Dag 13 Zondag de dertiende

14 April, ‘s Morgens worden we wakker terwijl het al licht is. Dat is mooi; geen gekke dingen gebeurd vannacht. We leven nog. We staan op en onze waakhond ligt nog netjes op haar plek. Dat ziet er goed uit. We zetten wat water op voor de koffie en beginnen met het ochtendritueel: opfrissen, inpakken, ontbijten, reiskleding aan, motoren reisklaar maken en dan weg.

Vanmorgen natuurlijk ietsjes anders omdat we rond 8u voor het ontbijt verwacht worden.

Terwijl we zo bezig zijn, zien we iets wits door de bomen heen: een hond. DE GROTE WITTE PITBULL TERRIER REU.

Geruststellend is dat we in eerste instantie zien dat hij nog steeds aan een ketting van ruim twee meter zit. Alleen … die ketting zit nergens meer aan vast. Hij is blijkbaar losgebroken. Een grote vechthond die zichzelf los werkt van een ketting. Van koffie zetten en opruimen komt helemaal niets meer. D’r loopt gewoon een retesterke vechthond rond onze tenten. Nadert in cirkels die steeds kleiner worden. De termen Nee, Af, Braaf, Weg, en wat dan ook allemaal in het Nederlands, Turks, Armeens en Peruaans naar de hond geroepen. Noppes, beest komt angstaanjagend rustig steeds dichter bij. Onze waakhond, een teefje, ligt heerlijk te rollen in het gras en draait nog eens wat met haar achterste. Die heeft blijkbaar andere plannen dan een beetje onze waakhond uit te hangen.

Dit is echt spannend en best wel eng. We besluiten te doen alsof we stoer zijn en lopen soms wat op de hond af of hem wat achteruit te drijven. Goed bedoeld maar hij gaat gewoon zijn eigen gang. Half acht, nog een half uur voordat de baas van de hond komt.

Reu en teef kennen elkaar en ze spelen wat samen, voor zover de ketting van het teefje dat toelaat. Om 10 voor acht wordt de hond gefloten: eten! Hij taait af en laat ons in gespannen opluchting achter.

We pakken zo snel in als we kunnen, laten het teefje achter [want ook een pitbull] en gaan naar de baas; een paar honderd meter door het bos heen. Zo goed en zo kwaad als het gaat bespreken we wat er gebeurd is. Maar de witte reu zit al weer vast. We genieten van een heerlijk ontbijt, rekenen af en vertrekken.

Opgelucht!

Met onze ‘host’ nog even een plaatje.

We reizen via Erzurum naar Kars. Een mengelmoes van Turkse, Iraanse en Russische invloeden.

De weg er naar toe loopt door zeer brede dalen, over hoge passen [tot 2.200 meter met de bijbehorende kou], over besneeuwde vlaktes en zonnige akkers. Het landschap is een mix van de Alpen en Noorwegen. Fantastisch.

Eenmaal in Kars wordt het moeilijk om een overnachtingsplek te vinden. Er zijn geen campings en wild kamperen is niet te doen. Kars ligt op een brede vlakte waar het heel hard waait, het guur en koud is, de zon al snel daalt en het eigenlijk heel onaangenaam is. Dan maar de stad in. Een rommelige stad. Zeer stoffig. Druk verkeer en heel veel voetgangers die zich allemaal tegelijkertijd een andere richting in willen wurmen. De hotels die wij vinden hebben wel een parkeerplaats. Op straat. Dat willen we niet. Na lang zoeken een hotel gevonden waar de motoren veilig geparkeerd kunnen worden. Op straat (zucht).

Met de belofte dat er een camera op gericht staat. Wie de beelden dan bekijkt, weten we niet. Maar als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat. Op hoop van zegen.

Dag 12 Dat hadden we niet verwacht …

13 April, Naar bed gegaan in de wetenschap dat we geen ballonvaarten gaan meemaken in Cappadocie. Erg jammer, dan maar dromen van balonnen.

Tot we om 4uur toch weer gewekt worden door warm draaiende motoren. Marco redeneerde in zijn halfslaap dat de ballonvaarders er alles aan doen om de toeristen het goede gevoel te geven. Dat ze er alles aan doen om de lucht in te gaan en dat de toeristen ook wel inzien dat het vandaag weer niet verantwoord is. Om 5 uur werd het weer stil.Hij draaide zich weer om en sliep verder.

Om kwart voor zes werd hij weer wakker van de herrie van de ventilatoren van de koeling. Wat een sukkels, wie zet er nou ‘s morgens vroeg de koeling aan? Maar, er is helemaal geen koeling. Er stonden gisteravond helemaal geen vrachtwagens. Marco doet zijn tent open en ziet tot zijn stomme verbazing dat de eerste ballon over de berg komt.

Prachtige plaatjes!


Slaapdronken stormt hij zijn tent uit en ziet tot zijn stomme verbazing ballonnen omhoog drijven. De lucht in. Als een kip zonder kop stommelt hij terug de tent in en pakt zijn camera. Vergeet helemaal Roel en Erik te waarschuwen en loopt rent op blote voeten al fotograferend in z’n onderbroek over het tertrein. Na enkele minuten en helemaal koud grijpt hij wat kleding, trekt het al struikelend aan en maakt daarmee ook Roel wakker. Samen lopen ze de heuvels in en vergapen zich al fotograferend aan het schouwspel van tientallen opstijgende luchtbalonnen. Weer korte tijd later kwam ook Erik uit de tent. Die ochtend stegen wel 150 – 200 luchtbalonnen op. Wat een genot dit te mogen aanschouwen. Uiteindelijk kwam zelfs Murat kijken en foto’s nemen. We hebben vrij kort met Murat eevalueerd wat we van zijn mededeling van gisteravond vonden. Toevallig moest hij er heel snel vandoor. Tijdens ons vertrek van de camping hebben we hem niet meer gezien.

Murat houdt er druk een onderhoudsprogramma op na……

Na deze fantastische ervaring genieten we tijdens het ontbijt na van de vele prachtige foto’s en de geweldige ervaring. Om half tien vertrekken we richting Erzincan.

Het is erg mooi weer en in het dorp nog lekker warm. Al rijdend rolt de aarde in een gestaag tempo onder onze wielen door. Vanuit het dal van Cappadocie rijden we door brede dalen, geflankeerd door hoge en besneeuwde bergen. Akkers, boomgaarden, wijngaarden, beboste en kale hevels. Alles beschenen door een heerlijke zon.

Lunch met een bakkie

Het is een beetje Alpien weer: in de zon is het verrukkelijk en in de schaduw meteen fris. We stijgen tot 2.200 meter het gebergte in en daar is het rond de 5 graden.

We rijden langs de randen van PKK-gebied en dat is aan de wachtposten goed te merken. Zelf zijn we niet eenmaal gecontroleerd. De twijfel of onze papieren nog wel valide zijn slaat toe, maar we rijden dapper door. Overal staan zwaar bewapende checkpoints met voertuigen waar je niet mee in conflict wilt komen. Zware pantservoertuigen, afgewisseld met iets lichtere broertjes en zusjes. Wij rijden rustig door en zwaaien naar de checkpoints. De agenten en soldaten zwaaien vriendelijk terug.

Bij een tankstation in deze regio merken we een enorme terughoudendheid bij de bewoners. Waar we tot nu toe in Turkije vooral enthousiasme, nieuwsgierigheid en gastvrijheid ontmoeten, bemerken we nu vooral argwaan. Getankt, kop thee en heerlijke honingkoek en weer door.

We bereiken Erzincan tegen 17u en zoekn de camping. Uteindelijk vinden we die. Bemensd door vriendelijke Turken die geen woord uiten de deur spreken. Maar via de telefoon krijgen wij Said te spreken. Hij zegt dat het goed is dat we daar kamperen. Er liggen hier en daar wat aangelijnde terriers. Schatjes, zolang ze maar aan de ketting liggen. Wij mogen op het parkeerterrein onze tentjes opzetten. Terwijl we daarmee bezig zijn komen 3 Turken naar ons toe, met een zeer vervaarlijke hond. Said wordt gebeld …

De hond wordt met de ketting aan een [te dunne?] boom vastgebonden. Het is onze waakhond. Als hij ‘s nachts aanslaat, dan is er wat aan de hand. Goh, wat een geruststelling. Een vastgebonden waakhond die we geen van allen los zouden durven laten …

Met Said heeft Roel nog besproken dat er om 8 uur ontbijt is. Dat lijkt geruststellend, totdat Marco vraagt of ook duidelijk is wie er om 8 uur gaat ontbijten. We gaan naar bed, nadat we elkaar nog even diep in de ogen hebben gekeken,met thuis hebben gebeld én uiteraard de blog is bijgewerkt….

Dag 11 Hoera: Murat heeft een date

12 April ‘s Morgens rond 4 uur gewekt door de buren die de ballonvaarten organiseren. De auto’s worden gestart en warm gedraaid. Over en weer wordt luid geroepen. Geen idee wat er geroepen wordt, maar hallo … Het is VIER UUR in de ochtend. Voor Roel maakt het allemaal niet zo veel uit; hij heeft heerlijk geslapen op zijn gerepareerde matje.

Tegen kwart voor vijf (!) vertrekt de laatste auto en keert de rust weer. Marco lag al die tijd toch gespannen te luisteren of hij alsnog geroepen werd omdat er een plekje vrij was. Nee dus.

Roel en Erik gaan rond 6u naar een berg om de opkomst van de zon en het opstijgen van de ballonnen te zien. Wat een tegenvaller.

Er wordt slechts 1 ballon uitgepakt waar de ventilatoren in gaan blazen. Na korte tijd geven de ballonvaarders het op. De wind schijnt wederom te hard te zijn. Alle ballonvaarders en toeristen keren onverricht weer huiswaarts. Rond half zeven weer een hoop herrie van de terugkerende auto’s en busjes. Roel en Erik blijven nog wat langer om foto’s te maken. Marco heeft in de tussentijd zijn wasje gedaan en uitgebreid onder de douche gestaan.

Uw fotograaf aan t werk.

Rond half acht wordt er ontbeten en besloten om eerst wat werk aan de motoren en de tent van Marco te doen. Het weer is uitstekend en zon schijnt er lustig op los.
Banden weer op spanning, olie en koelvloeistof gepeild. Zijstandaard van Erik onder handen genomen. Uitlaat van Roel’s motor gerepareerd. Vervolgens de tent van Marco onder handen genomen. Uiteindelijk tegen 13u waren we zo’n beetje klaar.

Pompen maar……

Uitlaatophanging gerepareerd
Tent geplakt

Op het heetst van de dag. Met een beetje verbrande hoofden, nekken en armen. We besloten nog even de tijd te nemen voordat we de omgeving verkennen. Tegen 15u gaan we richting open lucht museum, waar we weer in de ‘tourist trap’ dreigen te stappen. Heel – veel – Chinezen. 1 op de 5 mensen schijnt Chinees te zijn, maar in Goreme ligt dat gemiddelde echt veel hoger.
We besluiten niet het museum in te gaan maar zelf door de bergen en huisjes te wandelen. Dat gaat uiteraard ook heel goed; we hebben het museum niet nodig om een goede tijd te hebben.

De toerist uithangen

Een blinde schildpad met zijn gids

‘s Avonds een lekkere maaltijd in het restaurant gegeten. De eigenaar Murat heeft een date in zijn eigen restaurant uitgeodigd en probeerde ons zsm te lozen. We werden al drie kwartier voor de afgesproken tijd ‘uitgenodigd’ om te komen dineren. Omdat we geen zin hadden in een koude maaltijd, zijn we daar zeer tegen onze zin in op ingegaan.

Murat geeft aan dat er morgen zeker géén ballonnen de lucht in gaan. Hij heeft zijn contacten geraadpleegd; er wordt teveel wind verwacht. Voor Marco een teleurstelling omdat we morgen ook weer verder reizen.

Als je ons een beetje kent, weet je dat we na de maaltijd heerlijk de tijd hebben genomen om het blog bij te werken. In het restaurant. Net zoals we dat de vorige avond hebben gedaan. Ieder zijn ding; wij het onze.

Via Janneke kregen we het bericht dat het ondanks visum en carnet toch moeilijk is om Iran met motoren zwaarder dan 250cc binnen te komen. Dat is een vieze tegenvaller. Voordat we vertrokken hadden dergelijke verhalen ook al gehoord. Nader onderzoek leerde dat die verhalen van voor vertrek achterhaald waren en dat de entree geen problemen zou opleveren. Het bericht via Janneke is echter weer heel recent. Als we Iran niet in kunnen, moeten we via Azerbeidjan naar Oezbekistan. Als we Iran wel in mogen, kunnen we het geplande reisschema en -route handhaven.

Met de kaart op tafel hebben we gezien dat we deze beslissing nog even kunnen uitstellen. We besluiten de volgende dag weer op weg te gaan in de richting van Erzincan. Daar kunnen we besluiten of via Midden-Turkije naar Iran gaan. En als we geweigerd worden, kunnen we naar het noorden gaan: Armenie – Azerbeidjan – boot naar Oezbekistan. Of dat we toch Georgie – Armenie – Iran aanhouden. Misschien horen we de komende dagen meer , wat ons helpt een goede beslissing te nemen.

Terwijl wij zo zitten te overleggen haalt Murat zonder iets te zeggen bij ons de glazen weg. Wij werken hard verder aan onze blog. Terwijl we doorwerken verlaat Murat met zijn date even het pand om een peukje te roken. Wij werken door …

Murat en date komen weer terug, wij zijn bijna klaar.

Nadat we de eigenaar van het restaurant nog even geluk gewenst hebben met zijn date, zijn we ons eigen tentje gaan opzoeken. Aan het gezicht van Murat te zien, kon hij onze gelukwensen heel goed gebruiken.

Dag 9 Another day in paradise

10 April, Gisteravond nog even de was gedaan voordat we gingen slapen. Buiten opgehangen en aangezien we morgen toch een rustdag hebben, zal het morgenavond wel droog zijn. Het is uiteindelijk een natte en koude nacht. Zacht geruis van regen op de tent.

‘s Morgens na het wakker worden even naar de was gekeken: droog. Zo hard heeft het dus ook niet geregend.

We beginnen vervolgens eerst met een kop koffie. Grappig hoe zelfs oploskoffie toch weer lekker kan smaken. Vervolgens het ontbijt. Even het brood en beleg halen. Marco had het brood gisteren in zijn voortent gelegd en zou dat even gaan halen. Niet te vinden, dat brood

“Ik had het gisteren toch …” Jazeker, beide reisgenoten hebben inderdaad gezien dat hij het daar neer legde. Brood echter niet te vinden. Even rondkijken en dan zien we een eindje verderop een plastic zak met daarin nog een blikje. Het zakje en het blikje waar gisteren ook het brood in zat. Dat brood is weg. Opgegeten door een lucky bastard.

Dan maar wat later ontbijt, geen probleem.

De geplande rustdag laten we niet doorgaan, het blijkt de hele dag te blijven regenen. Hele dag schuilen omdat we een rustdag gepland hebben.

We gaan inpakken en dan blijkt dat een hond het brood gestolen heeft. De tent van Marco is behoorlijk beschadigd door de hond die het brood heeft geroken en gepakt. De hond kon er niet meteen bij en heeft het doek van de tent open gescheurd. Dit is een vervelende en dure les: geen eten in de tent bewaren. Gelukkig zit de beschadiging niet op een vitaal deel van de tent; bij mooi weer gaan we het wel repareren.

Eenmaal ingepakt vertrekken we naar Hieropolis en Pemmukale. Twee bezienswaardigheden die op de Unesco lijst staan. Wij zijn niet de enige die deze lijst hebben gelezen. Het wemelt van de Chinese toeristen. Zelfs zo veel toeristen dat de restaurants in het Chinees adverteren. De regen en deze internationale toestroom zorgen ervoor dat we het snel voor gezien houden. Even een fotootje voor het blog en weer door.

Pamukkale
Hieropolis

Weer op reis, rijden door de regen. En de kou. Another day in paradise.

Halverwege stoppen we even om te tanken en een bordje soep te eten. Het vooruitzicht van een camping met een hete douche houdt ons op de been. Uiteindelijk stoppen we in Egidir aan het meer. De camping is open. Er is warm water. Maar geen douche.

Effe bij komen

Jammer, maar dat is dan maar zo. Tentje opzetten en eerst een klein borreltje. In de regen … Dat bevalt niet dus we eindigen in de badruimte van de camping. Een prachtige plek met marmeren bladen waarin de wasbakken zijn verzonken. Prima plek om te koken en te eten. Zo gezegd en gedaan. Paar blikken bonen, wat worstjes en stuk brood. Heerlijk gedineerd. Nog even aan het blog werken en dan naar bed.

Prima plek voor bloggen en koken

De slaapmat van Roel blijkt lek. Loopt langzaam leeg. Gezamelijk zoeken en vinden we de boosdoener. Een plantachtig steeksel dunner dan een speld. Even de plek schoonmaken met alcohol (mag dat ook wodka zij? Ja dat mag) Plakker erop en klaar. Happy!

De boosdoener…..slaap lekker!

Dag 5 In Griekenland

6 April, Volgens de planning worden we rond 8u verwacht bij de motoren onderdeks. Om 7 uur de wekker lijkt ons vroeg genoeg. Echter, midden in de nacht (net na zessen ‘s morgens) wordt er bescheiden maar aanhoudend op de deur gebonsd. Marco loopt slaapdronken naar de deur en doet open. Daar staat een vriendelijke purser met een onvriendelijke mededeling. De boot had blijkbaar windje mee dus we komen een half uur eerder aan.

Halsoverkop alles opgeruimd en ingepakt om vervolgens rond zeven uur de cabine te verlaten met al onze spullen. Blijkt dat het nog anderhalf uur duurt voordat we de haven bereiken. Tja, ze zullen wel ervaring hebben met toeristen die zich verslapen … Dat is de meest vriendelijke gedachte waar we op kunnen komen. Zo krijg je iedereen ook op tijd uit bed,

Genoeg tijd gehad om nog rustig te ontbijten en naar de voertuigen te gaan. Benedendeks de bagage weer op de mtoren gebonden, motorkleding aan en wachten … Wel erg warm trouwens, al die mensen beneden en draaiende motoren van de voertuigen.

Als laatste mogen wij het schip verlaten. Haventerrein afgereden. Griekenland: daar zijn we dan! We draaien ons nog eenmaal om, om de boot te zien. Die is al weer vertrokken, echt supersnel.

Griekenland is voor ons een land dat we door moeten om gevoelsmatig het begin van de reis te bereiken:Azie.

Griekenland is dus vooral snelweg rijden. Ik associeer Griekenland altijd met zon en hitte.

Fout.

Griekenland is begin april een combinatie van kou, regen, laaghangende bewolking en heel harde, ijskoude wind. En heel veel tolpoortjes. Lekker ouderwets. Waar medewerkers in een hokje zitten om van ons per persoon 80 cent te vangen. Voor lange stukken wordt wel eens een bedrag van boven de euro gevraagd. En voor ons is dat elke keer de handschoenen uitdoen, tas openen, portemonnee pakken, centje geven, mintje terug, portemonnee opbergen, tas dicht, handschoenen aan [inmiddels natte handen, gaat erg stroef] en weer door.

Na een dag rijden zijn we op zoek gegaan naar een camping. Die zijn er wel, maar in april nog niet open. Uiteindelijk hebben we onze tentjes opgeslagen aan de Egeische zee. We hebben overnacht net buiten het stadje Kavala Een rustig kabbelende branding. Prachtig.

Op het strand waren we echter niet de enigen. Er waren nogal wat loslopende zwerfhonden die het strandleven ook bijzonder leken te waarderen. Na een paar goede gesprekken met de leader of the pack mochten we een nachtje blijven. Af en toe kwamen ze nog wel even langs om te kijken of we er goed bij lagen. Gaf een prettig gevoel; vooral omdat we gevaccinerd zijn tegen hondsdolheid.
Met wat blaffende honden en de branding op de achtergrond vielen we in onze tentjes in slaap.