Dag 20 Grensoverschrijdend gedrag

Op 21 april staan we op in Huize Gardenia in de Vashlovanistraat. We hebben afgesproken dat we ‘s morgens het ontbijt bij de gastvrouw nuttigen. Andere bezoekers zitten ook aan de grote rondetafel: twee Russinnen en een Pools stel. Het ontbijt is net als het diner van de avond ervoor verrukkelijk. Veel lokale gerechten zoals kazen, worst, gebakken kaasrolletjes, etc.
Het gesprek aan tafel gaat met name over het weer. De Polen zijn hier al eerder geweest, ook in april. En ze hebben het nog nooit zo koud gezien en een natuur die weken achterliep op de normale gang van zaken.

Voorafgaand aan het ontbijt hadden we alles al ingepakt en op de motoren gebonden, zodat we na het ontbijt snel kunnen vertrekken. Zo gezegd zo gedaan en we vertrekken richting grens. Dat is een kwartiertje rijden. Georgie ‘uit’ blijkt een eitje. Controle paspoort en uitklaren voertuig en op naar Azerbeidjan. Daar worden we ontvangen door en batterij aan politie – douaniers – militairen. Grensovergangen zijn het terrein van deze mensen, dus berustend laten we het over ons heenkomen. En hoewel het grote aantal functionarissen bedreigend zou kunnen overkomen, is dat niet het geval. De mensen zijn uiterst vriendelijk en behulpzaam. Weliswaar moeten alle tassen door een scanner heen, wordt nadrukkelijk de vraag naar drones gesteld, is het papierwerk uiterst gedetailleerd. Maar zeer correct worden van loket naar loket geholpen. En bij het opnieuw inpakken en beladen van de motoren worden we door hen ook geholpen.

Terwijl we wachten, komen ook twee toeristen aanfietsen. Maco knoopt in het engels een praatje met hen aan en vraagt uiteindelijk waar ze vandaan komen: Nederland. Het stel is een jaar geleden vertrokken uit NL en heeft overwinterd in Oman en Dubai. En nu willen ze ook de Kaspische zee over om richting het Oosten verder te fietsen. Uiteindeljk manen de Aerbeidjanen ons om het gesprek te stoppen. We nemen veel ruimte in beslag en ze hebben nog wel meer te doen. We nemen hartelijk afscheid van elkaar en wie weet komen we elkaar nog wel eens ergens tegen. Kleine wereld, immers.

Wij pakken onze spullen ook en vertrekken. Azerbeidjan maakt op het eerste gezicht een nettere/meer verzorgde indruk. Weinig rotzooi in de wegbermen, huizen en hekwerk dat er netjes uit ziet. Het verzorgde wegdek en het gebrek aan beschadigd wegdek valt ons meteen op. We hopen dat dit zo zal blijven.

We rijden naar Balakon, waar Roel en Erik even geld gaan tappen. Marco blijft bij de motoren en wordt meteen door een groepje mensen aangesproken. Waar we vandaan komen, hoe hard de motor kan, hoeveel cilinders, de navigatieapparatuur, wat hij kost, etc. Het BMW-embleem op de motoren van Roel en Marco doet alle duimpjes omhoog gaan. Dat merk kennen ze hier wel. Omdat ik geen Azerbeidjaans of Russisch spreek, en ‘zij’ geen Nederlands of Engels, gaat het met handen en voeten. Uiteindelijk nemen we luid zwaaiend afscheid. Na een poosje gooien we brandstoftanks vol [45 cent per liter] en hier hetzelfde ritueel. Vanuit alle hoeken en gaten komen mannen aanlopen om een gesprekje met ons aan te knopen. Super gezellig. We merken ook meteen dat we met al die aandacht soms een beetje focus verliezen. Wie heeft er betaald, heeft diegene voor iedereen betaald of alleen voor zichzelf, etc. We besluiten de volgende tankstops op rustiger tankstations te gaan doen. En dat geldt meteen maar voor het winkelen.

We kachelen langzaam door het land, richting Sheki. Een dorp dat een rijk verleden schijnt te hebben rondom de Zijderoute. En d’r zou ook een camping zijn, dus dat komt ons goed uit.
We rijden het stadje binnen en inderdaad:p rachtig! Een Karavanserai (een plek waar destijds de handelsreizigers en hun kamelen konden overnachten en bijkomen). Een soort openluchtmuseum met een prachtige poort. Overigens met een bord ‘Verboden in te rijden’. Een man komt uit het grasveld naar ons toe rennen en gebaart vriendelijk dat we door mogen rijden. En dat bord dan? Hij gebaart dat hij de bewaker is: kom toch verder. We rijden een rondje dor het openlucht museum. Veel [verstoorde] aandacht van onze Chinese medetoeristen. Prachtige gebouwen en heel mooi gerestaureerd. Hier gaan we morgen beslist heen, We zien ook een espresso-shop van een bekend koffie-merk: morgen wordt een topdag.
We rijden door naar de plek waar we de camping vermoeden, maar dat valt tegen. Er is een hek dat dicht is. We horen wel honden blaffen; dat hebben we eerder meegemaakt. We staan nog even stil om met elkaar te overleggen en opeens gaat het hek open. Een oudere en een jongere man staan bij het hek. De jongere man [eind dertig] vraagt of hij ons ergens mee kan helpen. We zeggen dat volgens onze gegevens hier een camping zou moeten zijn en dat we die niet kunnen vinden. We stellen ons aan hem voor; zijn naam is Ravid. Hij zegt dat hij de eigenaar van de camping is maar dat die nu dicht is. Vanwege de kou. Dat hebben we eerder gehoord. Ook al is de camping dicht, we zijn toch van harte welkom. Er zijn toiletten en er is koud water. Douchen met warm water zal niet gaan. We accepteren met graagte het aanbod. De camping is gelegen op een prachtig terrein dat hoog boven het dorp op de berg ligt. En er zijn heel veel faciliteiten wel beschikbaar. We kunnen lekker onder een afdak zitten en koken. De tenten zouden onder een afdak op een betonnen plaat gezet kunnen worden. En we krijgen weer een persoonlijke waakhond toebedeeld.

Deze keer is het een uiterst nieuwsgierige, kleine hond. Hij heeft nog een maatje maar die is wat schuwer.

We gaan de tenten opzetten. De tent van Marco is de enige tent die zonder gebruik van haringen opgezet kan worden. Zo lang er maar wat zwaars in ligt (Marco zelf), waait de tent niet weg. De anderen zetten hem op een van de nabij gelegen grasveldjes,

We koken een heerlijk Paasmaal: een pot groenten, een pot tomatensaus met knoflook, pasta en een soort rookworst. Verrukkelijk.

Biertje erij en het feestmaal is compleet.

Het is en blijft koud, zeker zo hoog op de berg. Als we net in de slaapzak liggen, worden de gelovigen door de immam opgeroepen voor gebed, Dat is op de camping nog net te horen. Deze oproep wordt door onze waakhond en alle honden uit het dal en op de berg beantwoord. Wat een prachtige live-uitvoering van de Azerbeidjaanse Mattheus-Passion. Als gezegende mensen vallen we in slaap.