Het prachtige maar erg drukke Samarkand laten we achter ons. We laten nog een binnenband plakken zodat we alle reservebanden weer gereed hebben. Terwijl Erik en Roel bij de bandenspecialist toekijken wordt Marco aangesproken en uitgenodigd bij de buurman, restauranteigenaar. Hij krijgt uitleg over de bereiding van Plov, hét nationale gerecht. Ook wordt hem wat hash aangeboden, wat hij vriendelijk doch resoluut afslaat.
Het is al weer snel heet. Zodra we de stad uit zijn doemen in de verte de eerste bergen op. Sneeuw is nog volop aanwezig, het uitzicht is prachtig. De veertig vlakke kilometers naar de grens leggen we vlot af. Snel worden we aan de Uzbeekse zijde door het proces geloodst. Vier loketten af, valt best mee. Een douanier vraagt Erik nog naar de inhoud van zijn tassen maar verder vinden ze het wel best. Hartelijk uitgezwaaid rijden we door naar de Tadjiekse kant. In het kantoor worden ons een stoel aangeboden en vervolgens wordt er flink gekopieerd, gestempeld en het één ander in de computer gezet. Een klein uur later zijn we gedrieën en onze motoren ingeklaard en ready to go.
Direct valt ons op dat hier weer verschillende automerken rondrijden. 90 % van de Uzbeken rijdt namelijk in een Chevrolet. Die zijn goedkoop doordat ze lokaal worden geproduceerd, zo wordt de staatskas lekker gespekt. Je mag wel een ander merk rijden maar dat kost je dan een flinke duit aan belastingen. Gevolg: een landelijk wagenpark met voornamelijk witte Chevrolets in alle maten en soorten.
Hier in Tadjikistan rijdt weer van alles, Lada, Mercedes, Toyota’s.
In het eerstvolgende dorp genieten we van een heerlijke lunch, wisselen we de overgebleven Uzbeekse Som in voor Tajiekse Somoni, niet bij de bank (die wil ze niet) maar op de markt. Vooruit maar. We regelen allemaal een simkaart, incl installatie en we schaffen nog wat levensmiddelen aan. Op de markt voel je direct een andere sfeer dan in het toeristische Samarkand. Hier ziet men weinig toeristen. Opvallend is de openheid van de vrouwelijke verkopers. Ze maken een hoop lol met ons. Marco wordt ten huwelijk gevraagd door Katja, als hij even later bij haar buurvrouw koekjes koopt wordt hem dat niet in dank afgenomen. Het gaat onder luid gelach en we hebben allemaal plezier. Roel wordt nog betast aangezien hij er zo breed uitziet, nog meer gelach als blijkt dat hij zijn bodyprotector onder zijn shirt aan heeft.
We hebben een kampeerplek in de GPS gezet bij een schijnbaar mooi bergmeer. De rit er naar toe gaat over een gravelweg en hier en daar is het uitkijken op de gladde stenen. De weg slingert zich in een aantal haarspeldbochten omhoog. Er liggen zeven meren achter elkaar, enige bewoning ertussen maar druk is het allerminst. Het eerste meer is kristalhelder, bijna ongelofelijk.

Als we stoffig en wel bij meer drie aankomen vinden we snel een paar vlakke plekjes voor onze tenten. De vallei is smal en de rotswanden steken steil omhoog.
Snel staat er een herder bij ons die graag een half litertje benzine wil voor zijn motor, dan kan hij weer in zijn dorp komen. We hevelen een litertje over in een gevonden waterfles en hij gaat blij op pad.

100 meter verder staat een Nederlandse camper, we herkennen de auto van Jaap en Ine die we ontmoet hebben bij de ferry van Bakoe naar Aktau. Toevallig. Als even later een Landrover arriveert blijkt het een Frans stel dat Jaap en Ine als lifters had meegenomen. We raken aan de praat, Mathieu en Aghate nodigen ons uit om de voorraad Uzbeekse wijn te proeven en al snel hebben we met zijn zevenen een gezellig samenzijn.
Als het duister in gaat vallen gaat we uiteen om te eten. Door het ontbreken van iedere vorm van omgevingslicht openbaart zich snel een prachtige sterrenhemel.

De zoveelste prachtplek. Het contrast tussen het overvolle Samarkand en deze heerlijk rustige kampeerplek kan niet groter. We laven ons nog aan een grote fles bier en duiken rond 9 uur de slaapzak in.
Opstaan in het overvolle Samarkand en inslapen aan het stilste bergmeer, de wereld van verschil.

