Woensdag 24 april
Om half 8 wordt er op onze kamerdeur geklopt. Of er iemand even mee wil lopen, telefoon.
Eric komt terug met de boodschap. We moeten binnen 20 min op de haven zijn, Over 2 uur begint het beladen.
Snel schieten we onze motorkleding aan, pakken de tassen op en glibberen over de vette klei naar het haventerrein. Bij de haveningang worden we nog maar weer eens ingeschreven, was al een keer gebeurd dus kon redelijk snel. De beambte vraagt naar onze alcoholvoorraad. Die wordt goedgekeurd en we mogen naar het ticketbureau. Daar worden onze papieren gecheckt, moeten we weer een onooglijk papiertje met een barcode uit onze inmiddels aardige verzameling in- en uitklaringsbewijzen, visa, verzekeringsbewijzen, telefoonkaarten etc opdiepen. Dat lukt en onze contactpersoon gaat met de papieren op pad voor de tickets.

We maken contact met twee Nederlanders die met de camper naast ons staan, Jaap en Ine. We krijgen een bakkie koffie aangeboden, lekker.
Daarnaast staat een boze Duitser. Zijn kampeerwagen (lees omgebouwde truck) is als vrachtwagen ingeschreven bij binnenkomst in Azerbeidzjan wat hem nu, bij de volgende grens problemen geeft. Helemaal duidelijk is het verhaal niet. Hij schijnt terug naar de grens te moeten om de onvolkomenheid te laten herstellen…..500km……
Hij blijft achter als wij onze tickets krijgen naar de douane worden doorgestuurd. We verwachten niets van de controle, we gaan immers het land uit. Hoe anders loopt het weer als we alle tassen van de motor moeten verwijderen en door de scanner moeten halen. Heel secuur gaat het niet want na deze “opdracht” is er niemand meer die op ons let.
We mogen na paspoortcontrole het land uit en rijden over de vrijwel lege haven naar de Professor Gul, waar we direct een hoekje voor de motoren aangewezen krijgen. We moeten de zaak sjorren met eigen spanbanden. Het schip heeft schijnbaar alleen zwaar materieel.
Marco’s voorband blijkt lek. Ondanks zijn voorzorgsmaatregelen door er een vulkaniserend middel in aan te brengen werkt het niet.

Via een paar smalle steile trappen komen we bij de accommodatie aan. Een pittige doch slonzige dame wijst ons de faciliteiten. De vele vrachtwagenchauffeurs kennen het metier en worden met een sleutel doorgestuurd.
Onze vierpersoons cabin delen we met een fietsende Engelsman die in een jaar van GB naar Kirgizstan reist. Als we even later de eettafel delen blijkt hij Nederlands te spreken vanwege zijn Nederlandse vriendin.
De maaltijd is soep, kale witte rijst en een kippenpoot. Met de soep over de rijst en een fles cola erbij is het goed te doen.
Het duurt nog tot 4 uur ‘s middags voordat de trossen los gaan, het achterluik gesloten wordt en we de Kaspische zee opsteken. Buiten in het zonnetje en uit de wind is het goed te doen. Het weer lijkt vandaag eindelijk ten positieve omgeslagen en we kijken uit naar een nieuwe episode van deze reis.

