Dag 29 Smooth and not so smooth


30 April


We verlaten ons hotel zonder ontbijt. De kans dat we überhaupt iets van ontbijt zouden krijgen leek ons al zeer gering. We doen maar geen poging. Slechts de nachtwaker is aanwezig, hij heeft zijn dienst erop zitten als wij de frisse ochtend in rijden.

Deze dag staat in het teken van de grensovergang Kazachstan-Oezbekistan, naar gelang de tijd dat de formaliteiten in beslag gaan nemen daarvan kijken we hoe ver we komen vandaag.

Eerst tanken. Das nog niet zo eenvoudig. Je moet namelijk betalen voordat je mag tanken. De mevrouw achter de kassa begrijpt niet wat we willen, of wil het niet begrijpen. Afijn, dan begint het grote negeren. Totdat anderen er zich mee gaan bemoeien en het steeds onduidelijker wordt. Als dan ook nog een bediende besluit onze motoren alvast te gaan loopt het helemaal spaak. De baas komt erbij en alles wordt uiteindelijk geregeld. Maar dan ben je wel een half uurtje verder.

Dan nog even boodschappen doen, water, brood en wat blikken. En op naar de grens.

Van de verschillende fora en andere informatiebronnen wisten we al dat de weg naar en van deze grensovergang niet denderend is. Bumpy road is een understatement. Hoewel er wel een gladde asfaltweg in aanleg kun je daar slechts zeer beperkt gebruik van maken. Ofwel, je rijd op een zandweg die wel hard aangereden is, af en toe mag je dan een stukje asfalt op om na een kilometer er weer afgeleid te worden en over het ‘dirttrack’ verder moet. Stofwolken achter je aan opwerpend. Van kuil naar kuil.

En dat een kilometer of 80. 

Het uitzicht is beperkt tot een vlakke steppe, gras en zand en een hoogspanningstraject. 

We naderen de grens. Op de rechter rijbaan staat een eindeloze rij personenauto’s. Opgetast en uitpuilend van allerhande goederen. Magnetrons, fietsen, huisraad, dekens, eten. Oezbeekse kentekens. Ze Hebben hun inkopen gedaan in Kazachstan en de buit moet nu de grens over.

We sluiten, netjes als we zijn, achteraan. Als snel krijgen we uit de rij te horen dat wij (Tourist. Tourist) door moeten rijden naar voren. Na een kilometer strak aaneengesloten auto’s te zijn gepasseerd stuiten we op een gesloten poort. De aanwezige douanier/militair gebaard ons te stoppen. 

We bekijken het schouwspel als zitten we in een film en proberen ons een beeld te vormen van wat hier nu eigenlijk gaande is. Een paar voetgangers, zwaar bepakt met tassen worden door een zijpoortje doorgelaten. Ook aan de andere kant komen er wat voetgangers naar de Kazachse kant. Een Engels sprekende Oezbeek komt eens poolshoogte nemen. Hij staat er al twee dagen. Het doorlaten gaat langzaam verteld hij gelaten. Of we onze motoren verkopen als we in Kirgistan zijn is zijn vraag, zijn vriend heeft wel interesse.

Als Marco eens aan de militair gaat vragen wat de procedure is mogen we ineens oprijden. De poort zwaait voor ons open en achter ons weer even hard dicht.

Bij customs moeten we ons voertuig weer uitklaren en na een paspoortcontrole zijn we in een kwartiertje door de Kazachse kant van de grens en rijden we een stukje niemandsland.


Dan staan wij ook de Oezbeekse controle, weer via het snelle toeristentraject. Volgens de overlevering is deze grens heel streng op alles wat naar medicatie riekt. Roel heeft wat meer dan gemiddeld medicijnen mee. Hij heeft dus verklaring van zijn huisarts in het Engels en het Russisch (opgesteld met hulp van een arts in het VUMC en een bevriende Ruslandkenner) en een apothekersbrief, kortom bewijsmateriaal genoeg dat dit voorgeschreven medicatie is maar of ze dat genoeg vinden? Best wel spannend want als ze drugs vermoeden moet je je er maar weer uit zien te redden.

Met enige verbazing zien we dat alle Oezbeekse auto’s tot de bodem leeg moeten, alles eruit en door de scanner. De auto’s worden ook nog vakkundig door militairen doorzocht. Nadat de goederen door de scanner zijn gegaan worden de autos weer hoog opgeladen voor het vervolg van de rit.

Uiterst voorkomend worden we door de Oezbeekse militairen opgewacht. Direct langs de weer langs de rij naar voren. In hoog tempo gaan we langs de verschillende loketten. De drugshond, een ouwe Duitse herder trekt alleen even een ooglid op wegens het geluid van de motoren. Een jonge kapitein loodst ons door het proces. Voor de vorm kijkt hij nog even in onze tassen, er hoeft niets uit, hij is vooral serieus, vriendelijk, trots en heet ons hartelijk welkom in Uzbekistan

Binnen no-time staan wij in ieder geval op Oezbeekse bodem. Zucht……..

Voet op Oezbeekse bodem, de grens gezien vanuit Oezbekistan.

We schaffen de verplichte verzekering aan, eten wat en gaan op pad naar het eerste benzinestation. Oezbeken rijden op gas en de beschikbaarheid van benzine is beperkt. Tanken als het kan is dus het devies.

Bij de grens is geen benzine maar volgens de GPS is een kleine 100km verderop langs de enige weg een pomp. Dus stuiteren we nog dik 2 uur door om te ontdekken dat de laatste benzine daar waarschijnlijk enige jaren geleden verkocht of verdampt is.

In een surrealistisch decor staat wel een wat vervallen hotel. De infrastructuur verraad dat dit ooit een belangrijk knooppunt moet zijn geweest. Grote parkeerplaats, een golfplaten afdak met houten banken. Alles ruim opgezet maar nu leeg en schijnbaar nutteloos geworden.

Van de mevrouw in de winkel horen we dat 125 km verder wél een pomp is. Maar we mogen ook blijven slapen. Gezien het tijdstip en het ontbreken van de de zin om verder te moeten stuiteren nemen we het aanbod aan. We krijgen met z’n drieën een slaapzaal met 8 bedden voor 6 dollar pp, incl ontbijt. Er zijn verder geen gasten. Oma brengt even later wat beddengoed. Buiten ons slaapkamerraam staan de dromedarissen in de tuin. De motoren staan veilig achter het hek.

Het cafetaria annex winkel is een bijzonderheid op zich. Het aanbod strekt naast een volledig onbegrijpelijke menukaart van kogellagers tot wc papier, waterpompen en shampoo. 

Wij wijzen iets op de smoezelige kaart aan wat er eetbaar uitziet en even later wordt er op de toonbank geserveerd. We eten opgewarmde Plov, de lokale specialiteit. Gezien de grootte van de porties bestellen we nog een paar kommen soep als nagerecht. Met een paar flessen bier erbij toch weer een feestmaal!

De grensovergang was ‘smooth’, de weg naar en van de grens ‘not so smooth’.

Op tijd duiken we vermoeid in bed.

Dag 27, Tegenwind


Zondag 28 april

 Terwijl in Nederland de Koningsdagvierders hun roes uitslapen ontwaken wij aan de Uzbeekse kust. De wind is gedurende de nacht iets verminderd en we kunnen zonder dat we alles moeten borgen tegen het wegwaaien ontbijten in de ochtendzon.

Als we onze kampplaats verlaten is het doel om een stuk richting Bayneu te rijden. Het eerste deel van het traject rijden we over de harde kleipiste. Links en rechts het grote groene niets. Wel wat hoogteverschillen maar beperkt. Kuddes paarden en dromedarissen completeren het beeld van de oneindige steppe. De wind neemt weer in kracht toe.

Plots gaat de piste over in een asfaltweg. We bereiken een dorp dat op de kaart slechts een stipje is. Tot onze verbazing is dat veel groter en moderner dan verwacht. Grote scholen en dito woningen. Het ziet er allemaal uiterst modern en nieuw uit.

Begraafplaats buiten het dorp

Op asfalt gaan het verder. De wind neemt stevige vormen aan en we hangen er een beetje tegenin.

In het dorp Shetpe foerageren we. Veel water, pasta met wat ingrediënten, bier, weer voltanken met benzine en we gaan weer door. Na een kilometer of 70 tegen de wind in hangen nemen we even rust bij een P. 

Nu staat bij de Kazachse rustplaatsen steevast een betonnen autobrug, voor als je even onderhoud aan je auto wil doen onderweg, waarschijnlijk is dit een oud Kazachs gebruik.

Als we goed kijken zien we 2 fietsen staan. Onze reisgenoten van de overtocht zitten aardig uitgewoond in de schaduw van de brug bij te komen van het tegenwindse fietsen. Wij kruipen ook even uit de beukende elementen en maken een bak koffie. We wisselen ontspannen ervaringen uit.

De fietsers pakken hun boeltje weer op en gaan door. Wij rusten even lekker uit.

Even later passeren we ze weer. Gelukkig voor hun loopt de weg een stuk naar beneden maar het is allerminst een pretje om zo te moeten beulen. Respect voor deze mannen!

Tegen 1600u gaan we een plekje voor de nacht zoeken. Als we een paar ingestorte huizen een paar honderd meter van de weg af zien lijkt dat enige beschutting tegen de wind te kunnen geven. Als we er aankomen is het grote troep, veel plastic en nog meer glas. We rijden verder over een zandpad en verwijderen ons van de snelweg. Achter een heuvelrug vinden we een geschikte plek. Wel vol in de stormachtige wind maar verder oké. Als je heel goed kijkt zie nog wat trucks over de hoofdweg kruipen, we horen ze niet, te ver.

Tentje opzetten en langzaamaan neemt de wind iets af. Tijd voor een blik bier.

We koken een pastamaaltijd die we met smaak gebruiken. Langzaam gaat de zon onder. De leeuweriken kwetteren zelfs na zonsondergang door.

De wind is plots weg. We sluiten zoals gebruikelijk af met een borrel, kijken nog kort naar de indrukwekkende sterrenhemel en zoeken onze tenten op.

Borrel!

Let’s call it a day!

Dag 24 Dacht het niet

25 april

Er gaat geen wekker. We zijn trouwens ook aardig de tijd kwijt. Alle apparaten lijken op een andere tijd te staan. Is het aan boord Azerbeidzjan tijd of al Kazachstan tijd? Het ontbijt wordt in de verweerde eetzaal gebruikt, 2 gekookte eieren, boter en iets wat op honing lijkt. Thee en oud brood completeert het geheel.

Marco’s motor staat met een lekke voorband dus we gaan eens kijken of we er iets aan mogen doen. Tenslotte varen we en de motoren staan op het autodek, een plek waar je normaal tijdens de vaart niet mag komen. Bij Caspian Coast Logistics is dat echter geen enkel probleem. Er iets niets of niemand die ons tegenhoud. 

In het halfdonker en met oordoppen in (ze zijn aan het roestbakken op het dek, werkelijk oorverdovend op het autodek). Zo zoeken we een lek in de voorband. Aangezien Marco met Ride-On in zijn banden rijdt (een spulletje dat een lek dicht en gaat vulkaniseren) is het sowieso al vreemd dat de band leeg loopt, maar goed. Binnenband er uit en oppompen, geen lek te bekennen. Voor de zekerheid gaat er een nieuwe binnenband in waarmee de zaak is verholpen. Erik controleert de band nogmaals en kan niets vinden, heeft zichzelf blijkbaar toch gedicht.

Dan nog een speurtocht naar een elektrisch probleem. Na een uurtje prutsen en proberen blijkt er een aarde-verbinding niet goed te functioneren. Ook weer opgelost.

Het gerucht gaat dat de boot rond 15 uur zal gaan aanmeren. En inderdaad.

We verwachten snel van boord te kunnen maar dat valt tegen. De Kazachse immigratiedienst komt aan boord en handelt de paspoortcontrole af. Dat duurt even maar dan kunnen we als één van de eersten van boord rijden. 

Niets houdt ons tegen dus we staan snel aan het hek om het haventerrein te verlaten. Had je gedacht.

 We worden teruggestuurd want de douane wil ook nog even kijken naar onze bagage. De pech is dat er drie dagen daarvoor een toerist met drugs de douane was gepasseerd. Blamage natuurlijk dus daarom werd de controle nog maar eens verscherpt. Alle tassen leeg, drugshond erbij en dat kost tijd. Jammer dat de drugshond alleen geïnteresseerd was in de salami die in mijn zijtas zat. Maar goed. Er werd ruimhartig excuses gemaakt voor het feit dat we zo lang opgehouden waren, dat dan weer wel.

Het volgende onduidelijke station was het betalen van een klein bedrag voor het voertuig, tijdelijke import? We weten het nog niet.

Er is een goed cafetaria in het gloednieuwe gebouw waar we koffie en thee drinken. Als Erik nog even langs één van de balies loopt blijkt dat we daar ook nog een formulier met veel stempels moeten halen. Gezien de snel verstrijkende tijd eten we in het cafetaria waarna we met volle buik de haven af kunnen.

Verzekings bewijs ?

Buiten de poort staan een schimmig figuur dat ons een verplichte motorverzekering aanbiedt. Hij heeft zijn papieren voorhanden waarop we in het Russisch kunnen lezen voor welke maatschappij hij werkt en zijn legitimatie. Het douanepersoneel blijkt de man te kennen, we gaan met hem in zee. Zo gebeurd hoor. Dat duurt natuurlijk allemaal even langer zodat we pas bij duister van het terrein af rijden.

Campings zijn het in ieder geval in dit gebied niet dus het wordt een wildkampeerplek. Dat is in het donker niet eenvoudig in een woestijnlandschap. De eerste plek blijkt niet te voldoen want kort na onze aankomst komen er meerdere auto’s de parkeerplaats op. Aan de andere kant loopt een spoor dat we niet over kunnen. Geen rust dus daar.

De tweede plek is beter. Na een zandpad afgereden te hebben en achter een zandwal staan we redelijk beschut en half uit het zicht op zo’n 300 meter van de weg.

Snel staan de drie tentjes en sluiten we de dag zoals gebruikelijk met een glas wodka af. We gaan onder zeil voor een rustige nacht.

1 uur. Autogeluiden. Grote felle zaklamp schijnt door in de tenten. Blijkt na enige pogingen tot een gesprek (Russisch sprekende beveiliger) een beveiligingsdienst te zijn die het traject van een nieuw aan te leggen pijpleiding bewaakt. Na betaling van 5000 Tenge (12 euro) mogen we blijven staan. Tot 6 uur hoor! Voegt hij er aan toe, dan moeten we wegwezen. Snel liggen we weer plat. Nu kunnen we rustig doorslapen.

De volgende ochtend.

Dag 23, Weer de boot in

Woensdag 24 april

Om half 8 wordt er op onze kamerdeur geklopt. Of er iemand even mee wil lopen, telefoon.

Eric komt terug met de boodschap. We moeten binnen 20 min op de haven zijn, Over 2 uur begint het beladen.

Snel schieten we onze motorkleding aan, pakken de tassen op en glibberen over de vette klei naar het haventerrein. Bij de haveningang worden we nog maar weer eens ingeschreven, was al een keer gebeurd dus kon redelijk snel. De beambte vraagt naar onze alcoholvoorraad. Die wordt goedgekeurd en we mogen naar het ticketbureau. Daar worden onze papieren gecheckt, moeten we weer een onooglijk papiertje met een barcode uit onze inmiddels aardige verzameling in- en uitklaringsbewijzen, visa, verzekeringsbewijzen, telefoonkaarten etc opdiepen. Dat lukt en onze contactpersoon gaat met de papieren op pad voor de tickets.

Tickets ophalen

We maken contact met twee Nederlanders die met de camper naast ons staan, Jaap en Ine. We krijgen een bakkie koffie aangeboden, lekker.

Daarnaast staat een boze Duitser. Zijn kampeerwagen (lees omgebouwde truck) is als vrachtwagen ingeschreven bij binnenkomst in Azerbeidzjan wat hem nu, bij de volgende grens problemen geeft. Helemaal duidelijk is het verhaal niet. Hij schijnt terug naar de grens te moeten om de onvolkomenheid te laten herstellen…..500km……

Hij blijft achter als wij onze tickets krijgen naar de douane worden doorgestuurd. We verwachten niets van de controle, we gaan immers het land uit. Hoe anders loopt het weer als we alle tassen van de motor moeten verwijderen en door de scanner moeten halen. Heel secuur gaat het niet want na deze “opdracht” is er niemand meer die op ons let. 

We mogen na paspoortcontrole het land uit en rijden over de vrijwel lege haven naar de Professor Gul, waar we direct een hoekje voor de motoren aangewezen krijgen. We moeten de zaak sjorren met eigen spanbanden. Het schip heeft schijnbaar alleen zwaar materieel.

Marco’s voorband blijkt lek. Ondanks zijn voorzorgsmaatregelen door er een vulkaniserend middel in aan te brengen werkt het niet.

Via een paar smalle steile trappen komen we bij de accommodatie aan. Een pittige doch slonzige dame wijst ons de faciliteiten. De vele vrachtwagenchauffeurs kennen het metier en worden met een sleutel doorgestuurd.

Onze vierpersoons cabin delen we met een fietsende Engelsman die in een jaar van GB naar Kirgizstan reist. Als we even later de eettafel delen blijkt hij Nederlands te spreken vanwege zijn Nederlandse vriendin.

De maaltijd is soep, kale witte rijst en een kippenpoot. Met de soep over de rijst en een fles cola erbij is het goed te doen.

Het duurt nog tot 4 uur ‘s middags voordat de trossen los gaan, het achterluik gesloten wordt en we de Kaspische zee opsteken. Buiten in het zonnetje en uit de wind is het goed te doen. Het weer lijkt vandaag eindelijk ten positieve omgeslagen en we kijken uit naar een nieuwe episode van deze reis.

Dag 21, Cultuur en geen bocht

22 April, De nacht was lang en nat. We ontbijten en gaan dan, volledig gepakt voor de reisdag eerst naar het paleis van Shaki Khan. We worden door onze waakhonden (Schurfie 1 & Schurfie 2) uitgeblaft als we het terrein verlaten.

Aangezien we de hordes toeristen voor zijn rijden we met de motor brutaal het ommuurde complex in en parkeren pal voor het paleis. De Azeri’s vinden onze motoren sowieso al prachtig dus dat is allemaal geen probleem. Roel en Marco gaan het paleis in, ze zijn de eerste gasten dus er kan nog niet gewisseld worden en we hebben maar kleingeld voor 2……

Binnen mag niet gefotografeerd worden maar het lukt toch. De rijk beschilderde wanden en plafonds zijn een lust voor het oog. De gebrandschilderde ramen zijn schitterend. Het gebouw is niet heel groot en met de oppasser op onze hielen staan we met een minuut of 20 weer buiten.

Paleis binnen

In de stad is een grote Caravansarai, een veilige rust- en handelsplek voor handelaars en reizigers uit de tijd dat de zijderoute bloeiend was. Nu ingericht als hotel/restaurant. We krijgen goede indruk hoe het er ooit heeft uitgezien in de tijd van de handelsreizigers.

Karavanserai

Na al deze culturele overdaad drinken we nog een kop koffie en beginnen we aan de reis naar de kust.

Bakoe is het einddoel, meer specifiek de vrachtterminal van Bakoe port die zo’n 80 km zuid van de stad ligt.

Sekhi uit rijden we via een parkachtige weg in oostelijke richting. Het is nog steeds koud, koud, koud. 3 graden toe we opstonden, 6 rond de middag. Droog blijft het ook niet en richting de kust neemt de akelige wind steeds krachtigere vormen aan. De laatste 150 km zijn ronduit saai en gaan ook nog eens praktisch kaarsrechtdoor.

Eenmaal op de haven die voornamelijk voor vracht is ingericht vinden we snel het boekingskantoor van Kaspian Sea Ferries. Marco krijgt even de kans om bij te komen met een kop thee in het kleine kantoortje. Een onaangename laatste anderhalf uur zonder handvatverwarming was geen pretje, en dat is een understatement. Als we binnen met de hulpvaardige medewerker de zaken regelen klettert de regen tegen de ramen. Voorlopig hoeven we de eerste twee dagen niet op een afvaart te rekenen wegens de weersomstandigheden. We boeken een ticket, betalen en krijgen een hotel voorgesteld. Kamperen, het oorspronkelijke plan, laten we snel varen. Een taxi rijdt ons voor en we belanden in een accommodatie die lijkt opgezet voor werkers die deze nieuwe haven recent uit de grond hebben gestampt. De beheerder of eigenaar laat ons een planningsbord zien met allemaal Nederlandse namen, waarschijnlijk wordt er nog door hen hier tijdelijk gewerkt en is dit hun accommodatie. We zijn de enige gasten. We krijgen kip, patat en bier. Morgen zien we weer verder……

Dag 19 Rust bij de stukken.

20 April, We hebben besloten een dag in Lagodechi te blijven. Flink wat natte reisdagen in de benen. Tijd voor een ontspannen rustdag. We blijven net iets langer liggen en nemen alle tijd voor het ontbijt. Tijd die we ook gebruiken om via verschillende internetpagina’s op de hoogte te geraken van waar we de komende dagen in Azerbeidzjan mee te maken gaan krijgen. Waar moeten we zeker even langs en wat moeten we mijden. We maken even tijd voor een handwasje.

Wasje doen.

Het regent gestaag door. Gelukkig staan de motoren onder een ruim afdak en kunnen we dus naar hartelust onderhoud plegen. Marco’s remblokken worden vernieuwd en het balhoofdlager aangetrokken. Alle kettingen worden op de juiste spanning gezet, olie gepeild. De uitlaat van Roel’s motor wordt nog eens, maar nu nog wat steviger vastgezet. Links en rechts worden wat bouten gecontroleerd en al met al zijn we daar toch weer de hele ochtend mee bezig.

Na de lunch lopen Erik en Roel naar de supermarkt voor wat boodschappen. Het is inmiddels droog geworden. Een wandeling van een half uurtje naar beneden. De inrichting van de huizen met de ruime veranda’s verraden dat het hier warm kan zijn.

Geen versiering maar gasleidingen.

Ook zien we overal wijnranken. De streek waar we nu verblijven is bekend om haar wijn. Het dorp is verder niet bijzonder te noemen.

Dorpsstraat, ons dorp.

Langs de doorgaande weg is een kleine markt met voornamelijk verse groenten en fruit. Er is een apotheek, een ijzerhandel en een kledingzaak met alleen rubberlaarzen. Daarmee is het centrum wel zo’n beetje beschreven. Kleine stalletjes met een paar cola-flessen benzine, wat ingemaakte groentes in potten completeren het geheel.

Op de terugweg van onze in kopen nemen we een andere route. We ontdekken een vervallen hotel en een City Hall in dezelfde deplorabele toestand. In het Russisch Orthodoxe kerkje wordt een dienst gehouden. Heeft iets met Pasen te doen. De vrouwen met hoofddoek steken bossen groen in de lucht die door de priester gezegend worden met wijwater. Het water vliegt in het rond en er heerst een hilarische stemming. We zien ook nog een schaal vlees langskomen die hetzelfde lot ondergaat.

De vrouw des huizes heeft aangeboden om voor ons te koken en dat aanbod nemen we aan. Voor een paar euro inclusief wijn. Eerst moet we mee naar de wijnkelder. De heer is een wijnmaker en dat zullen we weten! Heerlijk frisse rode wordt ons voorgeschoten uit één de roestvrij stalen wijnvaten. Dan moet ook de rosé versie nog geproefd worden.

Wijnkenners, dat zie je meteen……

Gelukkig is er een Poolse gast die ons over de taalbarriere helpt. De gastheer en gastvrouw spreken Russisch….. Dan aan tafel waar we kippensoep, geroosterde aubergines, prei, gebakken aardappelen, rundvlees en kip aangeboden krijgen. Samen met twee Russische gasten genieten we van al dat heerlijks met dito wijn. Een uurtje later rollen we met volle buik en gelaafd aan de alcohol van tafel.

Dit guesthouse is echt een topper. Met een keuken op de veranda die we vrij kunnen gebruiken, prima bedden, alles lekker proper en de motoren onder een afdak. We voelen ons helemaal happy!

Dag 17 Twijfel? Geen twijfel! Met een intiem eind.

18 April, Als het niet gaat zoals je denkt

Voor deze reis zijn een aanzienlijk aantal planningsbijeenkomsten geweest. De te volgen route was steeds een flink agendapunt. Je wilt tenslotte wel langs interessante plekken en voor sommige landen is er een noodzaak tot het aanvragen van een visum. Zo kom je dan tot een reisschema.

Nu zijn er wat hobbels te nemen. 

De visumaanvraag voor Turkmenistan is er tijdig uit gegaan maar door ons onbekende oorzaak hebben we nog geen fiat om door Turkmenistan te reizen. We mailen momenteel met de Turkmeense consul in de Benelux. Blijft vooralsnog vaag.

Turkmenistan is wel een sleutelpassage als we via Iran naar het noorden willen. Het alternatief is om vanuit Iran, via Azerbeidzjan een boot vanuit Bakoe naar Uzbekistan te nemen. Vanwege vaak lange wachttijden, soms meerdere dagen, heeft dit niet onze voorkeur.

Een andere mogelijke hobbel.  Verschillende bronnen melden dat Iran haar grens dicht heeft gezet voor motoren van meer dan 250cc. Wij rijden allen op zo’n motor van meer dan 250cc……

Deze regel was ooit ingesteld doch werd niet gehandhaafd. Tot een paar dagen geleden dan…Helemaal duidelijk is het dus niet.

Mochten we geweigerd worden zit er niets anders op dan naar Azerbeidzjan te reizen en de bootoptie te kiezen. Ook dat is niet eenvoudig want de grens tussen Armenië en Azerbeidzjan is gesloten, zijn geen vrienden van elkaar.

Dat betekent dan dat we Armenië wederom volledig moet doorsteken naar Georgië. Dat betekent dat we de route die we momenteel volgen in tegengestelde richting nogmaals moeten rijden.

Nu de beslissing nemen om Iran op voorhand te laten vallen en naar Bakoe te rijden lijkt ook weer voorbarig. Mocht er achteraf van het verhaal van de ban op zwaardere motoren niets te kloppen missen we een aanzienlijk en interessant deel van de reisroute.

Maar dan. Erik checkt de ADAC website. De ADAC, toch wel een zeer vooraanstaande organisatie meldt op haar website dat Iran motoren van meer dan 250cc in de ban doet. Met ander woorden Iran moeten we laten vallen? We twijfelen nog een beetje. Maar na het telefonische contact met Hossein (www.overlandtoiran.com) is de zaak klip en klaar. Iran is 100% een NO GO!

Tijd om de alternatieven uit de kast te trekken……….

We steken noordwaarts richting de grens met Georgië. Tbilisi is ons doel. De track die we in de sneeuw reden is nu een stuk vriendelijker. Het stuk tot Vanadzor lijkt een stuk korter dan de dag ervoor. Van daaruit rijden we via een nieuwe route naar de Georgische grens. De weg is voor een gedeelte nieuw, vlot doorrijden via lekkere bochten. Weinig overig verkeer.

Dan houdt het comfort ook ineens weer op. Kuilen en laveren. Veel Russische invloed is hier zichtbaar. Deels ingestorte en in onbruik geraakte fabrieken ontsieren de omgeving. Wegwerkzaamheden zonder schijnbare activiteit. Langs een rivier rijdend lijkt het dal in het niets te eindigen. Langzaam kruipt de weg omhoog en naderen we de grens met Georgië. We tanken voor de laatste Armeense DRAM’s in de grensplaats en geven ons over aan de grillen van grenswachten. In tegenstelling tot de verwachting passeren we nu redelijk vlot de grenzen. Blijft een dingetje op de motor. Paspoort, rij- en kentekenbewijs moeten 4 keer opgediept worden. Grenspolitie en douane laten aan beide kanten hun ma ht gelden. Motor uit, helm af, handschoenen uit, papieren pakken en afgeven, wachten, wachten, papieren weer in ontvangst nemen en opbergen, helm op, handschoenen aan en even verder het riedeltje weer herhalen.

De douanier aan de Georgische kant wil alleen zijn Engels maar even oefenen lijkt het. Aan Erik en Roel vraag hij of Marco nog iets aan te geven heeft en verder wil hij weten wat we allemaal meevoeren. Hij vindt ‘t machtig interessant, lijkt onder de indruk en wenst ons een goede reis.

Dat gaat het vlot naar Tbilisi. De camping hebben we op de Garmin geprikt dus dat is ook snel gepiept. Denken we. Na een kleine twee uur en een paar stressvolle kilometers in Tbilisi-stad (spitsuur) staan we op het punt waar de camping zou zijn. Het personeel van het dierenasiel ter plaatste kijkt ons met grote vraagtekens aan. Camping? In Tbilisi? Ze helpen ons nog aan een telefoonnummer (van de alarmcentrale, doen we dus maar niet) maar daar houdt het bij op. Ook twee andere campings uit het Garmin adressenboek blijken geen kampeerterrein. Het wordt donker en we besluiten een goedkoop hotelletje te pakken. Dat serveert geen ontbijt en de kamers zijn ook per uur te boeken….. De ongeïnteresseerde medewerker overhandigt ons twee kamersleutels.

Het eveneens ongeïnteresseerde kamermeisje kijkt geobsedeerd op haar telefoon terwijl de iets te luide televisie geluid de kille ruimte in pompt. Tegen middernacht sterven de intieme en minder intieme geluiden die de dunne muren eenvoudig passeren uit.