Dag 37, 8 mei Van wegomlegging tot kelderbier

Het rumoer van de vogels doet ons tijdig ontwaken. We pakken op na een ontbijt en gaan eerst zaken doen in Navoi. Een stukje van 30 km. 3 boodschappen. Band weer laten herstellen, inkopen doen voor lunch en avond, geld wisselen.

Na enig zoeken een bandenspecialist kunnen. Die klaart de zaak vakkundig waarbij Marco een scherpe blik houdt over de procedure zodat we daar lering uit kunnen trekken.

Bandenspecialist doet even snel een schoon t-shirt aan voor hij (en zijn vrienden) met ons op de foto gaat. Vuile kleren. Dacht het niet!

Na voor de zoveelste keer verteld te hebben wat de topsnelheid van de motoren is (blijkbaar héél belangrijk) zoeken we een bank om geld te wisselen. Na enig zoeken is die ook gevonden. Ook bij banken moet je blijven opletten dat je niet te weinig krijgt. Ze geven je gewoon je wisselgeld en lopen dan weg. Te weinig in ons geval. Dan begint het grote negeren. Beetje roepen en dan betrek je de dame er weer bij. Nog twee keer tellen. Hele bedrag weer mee, en weer terug. Uiteindelijk gaat het maar over een paar duizend Uzbeekse SOM, een dollar of wat maar toch.



Benzine is een echt lastige. Heel Uzbekistan rijdt op propaan of methaan. Onze motoren rijden standaard op normale of superbenzine, resp 95 en 98 octaan. Hier is de standaard 91 oct terwijl men adverteert met 95 die er vervolgens niet blijkt te zijn. We hebben al 80 getankt maar daar wordt Erik’s Husky niet blij van. De BMW’s doen het wel maar met een klap minder vermogen.

Goed zoeken dus en dat kost tijd en kilometers soms. Hebben we eindelijk de moed opgegeven om 95 te bemachtigen en tanken we 91. Alleen is men daar weer niet genegen om de extra brandstofzakken die we steeds meevoeren te vullen om onduidelijke redenen. Als we uiteindelijk een pomp vinden die dat wel wil is het 1300u en zijn we een beetje kribbig van de hitte. 

We hebben besloten om niet rechtstreeks naar Samarkand te rijden maar een omweg en een wat rustigere route te nemen. Als we voor een wegwijzer staan die zegt dat de weg opgebroken is twijfelen we. Achteropkomend verkeer gebaart enthousiast echter dat we door kunnen rijden. Enigszins op goed geluk blazen we door. We zien wel, terug kan altijd. 

 30km verder gaat asfalt over in resp slecht en zeer slecht asfalt en dan in gravel. Nog 10 km verder komen de werkploeg tegen. Niemand die gek opkijkt, alleen zwaaiende en duim opstekende kerels die het alleen maar mooi lijken te vinden als we langsrijden. Dan weer zand, dan weer vers, nog zacht asfalt. Meer duimen omhoog. Lachen.

Al we de “opbreking” voorbij zijn kijken we elkaar lachend aan als we de vergelijking met Nederland trekken. 

Dan sturen we nog twee uur over oneindig rechte wegen in de bloedhitte naar onze beoogd eindpunt. Een stuwmeertje dat ook leeg zou kunnen zijn. De riviertjes in deze omgeving zijn in ieder geval verdroogd.

Op het kruispunt waar we afslaan helpen we nog een Uzbeekse collega motorrijder aan een liter benzine, meer hoeft hij niet. Als we vragen of en bier in het dorp te krijgen is antwoord hij bevestigend.

In de enige winkel is verder geen klandizie. Op de vraag ‘Piva’ (bier)? Komen er onder een omgekeerde doos wat glazen flessen tevoorschijn. We vragen grote plastic flessen. Het vloerkleed  krijgt een zwiep, luik wordt geopend en de mevrouw duikt in een kelder in. Met de gevraagde 3 flessen van een liter komt ze weer boven. Zo gaat dat hier……

Het stuwmeertje is vol en we maken kamp. Roel zoekt middels ‘inliggen’ (een oude kampeertruc) uit of de plek geschikt is. Dat duurt ongeveer 20 minuten…….. Marco en Erik twijfelen aan deze vermeende truc……..

‘Inliggen’

Snel na het opzetten van de tent liggen we in het verkoelende water en wassen het stof van ons lijf. Het bier ligt in de beek op temperatuur te komen.

Crocs on the move

Na het eten met een goed glas bier genieten we van de stilte en het vallen van de nacht. Roel slaapt in alleen een binnentent, bij Erik en Marco blijft de tent open om een beetje frisse lucht te pakken. Een herder jaagt fluitend achter zijn kudde aan.

De nacht is broeierig, de hemel vol sterren.