Op 23 april staan ‘s morgens op: we hebben de hele dag voor onszelf. We beginnen de dag met ontbijt in het hotel: kofffie/thee, brood, soort kaas, eieren en wat worst.
We hebben het plan opgevat om naar Bakoe te gaan. Wat spulletjes kopen voor tijdens de reis, de stad zelf bekijken, stuk van het circuit rijden, Marco wil nog uurtje zwemmen.
Spullen verzameld, motoren gestart en op naar Bakoe. Het hotel in de haven ligt op een klein uur rijden van de stad. Tijdens het rijden merkte Marco dat zijn stuur niet soepel loopt. Dat was gisteren ook al het geval en hij dacht eerst dat het aan de stuurdemper kon liggen. Toen hij echter alle standen had gehad en het vervelende gevoel van het stuur bleef, wist hij dat het ergens anders aan ligt.
Erik en Roel gevraagd mee te kijken en we komen tot de conclusie dat het wel eens een lager in het stuur kan zijn. Dit lager was twee weken voor vertrek nog vervangen. Dat zou wel heel merkwaardig zijn. Maar toch …
We rijden dus eerst naar de BMW-dealer. Op de site van BMW-motorrad gekeken waar de dealer zit. Roel heeft een andere route en straat in de GPS dan Marco. De wondere wereld van de navi’s. Eerst naar de locatie die Roel opgekregen heeft: noppes. Geen dealer en niemand die het weet. Maar we hebben nog een kans: de locatie die Marco heeft opgekregen. Daar naartoe en ook geen dealer. Gevraagd en vriendelijk te woord gestaan. De man komt er zelf niet uit en spreekt een andere jongeman aan die loopt te bellen. Deze stopt zijn telefoongesprek en zoekt voor ons de BMW-dealer op zijn telefoon op. Hij helpt ons de juiste straatnaam in de navi in te voeren.
Vol goede moed gaan we naar die locatie. Dat klinkt gemakkelijker dan het is. De stad is grotendeels afgezet vanwege de Formule 1 race komend weekend. Dat is een stratencircuit en vraagt natuurlijk veel voorbereiding. In een ons onbekende stad, rijdend door superdruk verkeer met licht anarchistische trekjes [de weg is er voor mij en niet voor een ander], met zeer veel afsluitingen is het heel moeilijk om op de juiste plek te komen. Uiteindelijk [tegen 14u] zijn we waar we willen zijn. Dat wil zeggen: de straat. Geen dealer te bekennen. Weer spreken we heel vriendelijke mensen die ons graag willen helpen. Deels in het Engels, deels met handen en voeten maken we duidelijk wat we zoeken.
Men kent geen BMW-dealer voor motoren. Iemand kent wel een zaakje dat motoren en brommers repareert. Die kan ons misschien helpen. Waar is dat dan? Druk gebarend legt men uit hoe we er kunnen komen. Geen touw aan vast te knopen, handen en voeten-spraak is dan toch net niet verfijnd genoeg. Men ziet onze radeloosheid en de man die een heel klein beetje Engel spreekt, praat even met een taxichaffeur. Die biedt via de tolk aan voor ons uit te gaan rijden. We besluiten het aanbod te accepteren en rijden eerst langs de BMW-garage. Hij spreekt met iemand in de garage en kijkt sip. Vervolgens springt hij weer in de auto en gebaart ons te volgen. En met 10 minuten zijn we in een motor/brommer workshop. De sfeer is vriendelijk en nieuwsgierig. De hoofdmonteur legt meteen zijn werk neer en spreekt met de taxichauffeur. De hoofdmonteur stelt zijn diagnose in het Azerbeidjaans en deelt ons die mede. Uh? Marco wordt gevraagd in de werkplaats achterin even mee te komen. De hoofdmonteur belt en spreekt met iemand … Vervolgens krijgt Marco de telefoon en krijg in het Engels te horen wat zijn diagnose is en dat hij ons helaas niet kan helpen. Hij heeft geen BMW-spullen. En hij raadt ons [via de tolk] aan om niet naar BMW te gaan want dat zijn erg slechte monteurs. OK, begrepen. Maar wat dan wel? Hij raadt ons aan naar een soort garage van motorrijders te gaan. Zij doen vooral Yamaha. Het zijn vaklui met liefde voor het vak en daar kunnen we veel beter geholpen worden dan bij de dealer. Dit begrijpen we nadat we nogmaals de telefoon krijgen.
Tot slot biedt hij aan [weer even bellen met de tolk] dat een van zijn mensen ons voorrijdt. De taxichauffeur stond al die tijd nog te wachten om zeker te weten dat we goed verder geholpen worden. Zowel de hoofdmonteur als de taxichauffeur willen niets voor hun diensten. De taiman vertrekt en wij volgen onze nieuwe redder in nood op zijn motor. Daar gaan we dan.
Onze rijstijl is er tot op heden eentje van zo min mogelijk aandacht trekken. We rijden altijd lagere snelheden dan toegestaan, we halen niet rechts in, rijden niet tussen de files door, etc. Alles om te voorkomen dat we op de bon worden geslingerd. Tot nu toe.
Onze redder houdt er een meer ‘actieve’ rijstijl op na. Links en rechts inhalen, even toeteren als hij zich ertussen wil wurmen, maximumsnelheden gelden niet en stoplichten zijn er hooguit ter vermaak. Wij er achter aan met dezelfde houding.
Het is al over vieren als we de workshop bereiken. Geen idee tot hoe laat ze nog open zijn. En met al dat gecross door de stad wordt het stuur van Marco slechter en slechter.
We worden zeer vriendelijk ontvangen door de mensen, waaronder Alec. Hij spreekt zeer goed Engels. ” Ga zitten, neem koffie” Onze voorrijder neemt in de tussentijd de diagnose van de vorige monteur met hem door.

Alec stelt het volgende voor. Ze openen het balhoofd en gaan de lagers bekijken. Als het niet de lagers zijn, zoeken ze verder naar de oorzaak.
Als die wel de oorzaak zijn, gaan ze zoeken naar vervangende lagers. Uit eigen voorraad of ze helpen ons de lagers in Bakoe te vinden. En uiterlijk morgenmiddag einde van de dag is de motor weer klaar. “How is that for a plan?” Prachtig plan, maar wij zijn niet in staat verder te kijken dan 20 uur vanavond, dan krijgen we bericht over de boot. Waarschijnlijk gaat die niet maar dat weten we niet zeker. Dus dit plan is aantrekkelijk maar we kunnen het helaas niet accepteren.
Laten we dan maar even gaan kijken, stelt Alec voor. De monteur begint heel vaardig de hele voorkant van de motor uit ellkaar te halen. Wiel eruit, voorvork eruit, koplamphuis eraf, stuur eraf.Uiteindelijk bereiken we de balhoofd lagers. De onderste lager is inderdaad aan vervanging toe. Het zijn echter conische lagers en Alec is er zeker van dat die in heel Bakoe niet te vinden zijn.
De monteur besluit de lagers te reinigen en ze weer terug te plaatsen. Marco krijgt te horen dat dit niet optimaal rijdt, maar dat het niet gevaarlijk is of wordt. Ook niet met alles wat we nog voor de boeg hebben. Een hele geruststelling. Het rijdt gewoon niet prettig maar het went wel.
De hele voorkant van de motor wordt vakkundig in elkaar gesleuteld. Lagers worden op spanning gebracht en na enkele uren sleutelen hebben ze de motor weer helemaal voor elkaar. Sluitingstijden doen ze niet aan, hier zijn een paar toeristen die weer op weg geholpen moeten worden. Wat een fantastische mensen!
Dat is eigenlijk wat we tot nu toe in alle landen hebben gemerkt. We hebben ons zeer stevig ingelezen op reisverslagen en forums. Daar staat soms de meest verschrikkelijke verhalen over mensen die beroofd en belazerd zijn. Het lastige van forums is dat je niet weet of die mensen ooit de achtertuin uit zijn gegaan. En je leest ook de meest prachtige verhalen van mensen die gewoon geholpen worden, gastvrij onthaald worden, etc. Helemaal zoals wij vandaag hebben meegemaakt.

Marco vraagt wat de reparatie kost eAlec geeft aan dat hij niet weet op welk budget wij zitten. Alles wat we kunnen missen is goed genoeg. Marco biedt een bedrag in dollars aan en Alec zegt dat dit veel te veel is. Hij stelt voor tweederde van het contant aangeboden bedrag te willen ontvangen en vraagt om een referentie op zijn site Motopro.az Uiteraard doen we dat. Tot op heden is dat helaas nog niet gelukt omat we niet over internet beschikken, maar we gaan dat beslist doen. Na nog wat vriendschappelijk heen en weer gepraat willen we weer op weg. Maar hoe kunnen we het beste die half afgesloten binnenstad door? Geen probleem. Weer biedt iemand anders aan ons even voor te rijden de stad. We willen nog wat boodschapjes doen. Geen probleem, stoppen we even onderweg.
Onze derde voorrijder van de dag, Choran, is een super vriendelijke man. En een rasechte ADHD-er achter het stuur. Linkerbaan, rechts inhalen, lekker hard, extra baantje pikken op rijbaan tegenliggers, whatever. Bedenk de overtreding en we hebben hem begaan. Roel is nog even teruggeroepen door een agent: “Mister, mister .. ” Gelukkig spreekt Roel geen Azerbeidjaans dus hij scheurt door, achter ons aan.
Cetrum Bakoe bij een dalende zon is ongelofelijk mooi. Zeer aansprekende architectuur, prachtige parken, welverzorgde gebouwen. Een geweldig decor voor de aanstaande Formule 1. En waar we ook doorheen rijden zijn natuurlijk de wijken van hen die het minder hebben. Veel afgeleefde flatgebouwen in de Sovjet architectuur. Laten we hopen dat een belangrijk deel van de olie-dollars aan verbetering van hun leefomstandigheden kunnen worden besteed.
Aangekomen bij de supermarkt spreken we onze vriend even aan op zijn rijstijl. “Geen probleem, iedereen kent mij hier”. Zoiets vermoeden we al, met zo’n rijstijl. Maar hij zegt dat hij bekend is van tv.
We doen samen met hem nog even inkopen in de buurtsuper en hij staat erop te betalen. Winkeliers mogen geen buitenlandse valuta aannemen, anders worden ze gearresteerd. Goed verhaal.
We bedanken onze voorrijder en nemen hartelijk afscheid van elkaar. Hij bood nog aan ons mee uit eten te nemen, maar dat slaan we af. Het begint al donker te worden en we moeten nog een uur rijden. En eenmaal in het hotel kunnen we pas weer onze mail checken met eventueel bericht over de boot.
En dit gaat morgen. Of we rond 8 uur niet willen slapen maar wakker willen zijn, wachtend op zjin bericht.
