30 April
We verlaten ons hotel zonder ontbijt. De kans dat we überhaupt iets van ontbijt zouden krijgen leek ons al zeer gering. We doen maar geen poging. Slechts de nachtwaker is aanwezig, hij heeft zijn dienst erop zitten als wij de frisse ochtend in rijden.
Deze dag staat in het teken van de grensovergang Kazachstan-Oezbekistan, naar gelang de tijd dat de formaliteiten in beslag gaan nemen daarvan kijken we hoe ver we komen vandaag.
Eerst tanken. Das nog niet zo eenvoudig. Je moet namelijk betalen voordat je mag tanken. De mevrouw achter de kassa begrijpt niet wat we willen, of wil het niet begrijpen. Afijn, dan begint het grote negeren. Totdat anderen er zich mee gaan bemoeien en het steeds onduidelijker wordt. Als dan ook nog een bediende besluit onze motoren alvast te gaan loopt het helemaal spaak. De baas komt erbij en alles wordt uiteindelijk geregeld. Maar dan ben je wel een half uurtje verder.
Dan nog even boodschappen doen, water, brood en wat blikken. En op naar de grens.
Van de verschillende fora en andere informatiebronnen wisten we al dat de weg naar en van deze grensovergang niet denderend is. Bumpy road is een understatement. Hoewel er wel een gladde asfaltweg in aanleg kun je daar slechts zeer beperkt gebruik van maken. Ofwel, je rijd op een zandweg die wel hard aangereden is, af en toe mag je dan een stukje asfalt op om na een kilometer er weer afgeleid te worden en over het ‘dirttrack’ verder moet. Stofwolken achter je aan opwerpend. Van kuil naar kuil.

En dat een kilometer of 80.
Het uitzicht is beperkt tot een vlakke steppe, gras en zand en een hoogspanningstraject.
We naderen de grens. Op de rechter rijbaan staat een eindeloze rij personenauto’s. Opgetast en uitpuilend van allerhande goederen. Magnetrons, fietsen, huisraad, dekens, eten. Oezbeekse kentekens. Ze Hebben hun inkopen gedaan in Kazachstan en de buit moet nu de grens over.
We sluiten, netjes als we zijn, achteraan. Als snel krijgen we uit de rij te horen dat wij (Tourist. Tourist) door moeten rijden naar voren. Na een kilometer strak aaneengesloten auto’s te zijn gepasseerd stuiten we op een gesloten poort. De aanwezige douanier/militair gebaard ons te stoppen.
We bekijken het schouwspel als zitten we in een film en proberen ons een beeld te vormen van wat hier nu eigenlijk gaande is. Een paar voetgangers, zwaar bepakt met tassen worden door een zijpoortje doorgelaten. Ook aan de andere kant komen er wat voetgangers naar de Kazachse kant. Een Engels sprekende Oezbeek komt eens poolshoogte nemen. Hij staat er al twee dagen. Het doorlaten gaat langzaam verteld hij gelaten. Of we onze motoren verkopen als we in Kirgistan zijn is zijn vraag, zijn vriend heeft wel interesse.
Als Marco eens aan de militair gaat vragen wat de procedure is mogen we ineens oprijden. De poort zwaait voor ons open en achter ons weer even hard dicht.
Bij customs moeten we ons voertuig weer uitklaren en na een paspoortcontrole zijn we in een kwartiertje door de Kazachse kant van de grens en rijden we een stukje niemandsland.
Dan staan wij ook de Oezbeekse controle, weer via het snelle toeristentraject. Volgens de overlevering is deze grens heel streng op alles wat naar medicatie riekt. Roel heeft wat meer dan gemiddeld medicijnen mee. Hij heeft dus verklaring van zijn huisarts in het Engels en het Russisch (opgesteld met hulp van een arts in het VUMC en een bevriende Ruslandkenner) en een apothekersbrief, kortom bewijsmateriaal genoeg dat dit voorgeschreven medicatie is maar of ze dat genoeg vinden? Best wel spannend want als ze drugs vermoeden moet je je er maar weer uit zien te redden.
Met enige verbazing zien we dat alle Oezbeekse auto’s tot de bodem leeg moeten, alles eruit en door de scanner. De auto’s worden ook nog vakkundig door militairen doorzocht. Nadat de goederen door de scanner zijn gegaan worden de autos weer hoog opgeladen voor het vervolg van de rit.
Uiterst voorkomend worden we door de Oezbeekse militairen opgewacht. Direct langs de weer langs de rij naar voren. In hoog tempo gaan we langs de verschillende loketten. De drugshond, een ouwe Duitse herder trekt alleen even een ooglid op wegens het geluid van de motoren. Een jonge kapitein loodst ons door het proces. Voor de vorm kijkt hij nog even in onze tassen, er hoeft niets uit, hij is vooral serieus, vriendelijk, trots en heet ons hartelijk welkom in Uzbekistan
Binnen no-time staan wij in ieder geval op Oezbeekse bodem. Zucht……..

We schaffen de verplichte verzekering aan, eten wat en gaan op pad naar het eerste benzinestation. Oezbeken rijden op gas en de beschikbaarheid van benzine is beperkt. Tanken als het kan is dus het devies.
Bij de grens is geen benzine maar volgens de GPS is een kleine 100km verderop langs de enige weg een pomp. Dus stuiteren we nog dik 2 uur door om te ontdekken dat de laatste benzine daar waarschijnlijk enige jaren geleden verkocht of verdampt is.
In een surrealistisch decor staat wel een wat vervallen hotel. De infrastructuur verraad dat dit ooit een belangrijk knooppunt moet zijn geweest. Grote parkeerplaats, een golfplaten afdak met houten banken. Alles ruim opgezet maar nu leeg en schijnbaar nutteloos geworden.
Van de mevrouw in de winkel horen we dat 125 km verder wél een pomp is. Maar we mogen ook blijven slapen. Gezien het tijdstip en het ontbreken van de de zin om verder te moeten stuiteren nemen we het aanbod aan. We krijgen met z’n drieën een slaapzaal met 8 bedden voor 6 dollar pp, incl ontbijt. Er zijn verder geen gasten. Oma brengt even later wat beddengoed. Buiten ons slaapkamerraam staan de dromedarissen in de tuin. De motoren staan veilig achter het hek.
Het cafetaria annex winkel is een bijzonderheid op zich. Het aanbod strekt naast een volledig onbegrijpelijke menukaart van kogellagers tot wc papier, waterpompen en shampoo.
Wij wijzen iets op de smoezelige kaart aan wat er eetbaar uitziet en even later wordt er op de toonbank geserveerd. We eten opgewarmde Plov, de lokale specialiteit. Gezien de grootte van de porties bestellen we nog een paar kommen soep als nagerecht. Met een paar flessen bier erbij toch weer een feestmaal!
De grensovergang was ‘smooth’, de weg naar en van de grens ‘not so smooth’.
Op tijd duiken we vermoeid in bed.





























