Dag 44, 15 mei Afghanistan in zicht

Het ontbijt bestaat uit de resten Lagman van gisteravond. Dan pakken we de boel op, nemen afscheid van onze host en onze Russische motorvriend en rijden Dushanbe uit.

Het landschap is glooiend met volop groen grasland. Opvallend veel herders met kuddes geiten en koeien die stofwolken opwerpen.

De houding van de bevolking in dit gebied is toch net even anders als dat we tot nu toe gewend zijn. Ze lijken minder spontaan op onze aanwezigheid te reageren. Het voelt niet fijn. Tadjikistan is decennia geteisterd door onderlinge etnische strijd. Niet onlogisch dat die verschillen nog goed te bemerken zijn.

We komen steeds dichter bij de grens met Afghanistan. Er is ineens meer militaire activiteit en we rijden tegen een checkpoint aan. Onze paspoorten en visa worden vluchtig gecheckt. De militairen hebben meer oog voor onze motoren. Maken selfies, willen op de motor zitten en zijn blijkbaar blij dat er eens iets gebeurd.

Aan het eind van de middag rijden we langs de grensrivier die Afghanistan en Tadjikistan scheidt. De meer dan 4000m hoge besneeuwde Afghaanse bergtoppen zijn imposant en bieden ons een prachtig aanzicht. We hebben voor het goede iets te lang doorgereden en raken vermoeid. 

We zoeken een kampeerplek langs een in onbruik geraakte weg. Even langs wat hindernissen, wat grote losse keien over en we kunnen de motoren en tenten buiten het zich van de hoofdweg kwijt.

Met een prachtig uitzicht en in de ondergaande zon maken we onze avondmaaltijd. We kijken naar de schaars verlichte Afghaanse dorpjes aan de overkant. Langzaam verdwijnt het zonlicht en nemen maan en sterren haar taak over. Dit sprookjesachtig beeld blijft op ons netvlies hangen als we vermoeid de slaapzak in duiken.