Dag 26 Cliffhanger

zaterdag 27 april

De nacht was helder en dus fris. Ook bleef het waaien; we moeten wennen aan het nieuwe geluid van klapperend tentdoek. We hadden gisteren onvoldoende brandstof en water meegenomen om offroad te kunnen blijven. Note to self: beter plannen!
Tijdens het opstaan loopt de kudde kamelen voorbij; de voorpoten met een touw verbonden zodat ze niet te ver kunnen afdwalen.

We ontbijten en pakken de motoren op. We rijden eerst weer terug naar
terug naar Fort Shevchenko. Allereerst tanken we de motoren af, vervolgens zoeken we een supermarkt. We slaan behoorlijk wat proviand en water in om te zorgen dat we een tijdje onzen eigen gang kunnen gaan. We gieten het water over in de drinkzakken:bubbeltjeswater. Nou ja, dan maar sprankelende koffie en pasta.

De mensen zjin meestal geinteresseerd en proberen een praatje aan te knopen. Kazachs of Russisch. Dat lukt niet en dan maar met handen en voeten. Tot onze verbazing kennen de mensen ‘Ghollandia’ en enkelen kennen ook nog van Basten. Hier in Kazachstan. Wauw.

We vertrekken en verlaten het dorp, op weg naar het monument van Sultan Pepe. Volgens de beschrijving een weg van ongeveer 50km en goed asfalt. We slaan af en de eerste 25m inderdaad goed asfalt. De overige 49,975m een echte dirtroad. Opgedroogde modder met soms diepe sporen, vermoedelijk gemaakt door grote vrachtauto’s. En als de sporen te diep of anderszins onbegaanbaar zijn geworden, wordt gewoon een nieuw spoor naast gemaakt in de steppe. Zo liggen er soms wel 3 rijbanen naast elkaar. Wij kiezen steeds het spoor dat ons het meest geschikt lijkt. Daar worden we heel snel steeds beter in. De eerste track gisteren reden we max 45 km/u. Het tweede deel van die dag reden we max 60. En vandaag rijden we max 75 km/u. Dat schiet lekker op.

Regelmatig zien we kuddes paarden en kamelen. Geen schapen vandaag. Het komt regelmatig voor dat we samen met een kudde galopperende paarden optrekken: fantastische momenten.

Sporadisch komen we auto’s tegen; de tegenliggers zwaaien vaak druk naar ons. Even staan we stil op de weg, om te kijken of dit de juiste afslag is richting het monument. Een tegenligger vertraagt voor praatje. Achter ons komt een bestelauto aanrijden. Die ziet de opstopping, moest 2 seconden wachten en begint meteen te toeteren. Een hilarisch moment, daar in dat volledig verlaten land.

We komen aan op onze beoogde kampeerplaats: een klif op 200m boven de Kaspische zee. Het is een prachtige plek met een geweldig uitzicht.

De zon schijnt en er is een harde wind. We zetten onze tenten op; dat is even wennen met die wind. Regen was een stuk gemakkelijker. Voordat we de tent opzetten, leggen we deze eerst vast met haringen aan de grond – better safe than sorry.

Een harde windvlaag rukt de haringen van de tent van Marco uit de grond en daar gaat ie. Richting de klif. Marco schrikt zich rot en rent er achter aan. De wind waait harder dan Marco kan rennen en de tent waait over de klif. Hij schrikt zich kapot: de kloof is zeker 200m diep!!!

Marco rent naar de rand en ziet 10 meter lager de tent liggen. Achter de klif is een luwte, daar heeft de wind even geen vrij spel. Marco klautert naar beneden en grijpt zijn tent. Nu nog naar boven.

Op het geroep en gevloek van Marco is Erik ook afgekomen. Hij zit aan de rand van de afgrond en helpt Marco zijn tent te redden. Met de schrik in de benen zet Marco zijn tent opnieuw op, nu zwaar verankerd aan de grond.

Als alles staat, bereiden we de maaltijd. We eten pasta, met groente en vlees uit blik. Het is zoals gewoonlijk wer een heerlijke maaltijd. Je neemt met weinig genoegen als er niet anders is.

Na de maaltijd ruimen we op en Erik gaat foto’s maken van een ondergaande zon. Marco en Roel bekijken een ondergrondse moskee en een begraafplaats uit de 10e eeuw.

We nemen met elkaar nog even de dag door met een klein borreltje. Het is koud op het plateau. En aardedonker. In de verste verten geen lichtje te bekennen.