5 Mei
Rond 7 uur staan we op en om 8 uur hebben we het ontbijt. Alle spullen zitten dan al op de motor gebonden. We denderen de centrale binnenplaats uit en de traptreden af. We kopen nog wat water en proviand voor onderweg. Het wegdek is prachtig glad en de reis schiet lekker op. De temperatuur schommelt zo rond de 35 graden. Warm, maar met de rijwind erbij koelt dat lekker.

Opeens rijdt Roel weer lek. En weer die voorband. Altijd hoor je dat de voorband het spijkertje opwipt en de achterband vervolgens lek prikt. Bij ons dus blijkbaar niet … En al wisselt de voorband gemakkelijker dan de achterband (want … geen ketting), het blijft een vervelende onderbreking.

Omdat we offroad ook in mul zand rijden, hebben we een binnenband. Daarmee kunnen we met een lagere bandendruk rijden en hebben we meer grip in het mulle zand. Daar staat dus tegenover dat die band niet heel gemakkelijk met een vetertje kan worden gerepareerd, maar dat deze binnenband echt geplakt moet worden. Net als bij een fiets, maar dan wat moeizamer.
Gelukkig was de band lek ter hoogte van een afdak. Daardoor kunnen we in de schaduw werken. Dat scheelt tenminste …
Na uurtje is de band vervangen door een reserveband; de oude binnenband van Marco.
We gaan tanken en komen een stel Franse motorrijders tegen. Ook al 4 weken onderweg en wat opvalt is dat zowel de motoren als hun kleding er smetteloos uitzien. Daar kunnen we nog een voorbeeld aan nemen, stelletje zwervers zoals wij eruit zien. We besluiten: daar gaan we dus geen voorbeeld aan nemen. Zoek het even lekker uit. In de tijd dat je je motor poetst, kun je ook lekker rijden. Of een koud biertje pakken.
We maken nog wel even een praatje met ze. De navigtor van de Fransen vertelt ons dat de weg zo goed van kwaliteit blijft. Het is nog 100 km naar Buhara en dat zou ook goed asfalt moeten zijn. Zo staat het immers in zijn navi. Zijn mederijdster verzucht dat ze dat fijn vindt, want ze is al behoorlijk moe. Roel mompel nog ‘Expect the unexpected’ en vriendelijk nemen we afscheid.
Na nog geen kilometer: the unexpected. De overige 99 kilometers zijn bar en boos. Zand, enorme kuilen, stof, nog meer stof … slecht zicht in grote hitte. En verkeer dat links en rechts op de weg rijdt. Bij vertrek vanaf het tankstation rekenden we op een uurtje rijden naar het hotel. Dat blijken dik twee uur te zijn. En het zijn zeer intensieve uren en barre kilometers. Gaten, scheuren en heel veel stof. Gelukkig zijn we ervaren en rijden we heel defensief. Uiteindelijk bereiken we Buhara. We rijden de stad in en volgens de navigator zijn we op zo’n 700 meter van het beoogde hotel. Als … Roel weer een lekke band heeft. Een lekke voorband.

We wisselen enige krachttermen uit en verwensen de voorband. Niet dat het helpt, maar het is het minste wat we kunnen doen. Er zit niets anders op dan de band te repareren. Doorrijden zou betekenen dat we zowel binnenband als buitenband aan gort rijden. En dan hebben we een echt probleem: banden zijn hier niet zo maar voor handen.
Dus gaan we weer plakken … Midden op een zeer druk kruispunt bij een plek waar om de 5 minuten een busje stopt om mensen in en uit te laten stappen.
Aanspraak genoeg dus, maar liever nu even niet. Zo werkt dat niet, dus bij de meeste mannen spelen we het volgende riedeltje af. Hoe hard de motor rijdt [dat is nou echt een domme vraag bij een motor met een lekke band], hoeveel cilinders, wat hij kost, waar we vandaan komen, Amsterdan en ajax scanderend en enkele voetballers noemen. Erik en Roel zetten zich aan deze nieuwe taakstraf.
Marco rijdt vooruit om het hotel te zoeken en te reserveren. Het vooruitzicht om moe, bezweet en gefrustreerd aan te komen in een hotel dat vol is, zou teveel voor ons zijn. En het is nu al rond 19u, enige haast is geboden. Na 20 minuten komt Marco terug: plek gereserveerd! Een bed voor de nacht is in ieder geval geregeld. Roel en Erik zijn bijna klaar, ondersteund door de vele locals die maar blijven vragen. Overigens stellen alleen mannen vragen aan ons.
Het is inmiddels al donker als we bij het hotel aankomen. We checken in en willen nog wat eten. We worden verwezen naar het restaurant 20m verderop. Dat is gelukkig open. Het is Ramadan, maar de zon is al onder. Dat betekent dat de Ramadan geen parten zou moeten spelen.
We vragen om de kaart en die krijgen we. Ziet er goed uit, volop keuze. We maken een keuze en dan kijkt de gastheer wat benauwd. Hij belt en geeft de telefoon aan Erik. Vanwege de Ramadan is het wat lastig om eten voor ons te bereiden. Er is slechts 1 gerecht dat geleverd kan worden.
????
Of het is Ramandan en er kan niet gegeten worden, of het restaurant is open … Zegt onze Hollandse logica. Niet dus. Dat wordt eten wat de pot schaft. Niet bijzonder en ook niet bijzonder slecht. Na het eten snel terug naar het hotel. Opfrissen en slapen.
