Zondag 28 april
Terwijl in Nederland de Koningsdagvierders hun roes uitslapen ontwaken wij aan de Uzbeekse kust. De wind is gedurende de nacht iets verminderd en we kunnen zonder dat we alles moeten borgen tegen het wegwaaien ontbijten in de ochtendzon.
Als we onze kampplaats verlaten is het doel om een stuk richting Bayneu te rijden. Het eerste deel van het traject rijden we over de harde kleipiste. Links en rechts het grote groene niets. Wel wat hoogteverschillen maar beperkt. Kuddes paarden en dromedarissen completeren het beeld van de oneindige steppe. De wind neemt weer in kracht toe.
Plots gaat de piste over in een asfaltweg. We bereiken een dorp dat op de kaart slechts een stipje is. Tot onze verbazing is dat veel groter en moderner dan verwacht. Grote scholen en dito woningen. Het ziet er allemaal uiterst modern en nieuw uit.

Op asfalt gaan het verder. De wind neemt stevige vormen aan en we hangen er een beetje tegenin.
In het dorp Shetpe foerageren we. Veel water, pasta met wat ingrediënten, bier, weer voltanken met benzine en we gaan weer door. Na een kilometer of 70 tegen de wind in hangen nemen we even rust bij een P.
Nu staat bij de Kazachse rustplaatsen steevast een betonnen autobrug, voor als je even onderhoud aan je auto wil doen onderweg, waarschijnlijk is dit een oud Kazachs gebruik.
Als we goed kijken zien we 2 fietsen staan. Onze reisgenoten van de overtocht zitten aardig uitgewoond in de schaduw van de brug bij te komen van het tegenwindse fietsen. Wij kruipen ook even uit de beukende elementen en maken een bak koffie. We wisselen ontspannen ervaringen uit.
De fietsers pakken hun boeltje weer op en gaan door. Wij rusten even lekker uit.
Even later passeren we ze weer. Gelukkig voor hun loopt de weg een stuk naar beneden maar het is allerminst een pretje om zo te moeten beulen. Respect voor deze mannen!
Tegen 1600u gaan we een plekje voor de nacht zoeken. Als we een paar ingestorte huizen een paar honderd meter van de weg af zien lijkt dat enige beschutting tegen de wind te kunnen geven. Als we er aankomen is het grote troep, veel plastic en nog meer glas. We rijden verder over een zandpad en verwijderen ons van de snelweg. Achter een heuvelrug vinden we een geschikte plek. Wel vol in de stormachtige wind maar verder oké. Als je heel goed kijkt zie nog wat trucks over de hoofdweg kruipen, we horen ze niet, te ver.
Tentje opzetten en langzaamaan neemt de wind iets af. Tijd voor een blik bier.
We koken een pastamaaltijd die we met smaak gebruiken. Langzaam gaat de zon onder. De leeuweriken kwetteren zelfs na zonsondergang door.
De wind is plots weg. We sluiten zoals gebruikelijk af met een borrel, kijken nog kort naar de indrukwekkende sterrenhemel en zoeken onze tenten op.

Let’s call it a day!
