Dag 66 6 juni – Een korte reisdag

We staan op en hebben met elkaar ontbijt. De lucht boven de pas is grijs, donker en dreigend. Maar er valt nog geen regen of andere neerslag. Na het ontbijt ruimen we alvast de tenten op. Lobke slaapt niet in een tent maar onder een tarp. Een soort tentdoek dat ze spant boven haar slaapplaats. Ze slaapt weer op een zeil in een goretex bivak zak. Uiteindelijk lijkt ze er niet hee veel volume en/of gewicht mee te besparen, maar ze slaapt wel echt buiten. Haar tent heeft ze een poosje geleden opgestuurd naar NL.

Nadat het meeste is opgeruimd, krjgen we nog een heerlijke kop koffie aangeboden. Deze keer wordt de Ethiopische koffie gezet met een beetje kaneel erbij. Als tropische verrassing deelde Lobke ook nog eens chocolade met ons. Wat een feest …

In de tusentijd is het wel gaan regenen. Het weer ziet er dreigend en donker uit: nog geen tijd om te vertrekken en je op een glibberige berg nat te laten regenen. Of erger: uitglijden met de motor.

We spannen de tarp van Lobke boven onze zitplaatsen. Zo houden we het nog even droog. We besluiten, als het weer het toelaat, met elkaar naar beneden te rijden. Het dal in. Daar gaan we vervolgens richting een guesthouse of hostel. We zien wel.

Na een uurtje is het droog en ziet het eruit alsof het niet meteen weer gaat regenen of sneeuwen. We ruimen onze spullen op, bepakken de motoren en vertrekken. De weg naar het dal is goed te doen. Niet te glibberig of glad. Veilig bereiken we de gewone weg. We rijden door naar het plaatsje Kazarman. Bij elkaar een korte rit van enkele uurtjes. Daar pakken we een guesthouse dat een goede referentie heeft. We nemen drie kamertjes. Roel en Marco nemen samen een kamer. Erik heeft een kamer voor zichzelf [en zijn gesnurk] en Lobke heeft een eigen kamer.

Als we in het dorp zijn, zien we dat de bergen rondom ons allemaal dik in de wolken zitten. En dat het daar vermoedelijk flink regent. Wij zitten in een soort van oog van de storm: het is warm genoeg, droog en soms een zonnetje. We besluiten zelfs een wasje te doen. Wassen zelf is geen punt; de vraag is altijd of je het voor de volgende ochtend weer droog hebt. Maar zo goed is het weer: we doen de was.

We besluiten weer metz’n vieren te eten. Voor de verandering geen eenpansmaaltijd. Lobke heeft meerdere pannen, een tas met kruiden en uiteraard een brander. Dus maken een lekkere maaltijd met pasta, paprika’s, erwten, boontjes, olijven en wat groene kruiden.

Terwijl we lekker zitten te eten, komt er een groepje Kiwi’s binnen. Vier mannen uit Nw Zeeland. Lekker met elkaar onderweg. Motoren gehuurd en nu een beetje door het land crossen. Net als wij. Nadat we elkaar brommertjes hebben bekeken, gereden routes hebben besproken, plannen hebben doorgenomen en andere wederwaardigheden hebben uitgewisseld, ruimen we onze etensspulletjes op. Wij gaan nog eevn bloggen [een beetje een moetje, maar als we het niet trouw bijhouden, verliezen we grip op onze gebeurtenissen]. Lobke blogt met een andere frequentie en is de hele avond gezellig in gesprek met de Kiwi’s.