Dag 47, 18 mei Een dag van uitersten

We staan op, samen met de andere tijdelijke bewoners van deze plek. We besluiten een stuk de Bartang vallei in te rijden tot we niet meer verder kunnen of willen. Niet meer verder kunnen omdat we voldoende brandstof over moeten houden om een tankstation te kunnen bereiken. We nemen afscheid van Mathieu en Agathe en groeten ‘tot de volgende keer’. Zij nemen de richting van de Pamir Highway via Khorog. We nemen ook afscheid van de Nederlandse stelletjes en wij vertrekken dieper de Bartang Vallei in.

Het is een kiezel/zandpad en dat is voor ons op de motor een prettige ondergrond. Geen kapot asfalt met diepe gaten en scherpe randen. Maar glooiende ondergronden waar we met een redelijke snelheid over kunnen rijden en tegelijkertijd van de omgeving kunnen genieten. We komen aan in het dorpje Siponj. We stoppen en worden onmiddellijk omringd door scholieren, mannen en een enkele vrouw. Sommigen spreken redelijk goed Engels: hoera voor ons.

Een klein bergdorpje waar we zouden moeten kunnen tanken. Misschien. Dit is een van die plekjes waar vooraf niet bekend is of er brandstof te koop is. We hebben geluk: er is 15 liter benzine te koop. Dat zit dan in een oude, bestofte jerrycan van een van de bewoners. Hoe oud en van welk octaangehalte: we krijgen op alle vragen heel wenselijke antwoorden. Helpt niks aan: we kopen het wel of niet.

We kopen het en elke motor neemt nog 5 liter benzine. We hebben een filter bij ons die alle meuk van de benzine kan scheiden: zand, water, etc. Er blijft uiteindelijk wel een laagje vloeistof in het filter staan. Het enige wat we zeker weten: dit is geen brandstof. We nemen op lokale wijze afscheid van deze vloeistof. Met deze benzine betekent het dat we vandaag eigenlijk zo ver kunnen rijden als we willen. Als we nou ook nog wat pasta of brood kunnen kopen …

Marco loopt naar een van de mannen waar hij voor het tanken mee heeft gekletst en probeert uit te leggen wat de bedoeling is. Deze jongeman loopt naar een ander die het dorp inholt. Hij komt terug met lege handen. Jammer. De Engelssprekende jongeman gebaart Marco even te wachten en gaat zelf op onderzoek uit. Komt ook met lege handen terug en zegt dan dat we hem moeten volgen. Uiteindelijk komen we na 150m aan bij zijn huis, waar hij samen met vader en moeder woont. We worden binnen uitgenodigd en ook vader blijkt Engels te kunnen spreken.

Opa was een belangrijke communist in dit dorp
Eetkamer, zitkamer, slaapkamer

Er wordt thee gezet, koekjes komen op tafel en een bord met zongedroogd fruit. We zitten in de kamer met vader. Zoonlief en moeder lopen druk heen en weer tussen de achtergelegen keuken en ‘buiten’. We laten het hele gebeuren zeer nieuwsgierig over ons heenkomen, terwijl de vader met ons spreekt over Europa, de overheersing door Rusland, het huidige vrije Tadjikistan, de vrije markt economie, de grote werkeloosheid in de dorpen, etc. Er komt brood op tafel, meer koek, snoepjes, oploskoffie, een schaal met ingemaakte kersen. Al drinkend en kletsend komt er ook pasta op tafel, met een schaal vers gesneden bieslook. En dat alles in een gezin waar twee broers in Moskou werken en een dochter in Dushanbe. Ze komen eenmaal per jaar naar huis als ze vakantie hebben. Voor het overige wordt er gewerkt. De kinderen hebben allemaal een hoge opleiding. De dochter is journaliste maar werkt nu in een supermarkt, de zoon die thuis is is ingenieur. Maar het is heel moeilijk om werk te vinden. De zoon die thuis is heeft de opdracht zoveel mogelijk talen te leren en mee te helpen met de bouw van een nieuw huis. Dat moet straks het guesthouse worden waar toeristen kunnen verblijven. De zoon moet de gasten dan te woord kunnen staan. En in de tussentijd bouwen vader en zoon in de achtertuin een joekel van een nieuw huis.

Vader en zoon

Al pratend en etend wordt het moeilijk te weten wanneer je de gasteheer voldoende respect betuigt door voldoende te eten. En je tegelijkertijd niet te veel wilt eten, gezien het gegeven dat de mensen in behoorlijke armoede leven. Op de een of andere manier lost zich dat toch weer op omdat het gesprek op het nieuwe huis komt.

De gastheer biedt aan het nieuwe huis te bekijken en daar gaan we om meerdere redenen gretig op in. Het huis staat in de tuin en is een groot, traditioneel gebouwd huis in wording. Muren staan gewoon op de grond en worden met stenen uit de rivierbedding op elkaar gestapeld en gemetseld. Het wordt een groot huis met daarin een ruimte die als guesthouse kan dienen. Een prachtig ontwerp dat met een paar maanden klaar zou moeten zijn. En dat we van harte welkom zijn om voor weken of maanden voor niets gebruik te maken van het guesthouse.

Na het huis, de auto, zijn motor en de moestuin te hebben gezien en bewonderd, nemen we afscheid van elkaar. We wisselen telefoonnummers uit om via de whatsapp met elkaar in contact te kunnen blijven. We verzinnen ook nog snel een list om geld te geven voor de overvloedige lunch. Vervolgens vertrekken we richting Bartang vallei.

De zon schijnt, buikjes en tankjes volledig afgeladen. Enthousiast gaan we op pad; nu kunnen we zien hoe ver we de vallei in kunnen. En weten we ook dat we veilig weer naar het volgende tankstation kunnen rijden.

Totdat Roel na 10 minuten een lekke band heeft. Weer die voorband. Fikse domper op de stemming. Maar goed, sippen heeft geen zin dus de band wordt gewisseld. Meteen van meerdere kanten mensen die geinteresseerd naar het wisselen van een band kijken. In een recordtempo zit de reserve binnenband er weer in. Het plakken van het lek doen we later wel; ‘t is nu hardstikke warm en we willen door. Spullen opruimen, wiel terug in de voorvork en pssssssss … Band weer leeg. In een seconde helemaal leeg. Dat is een heel slecht teken.

Het wordt even moeilijk om de goede moed te bewaren. Maar op deze manier reizen heeft een vrij duidelijk uitgangspunt: als je het niet zelf oplost, blijft het probleem bestaan. Niet janken maar doorpakken.

Band eraf, binnenband eruit. Binnenband gescheurd. Einde band, niet meer te plakken. De nog lekke binnenband [degene die als eerste lek ging] moet nu geplakt worden, anders komen we hier niet weg. Band wordt geplakt. We hebben nu alleen nog twee reserve achterbanden en geen reserve voorband meer. Zeer spannend. Als nu een voorband scheurt, hebben we een probleem dat we niet zelf meer kunnen oplossen. Minitieus en zorgvuldig plakken we de binnenband. We plaatsen de band heel voorzichtig terug. Spullen opgeruimd, motoren gestart en rechtsomkeert terug naar de grote weg. Dat is nog wel een uur rijden voordat we deze bereiken. Langzaam en voorzichtig rijden we richting uitgang vallei. Totdat na een half uur rijden de voorband van Roel weer lek gaat. Ook hier geldt: als we het niet zelf oplossen …

We vloeken allemaal binnensmonds en gaan aan de slag. Opeens stopt een grote landcruiser achter ons. Toch iets van hulp? Al is het maar een bemoedigend woord, dat zou al helpen. We voelen ons nu wel even heel zielig.

Drie Aziatische mensen stappen uit, waarvan twee met een camera in de aanslag. “Waar komen jullie vandaan? Wat is er aan de hand? Wat zijn jullie aan het doen?” Deze vragen worden gesteld door de man zonder camera terwijl de beide anderen alles zo goed mogelijk registreren. Soms tot op 15 centimeter van onze gezichten of van het werk wat we doen. We vinden het super onbeschoft.Marco pakt zijn fototoestel en begint de beide cameramensen te fotograferen. Ook van heel dicht bij. De mannen schrikken wat terug: Waarom doe je dat? Zonder antwoord te geven gaat Marco nog even door maar het heeft geen effect. Ze filmen gewoon door en stellen stomme vragen. Als Marco naar zijn motor loopt om gereedschap te pakken vraagt een van de mannen: geef even een beschrijving van de motor. Marco zegt dat hij wel wat beters te doen heeft en vervolgt zijn werk. Roel zegt: als jullie dit op youtube plaatsen, krijgen we $100 van jullie. De Koreanen lachen schaapachtig en blijven heel opdringerig filmen wat we doen, totdat we echt helemaal klaar zijn en vertrekken.

Wat kunnen culturen toch verschillen …

We rijden heel voorzichtig

Heel voorzichtig rijden we de vallei uit. Aan het einde van de vallei begint het slechte weer: donkere wolken pakken samen.

We trekken de regenkleding aan en rijden door. Aan het einde van de vallei slaan we linksaf richting Khorog, op advies van Aziz die we in de tussentijd even gebeld hebben. Dat is een redelijk grote plaats waar de kans op het vinden van binnenbanden het grootst is. Een binnenband die nu scheurt betekent het einde van de reis, totdat we nieuwe binnenbanden hebben gevonden.

Heel voorzichtig rijden we door, oneffenheden in de weg zo veel mogelijk vermijdend. In plaats van drie kwartier rijden we er nu ruim anderhalf uur over. Het dreigende noodweer blijft gelukkig op zijn plek hangen terwijl wij naar Khorog reizen. Tegen half acht ‘s avonds komen in de plaats aan. We zoeken naar Moto Peppers Guesthouse. Dat valt nog niet mee. Het is inmiddels donker. We zijn na een half uur vermoedelijk in de buurt, maar niet te vinden.

Wat opgeschoten jongens komen op het lawaai van de motoren af. We geven aan wat we zoeken en ze wijzen dat we terug moeten gaan. We zitten verkeerd. Vertwijfeld blijven we staan. Dat we verkeerd zijn weten we al, maar wat nu? Een van de jongens is met de fiets en gebaart ons te volgen. Dat doen we dan maar en het knaapje fietst zich een ongeluk de helling op. Na 150 meter duikt hij een onverlichte zijstraat in, rijdt enkele tuinen door en stopt opeens. “Hier is het [maar dan in het Pamirs]. Er komt iemand naar buiten, onze gids zegt iets tegen de man en maakt zich uit de voeten voordat we hem hartelijk kunnen bedanken. De jeugd van tegenwoordig … Veel beter dan wij vroeger waren.

We settelen ons in het guesthouse en tegen 9 uur brengen ze ons nog een eenvoudige maar heerlijke maaltijd. Afgedraaid en moe van de spanning en de inspanning duiken we ons bed in. Beetje kinky misschien, maar we dromen alledrie van binnenbanden. 21 inch.