11. brommers, fietsers en motoren. Waarbij brommers en fietsen niet te zien zijn geweest

We leren al snel dat we erg defensief moeten rijden. Zowel voor wat betreft het tegemoetkomend als het achterop komend verkeer. In de stad stoppen we nog even om de visa voor Azerbeidzjan te printen. Je kunt het visum wel elektronisch bestellen maar aan de grens hebben ze liever papier.

We leren al snel dat we erg defensief moeten rijden. Zowel voor wat betreft het tegemoetkomend als het achterop komend verkeer. In de stad stoppen we nog eevn om de visa voor Azerbeidjan te printen. Je kunt het visum wel elektronisch bestellen maar aan de grens hebben ze liever papier.

Na dik een uur zijn we door de stinkende stad met walmende diesels heen gereden. Eerst ontbijten we even in een restaurant en daarna de delaer opzoeken. Erik wilde graag een nieuwe zijstandaard en Marco wil eindelijk een waterdichte regenbroek. Bij elke regenbui is zijn motorbroek binnen 5 minuten nat en na 10 minuten doorweekt voor de rest van de dag.
De dealer kan ons niet helpen. Helaas. Dan maar door naar de grens met Azerbeidjan, het doel van deze dag.
De stedelijke rijstijl wordt op de rijks- en provinciale wegen doorgezet. Op de een of andere manier lijken automobilisten verplicht zoveel mogelijk voertuigen in te halen. Wij worden ingehaald door auto’s die 200m na het inhalen van de weg af gaan en parkeren bij een winkel. So be it. We denken nu dat het monumentale beeld bij Tiblisi meer bedoeld is als een soort van aflaat teegn het rijgedrag. Voor ons betekent het dat we altijd achter een bus of vrachtwagen blijven hangen, zodat we altijd een stevig schild voor ons hebben dat de klappen kan opvangen.

Het achteropkomende en inhalende verkeer bieden we alle ruimte om gezellig naast ons te rijden. In het begin deden we dat niet, maar ze drukken je gewoon aan de kant. We leren bijzonder snel.

De harde regen bouwt langzaam af tot milde regen. Om vervolgens op te houden. Eindelijk even geen regen.

We rijden door tot op steenworp afstand van de grens met Azerbeidjan. We rijden door naar het Lagodekhi nationaal park. Het hotel dat we op het oog hebben is vol en de bijbehorende camping is gesloten vanwege het slechte weer. We krijgen het advies om het bij hotels in de omgeving te proberen.

Het eerste hotel waar we stoppen heeft een kamer, maar geen verwarming. Marco (inmiddels weer onderkoeld) bibbert wat en de anderen interpreteren dat als een no-go. Het volgende hotel in de straat is hotel Gardenia. Ruime kamer, verwarming (!) en een schone badkamer. We zijn om en besluiten deze kamer te nemen.

Heerlijk om even de natte zooi uit te kunnen hangen onder de veranda, op de kachel, etc. We besluiten hier twee nachten te blijven en weer even op adem en temperatuur te komen.

We koken ons maaltje op de buitenkeuken, drinken een borreltje en duiken vroeg het bed in.

.