Dag 72, 12 juni Een motor gedoopt

We staan netjes op tijd op en hebben ontbijt. Tijdens deze maaltijd besluiten we om nog een dagje te blijven en even niks te doen. Gewoon lekker beetje rusten.

Dat geeft Marco de ruimte even naar zijn ketting te kijken. Een paar dagen geleden kwam er een raar geluid uit het motorblok. Schakelde de motor wel goed maar pakte het vermogen niet op. D’r was wat raars maar niet meteen te duiden. Tot hij eens naar zijn ketting keek. Die liep wat raar. En bij de beschermkap zat een stuk steen dat naar buiten was geslagen.
Dat stuk steen heeft een poosje voor het tandwiel gezeten en wat tandjes kapot gemaakt. Daardoor loopt de ketting niet meer normaal over het tandwiel.

Gelukkig heeft Marco nog een ander tandwiel bij zich. Vraag niet waarom want dit is geen normaal reserve onderdeel. Maar goed, het andere tandwiel is er wel; nu alleen nog even vervangen.

Het tandwiel gaat er niet zo maar uit; een stuk achterbrug zit in de weg. Even de achterbrug losmaken, tandwiel vervangen en achterbrug weer terug. Klinkt gemakkelijker dan gedaan. Vooral, omdat een van de bouten die de achterbrug op zijn plek houden, afgebroken is. En het restant moet er wel uit, anders komt de achterbrug er niet uit en kan het tandwiel niet vervangen worden.

Na zelf prutsen, boormachine lenen, nog meer prutsen … Toch maar hulp inroepen. Een paar zaken voor auto-onderhoud af geweest maar die konden niet helpen. Ze verwijzen naar een repairshop, vlak in de buurt. Erik en Marco rijden er heen: geen zaak te bekennen. Marco ziet aan de overkant van de weg een soort garage: daar gaan ze heen.

De eigenaar van de shop komt net aanlopen met zijn armen vol spullen. Die legt hij ter plekke op de grond en buigt zich over de motor. Een grote,vriendelijke glimlach en hij begrijpt de bedoeling. Hij rent zijn shop in en komt met een doos met boortjes en tapjes de shop weer uit. Kiepert de doos op de grond en zoekt wat hij nodig heeft. Wij hopen een linkse tap. Die boor je in de kapotte bout en de bout komt vanzelf mee naar buiten gedraaid. Fout. Sinds Kirgiezen het linkse verleden van zich afgeschud hebben: geen links draad meer in dit land 🙂

De man prutst door en lijkt op de goede weg. De volgende doos wordt gehaald en op straat leeggekieperd. Weer boren en proberen het boutje naar buiten te frotten. Het ene na het andere boortje verdwijnt in het frame van Marco en komt onverricht ter zake weer het frame uit. De man blijft super enthousiast proberen; Marco en Erik proberen het enthousiasme van de man wat te temperen. We moeten nog wel een motor overhouden …Uiteindelijk geven Marco en Erik aan: het is genoeg. De bout is er keurig uitgeboord, laat dat tappen van nieuw draad maar zitten.

De man is een beetje teleurgesteld, de klus is immers nog niet helemaal klaar. Marco en Erik besluiten dat het wel genoeg is. We willen de man wat geld geven maar daar wil hij niet van weten. We leggen het geld op zijn werkbank; de man heeft immers een uur flink bezig geweest en heeft wat van zijn gereedschap vermaakt om ons te helpen. Min of meer boos accepteert hij het geld maar holt meteen zijn shop in. Hij komt terug met een stift: “Mag hij dan zijn naam op de motor schrijven?” Dat mag uiteraard. Marco voelt zich zeer vereerd. Misha – Bishkek – en zijn mobiele nummer voor de whatsapp.

Marco vindt het prachtig en vanaf nu heeft zijn motor een eigen naam: “Misha”.

Erik en Marco haasten zich terug naar het hostel. Het is een vrije dag, inmiddels al half drie en nog niet eens lunch gegeten. En nu pas is het boutje eruit en moet het tandwiel nog vervangen worden.

Even snel een bammetje naar binnen en de achterbrug eruit. Dat lukt uiteindelijk zodat het kapotte tandwiel van de as kan worden genomen.

Andere tandwiel erop, achterbrug terug, ketting over de tandwielen, ketting spannen, bouten van wielen/brug/tandwielen vastzetten, gereedschap en rommel opruimen en de vrije dag kan beginnen. Om 6 uur … Snel even handen schoon boenen, schone kleren aan, de stad in en restaurant zoeken. Het eten is minder fantastisch dan de avond ervoor bij het Koreaans restaurant. Maar goed, toppunten floreren bij af en toe een tegenvaller. Terug naar het hostel en naar bed. Morgen weer een nieuwe dag.

Dag 71, 11 juni Rokend er uit en gerookt er in.

Onze neuzen worden door een lichte brandlucht geprikkeld. In een op hout brandend en flink rokend samovaar-achting keteltje wordt ons theewater op temperatuur gebracht. Even later zitten we in de rommelige keuken aan de net iets te lage eettafel. We kunnen genieten van een heerlijk ontbijtje. Gebakken eieren met gebakken noodles, tomaat en ui. Onze gastheer en vrouw (allebei aardig op leeftijd) schuiven ook even aan. Constant thee bijvullend. Google translate helpt ons met een klein gesprekje. Ontzettend lieve mensen die er werkelijk álles aan doen om het de gasten naar de zin te maken.

Ontbijtje
En weer inpakken……

We rijden Kochkor uit en draaien al direct ruime bochten door het ruige, kale landschap. Op naar Bishkek. De verwachte regen is er inderdaad na een half uurtje, regenpak aan en door. Bishkek ligt bijna 200 km verderop maar de weg is goed, geen verkeer dus we vlotten lekker in een stevig tempo. Niets aan ‘t handje.

In een blinde rechter bocht met lekkere vaart is er opeens een obstakel. Bromsnor springt op de weg en gebaart ons naar de kant. Wij onschuldige toeristen zijn ons natuurlijk van geen kwaad bewust. Echter de wetshandhaver heeft wettig en overtuigend bewijs dat wij de ter plaatste toegestane snelheid hebben overschreden. En wel met respectievelijk 15 en 25 km…… wij blijven onschuldig kijken doch de beelden op de speed-camera liegen niet. Een eerder aangehouden dame dient als tolk. We moeten terug naar Kochkor, de boete van 17000 Somoni gaan betalen en dan mogen we weer verder. Gaat ons meer dan 2 á 3 uur kosten, als het niet langer is. Als de lokale dame doorgereden is biedt Oom Agent ons nog een alternatief. Heel fideel kunnen we het ook af zonder bon en met cash betaling. We laten nog zien dat we te weinig Somoni bezitten maar ook daar valt overheen te komen, Euro’s mogen ook. Op zoveel medewerking hadden we niet gehoopt maar we krijgen onze rijbewijzen terug en spoeden ons verder.

Met keurige snelheid gaat het verder westwaarts. Als op enig moment wachttorens ruim boven het land uitsteken is dat het teken dat we dicht op de Grens van Kazachstan rijden. We passeren wat kleinere grensposten, de rivier dient ook hier als natuurlijke landscheiding.

Inmiddels is de temperatuur aardig opgelopen als we langs de rivier onze koffie drinken. Het zonnetje schijnt, de regenkleding wordt weer opgeborgen.

Het iets in de middag als we Bishkek inrijden. Even wennen aan de drukte en het aanhoudende getoeter om ons heen. De Red Fox outdoor shop (www.redfox.kg) weten we via de navigatie vlot aan te rijden. Een verrassend moderne buitensportzaak die voor Kyrzygische begrippen een aanzienlijke collectie heeft. Rondom Lake Yssikkol wordt veel aan bergsport gedaan en dat zien we in het aanbod terug. Rugzakken, kleding, stijgijzer vaste bergschoenen én ……. tenten! Daar kwamen we voor.

Marco laat zich uitgebreid voorlichten over de verschillende modellen. Er worden tenten opgezet en weer afgebroken door de uiterst behulpzame en vriendelijke crew. Na een uurtje dubben en proberen is de kogel door de kerk en is Marco een onderkomen rijker.

We schaffen ook nog een kleine tarp aan om net even een beetje extra comfort onder de vaak regenachtige omstandigheden te kunnen creëren.

De volgende boodschap is de aanschaf van vliegtickets van Bishkek naar Amsterdam. Vroegtijdig boeken kan veel geld schelen. Via RedFox krijgen we Ak-Sai travel aanbevolen. De dame weet ons snel een aantal opties voor te leggen en inderdaad zijn deze prijzen gunstiger dan de aanbiedingen via internet. Die beslissing kan dus snel worden genomen.

Of we ook met een creditcard kunnen betalen? Nee, dat gaat niet. We worden gedwongen eerst geld op te nemen bij de ATM. Een blok verderop. Gezien het maximum bedrag per kaart per transactie moeten we allemaal 2 x pinnen. Kost allemaal even tijd en wandelen in motorpak bij 25 graden maar ja, je bent jong en je wilt wat. Als we rond 16u cash afrekenen hebben we wel de tickets in handen.

We hebben niet geluncht. Dat is er ff bij in geschoten. Accommodatie is er voldoende in de buurt. We hebben geen trek meer om de stad uit te rijden. We rijden een door IOverlander aanbevolen hostel aan. Met enige verbazing zien we er ook een oranje Vespa onder de carport! Die kennen we! Van de Anzob tunnel! Haha, wat een klein wereldje hier. Er is voldoende plek, de motoren staan veilig, en er is zelfs een klein zwembadje. Marco kiest voor een warme douche, Erik en Roel springen in het zwembad. Lekker fris maar wel verkwikkend. Ook wordt nog snel een handwas gedaan.

Marco’s ketting maakt een apart geluid, niet goed. Een paar dagen geleden is een steen tussen zijn voortandwiel en het frame geslagen en heeft aan het tandwiel schade veroorzaakt. Aangezien nu ook de ketting daardoor extra slijt besluit hij het tandwiel te gaan vervangen door het reserve-exemplaar. Appeltje eitje. Oude tandwiel er af, nieuwe er op. Kan niet veel tijd kosten.

Beetje kracht er op zetten.

Eenmaal bezig valt dat even tegen. Het tandwiel blijkt er niet af te kunnen zonder dat de achterbrug losgemaakt is. Een klusje waar we geen ervaring mee hebben. Daarbij is één van de borgbouten van de opsluitbus afgebroken dus die is er ook niet zo maar af. We zetten de boel weer in elkaar en gaan eerst eens kijken of we op internet informatie kunnen vergaren om de klus op de juiste manier te klaren.

Chirurg Brandsema

Hongerig lopen we een half uurtje later naar een aanbevolen Koreaans restaurant. We laten ons grote bieren en een heerlijk gekruide maaltijd voorzetten. Onze eigen maaltijden zijn meestal niet erg pittig en het verschil is aanzienlijk. Wat een heerlijke schotels! Jammer dat het EU rookverbod niet in Kyrgystan geldt maar dat is het enige kritiekpuntje.

Met bolle buiken rollen we de nacht in.

Dag 68, 8 juni It’s a long way down.

Onze gevleugelde vriend begint al ruim vóór zonsopgang met een waar concerto. Vol overgave trekt hij alle registers open. Het geplande ontbijt in het zonnetje gaat verloren. Er staat een frisse bries en de hemel staat op springen, helaas.

We pakken de boel op en trekken via 40km wasbord naar Beatov. Er moeten boodschappen gedaan worden, benzinetanks gevuld en geld gewisseld.

De boodschappen is niet zo’n punt. Bij een redelijke gesorteerde kruidenier kopen we onze verpakte levensmiddelen. We proberen via Google translate ook nog aan zout en peper te komen, tevergeefs……

Bij de overbuurvrouw die onder parasol huist kopen we vers fruit en wat groente. De kleine komkommers zijn hier zeer smaakvol.

Op naar het wisselen van wat dollars. Helaas. We houden de dagen niet echt bij en het is zaterdag. Banken dicht. De pinautomaten zijn gelukkig ruim vertegenwoordigd dus beproeven we daar ons geluk. Ook die raken een beetje van streek van buitenlandse Visa en MasterCards. Ineens zijn er “Communication Errors” en “Temporary out of service errors”. Wat we ook met welke kaart proberen, geen succes. Tot Erik na de zoveelste bank en de zoveelste kaart slaagt om een paar duizend Somoni (een paar tientjes in €) op te nemen. Hoera!! We kunnen ook tanken dus!

Bij het tankstation gaat op voorhand de regenbroek maar vast aan. Het spettert en ziet er naar uit dat het gaat regenen. Dan gaan we vlot zuidwaarts het dorp uit want er ligt daar, volgens de ingewijden, een prachtige pas. Daar moeten we dan zelf maar eens kennis van gaan nemen!

Begraafplaats van Beatov

Na een korte vlakke etappe gaat het ineens steil omhoog. Bij regen over de gladde ondergrond niet ontspannen rijden. De machines hebben er weinig van. Ze knorren vriendelijk onder ons naar boven. Het uitzicht wordt per haarspeldbocht meer spectaculair. Na een half uur steile haarspeldbochten staan we ineens op een weergaloos uitzichtpunt.

We kijken tientallen kilometer ver. We zien hoe het water in de loop der jaren canyons heeft uitgesleten. We zien buien vallen maar ook zonnige plekken. Het is werkelijk een pracht.

Gezien de hoogte én de lage temperatuur maken we snel foto’s en trekken door. We staan echt in een onaangenaam tochtgat. We moeten nog 300 meter stijgen tot de pas op 3300m waarna de weg zich in ruime bochten naar beneden kronkelt. De weg bestaat uit glibberige rode modder. De banden hebben weinig vat. We staan de hele weg op de steps, durven nauwelijks aan het gas of aan de rem te komen en gaan op standgas in de tweede of derde versnelling rollend voort. Zoeken naar dat kleine beetje grip. Zeer inspannend rijden en er is weinig oog voor de omgeving. Roel is katterig. Heeft hij Marco’s ongesteldheid overgenomen? Misschien het snelle hoogteverschil. Misschien iets anders maar hoofdpijn en misselijkheid duidt vaak wel op een vorm van hoogteziekte. Gelukkig gaan we naar beneden dus dat moet zichzelf dan oplossen.

Zo snel als we omhoog gingen, zo langzaam dalen we echter. De snelheid blijft laag en het duurt nog een ruim aantal uren voor we weer een ondergrond bereiken waar we voldoende grip voelen om het tempo op te voeren.

Rode vettige klei

Rond 15 u staan we op de doorgaande weg tussen Narin en de grens met China. Naar China willen we zeker niet dus we gaan oost. Roel voelt zich koud en vervelend. Het weer is ronduit onplezierig. De keuze is hier koud en nat de tent in of verder afdalen en een hostel oid zoeken. We besluiten tot het laatste en een guesthouse in Narin aan te rijden. Dat betekent nog wel 90 km verder door de grijze en weinig aangename omgeving.

Na enig zoekwerk vinden we Datka’s guesthouse, enigszins verstopt in de huizenblokken. We krijgen een warm welkom en de mooiste kamer tot nu toe van deze reis. Allemaal net nieuw ingericht, goede bedden, badkamer op de kamer. Helemaal top. Er is duidelijk geïnvesteerd in de inrichting, buiten wordt nog flink door de bouwvakkers gewerkt op deze zaterdagavond……

Roel staat als eerste onder de warme douche en duikt zijn bed in. Koortsig en met ijskoude voeten.

Het regent. De gastvrouw wil wel voor ons koken en rond 20u genieten we van een salade en dumplings. Marco en Erik werken daarna nog aan het blog met een borrel. Roel heeft zich dan inmiddels weer ingegraven onder een dikke deken.

Dag 67, 7 juni De mist in en uit.

We hebben weer een mooi plan. Mooier dan het weer in ieder geval. Op naar Beatov. Niet dat die plaats nu bovenaan in de reisgidsen staat maar daarvandaan zijn weer een aantal routes op te gaan.

We doen nog even wat boodschapjes en zijn dan op pad. Niet ver van ons startpunt gaat het regenpak alweer aan. Een licht stijgende slingerweg brengt ons richting een aantrekkelijke pas. Althans dat moeten we aannemen, het zicht is minimaal.

Maar, en ook dat is Kyrgystan, plots klaart het weer op. We zijn boven de laaghangende bewolking uit. Het is inderdaad een prachtige weg met enorme uitzichten, tientallen kilometers ver. Des te hoger we stijgen, des te slechter wordt de weg. Althans het wegdek. Een glibberige laag rode klei die de banden snel doet vollopen. Net over het hoogste punt staan vrachtwagens in tegenovergestelde richting. Ook die hebben het moeilijk op dit traject. Chauffeurs rijden hier over het algemeen met 2 trucks bij elkaar om in geval van pech of dergelijke te kunnen assisteren. Ze zijn druk aan t manoeuvreren en hebben kettingen om de wielen. We kunnen er maar net langs schuifelen.

Als we een half uur later een beetje afgedaald zijn komen we langs een plaats waar ze een yurt aan het opbouwen zijn. Wild gebarend maken de mannen duidelijk dat we even moeten komen kijken. Motoren aan de kant en even een praatje. Deze maand vertrekken veel veeboeren uit de dorpen om met hun kuddes in het veld te verblijven. De warme zomermaanden staan de soms enorme kuddes paarden, runderen, schapen zich tegoed te doen aan het weelderige groen. Overal zie je dus vrachtwagens vol huisraad en yurts op de wegen die het land in trekken.

Dit moment wordt door de yurtbouwers maar weer eens aangegrepen om er ook een gezellige tijd van te maken. Hoewel het nog ochtend is, is ook duidelijk dat niet iedereen nuchter is. De oudste moet even overeind geholpen worden om ons te kunnen begroeten. In vlot Russisch verteld hij zijn verhaal, niet gehinderd door het feit dat wij dat niet blijken te verstaan. De stemming is uitermate vriendelijk, we moeten vooral veel op de foto, zure melk drinken en brood eten. Het eten en op de foto gaan gaat ons goed af, de beker melk geven we maar wat graag aan elkaar door, zonder te drinken.

We laten een landkaart zien en wijzen aan welke route we gaan rijden.

We krijgen een mooi beeld hoe een traditionele yurt wordt opgebouwd wat weer een mooie opsteker is. Na een half uurtje worden weer alle handen geschud en nemen we afscheid. We moeten tenslotte wel weer verder.

Marco voelt zich niet erg fit. Als we de lunch hebben genoten besluiten we er een korte dag van te maken. 25 km verder schijnt een mooi kampeerplekje te zij. Dus daar sturen we op aan. Inderdaad, een kabbelend beekje, voldoende schaduw en een vlak graslandje. Snel staan de tentjes en Marco duikt direct op zijn matje en is van de wereld. Erik en Roel doen nog wat onderhoud aan Roels motor. De uitlaat is wat losgerammeld op de wasborden en een schakelaar heeft het begeven. Gelukkig biedt de reserveonderdelenvoorraad uitkomst en is de zaak snel weer in werkende conditie. Met de voeten in de beek kunnen ze dan genieten van het magnifieke uitzicht.

Als de zon achter de bergen verdwijnt koelt het snel af. We eten waarna Marco al weer snel zijn bedje opzoekt. De aanwezigheid van muggen in grote getale, maakt lang buiten zitten ook niet echt aangenamer.

Baetov hebben we niet gehaald, dat staat voor morgen op het programma. Met die gedachte duiken we de slaapzak in. Met de zacht kabbelende beek tesamen met een virtuoos en snoeihard fluitend maar onogelijk uitziend zangvogeltje op de achtergrond dromen we weg.

Dag 64 4juni Maar oma, wat doet u nu?

Om een niet te inspannende dag te maken kiezen we voor de rit naar Arslanbob. Een traject van 185 km. Een volgens de folder mooi walnotenbos is de eindbestemming. Één van de drie daar aanwezige kampeerplekken zal wel goed zijn.

De hoofdweg van Osh richting Bishkek is druk. Heel druk. Het verkeer is chaotisch. Je kunt weinig Kyrgizen op veilig rijgedrag betrappen. 360 graden awareness is noodzakelijk.

We vlotten gelukkiu nug wel lekker. Als we rond 13 uur langs een rustig meertje rijden slaan we af. Mooie lunchplek. Een stukje grindpad volgt en in de schaduw van wat grote bomen staan een soort kantine en een container. Wij kruipen onder de volgende bomen om uit de zon te zitten. Even later meldt zich de pachter. We betalen een toegangsprijs van een paar dubbeltjes, hij noteert vlijtig onze kentekens in zijn notitieboekje. Even later krijgen we alledrie nog een fles water gebracht.

We lunchen en luieren wat en komen bij van het drukke verkeer.

Als we uitgegeten zijn meldt zich een dame van eind twintig. Ze komt gezellig maar wat opdringerig tussen ons inzitten. Of we willen drinken, wodka. We slaan het aanbod af. Ze richt zich dan tot Marco en vraagt of hij soms sex wil. Marco ontkent en we besluiten dat het maar eens hoog tijd is om verder te gaan gezien de vasthoudendheid van de dame in kwestie.

Roel is inmiddels bij zijn motor aanbeland waar zich ook een dame voegt. Meer een oma met een kleindochter in haar kielzog. Ze is duidelijk dronken en wil dat Roel een stuk brood van haar aanneemt. Roel herkent al snel dat ze daar straks geld voor gaat vragen dus negeert het aanbod. Ook de appels weigert hij. Dat zint de dame geenszins en ze begint aan de motor te duwen en te trekken. Roel, die inmiddels opgestapt is kan met moeite zijn motor staande houden en is bang dat de vrouw eronder komt met alle mogelijke gevolgen van dien.

Marco grijpt snel en adequaat in. Staat even op de enkel van mevrouw en duwt haar achteruit. Ze eindigt op de grond waarbij dochter en kleindochter verbrouwereerd toekijken. Een al met al gênante vertoning.

De aanwezige mannen kijken toe maar steken verder geen poot uit. Snel stappen we op en verlaten we de plek. 

Rond 16 uur bereiken we Arslanbob. Een druk dorp waar blijkbaar de omgeving haar inkopen komt doen. We oriënteren even en rijden dan richting de drie kampeerplekken. Het eerste stuk is nog breed. Wel losse keien. Verderop wordt de weg smaller en de bodemgesteldheid slechter. De ronde keien rollen en bieden weinig grip. De eerste spot blijkt erg klein, de tweede ligt aan de onbereikbaar aan de overgang van de rivier. De laatste dan maar opzoeken. Roel en Erik botsen beide met hun tassen tegen de rotsen en kunnen ternauwernood staande blijven. Na een paar honderd meter steil omhoog stuiteren komen we op een laatste parkeerplaatsje. Hier gaat alleen een wandelpad verder naar de waterval. Schuin, keien. We kijken elkaar aan. Dit wordt ‘m niet. 

We stuiteren het smalle pad weer moeizaam naar beneden. Net niet die achterrem laten blokkeren, gewicht achterop en op hoop van zegen. Een half uur later staan we weer in het dorp.

Naar de volgende mogelijke plek is het weer een half uur. Geen keus.

Uiteindelijk vinden we plek op een weids gras/kleiveld. Klaar voor deze dag. Niet het schoonste veldje van het dorp. Vanaf de boven ons liggende weg is regelmatig vuil en puin gestort, maar goed. Soms is de keuze van kampeerplekjes beperkt. Zoals nu.

Wel ruimen altijd heel trouw ons afval op. Maar opruimen wat er ligt is onbegonnen werk.

We zetten de tenten op en verzamelen hout voor een kampvuurtje. Na het eten stoken we het vuur op. In de verte bliksemt het. Na een uurtje bij het vuur begint het te spetteren. We trekken ons plan en duiken de tent in. Gestaag daalt de regen op het tentdoek, de flitsen van de bliksem duren nog een tijdje voort. 

31 mei – 3 juni dag 60 t/m 63 Wie zien we daar nou?

Van vrijdag 31 mei tot dinsdag 4 juni verblijven we in Osh.

Het is in Osh warm en drukkend. We nemen een paar dagen om bij te trekken. In de kamers met airco maken we voldoende en goede slaapuren. Roel neemt de gelegenheid te baat om te herstellen van de vorige dagen hetgeen hem zichtbaar goed doet.

Bij het vrij nieuwe bedrijf Zorro motors (www.zorromoto.com) kopen we nieuwe buitenbanden voor de voorwielen. De Mitas hebben na 12000 km hun beste tijd gehad. Achter zijn we nog steeds happy met de Mitas 07 Dakar. 

De banden worden door Zorro gemonteerd, althans dat is de bedoeling. Echter kan de bandenmachine onze wielmaat van 21inch niet aan. De monteur staat te kijken als een aap in een roestig horloge. We gaan zelf maar aan de slag.

De eigenaar van Zorro wordt nerveus als ook het Duitse trio dat we eerder ontmoetten wat hulp nodig blijkt te hebben, zijn boekhouder begint aandacht te vragen en de telefoon voortdurend gaat. Na 6 maanden geen cashflow gedraaid te hebben is de druk ineens te groot. Hij excuseert zich voortdurend en rent bezweet van hot naar haar.

We laten hem maar gaan en doen ons eigen ding.

Hij heeft wel een goed contact voor motortransport van onze motoren naar Nederland. Zo sluiten we via hem het contract om de motoren vanuit Bishkek naar huisadres te laten vervoeren.

We gebruiken de dagen verder voor wat rust en eigen onderhoud aan de motoren. Luchtfilters worden ververst, de GPS mounting van Roel hersteld. Wat bouten verbeterd vastgezet en geborgd, nieuwe spanbanden van Marco gemonteerd. Afijn allemaal zaken die van tijd tot tijd even de aandacht behoeven.

We eten overdags in het hostel onze eigen ontbijtjes en lunches. Drinken de beste koffie van Osh in café Brio naast Zorro en we eten ‘s avonds een hapje in een goed Italiaans restaurant in de buurt.

Zondags doen we alledrie een knip en scheerbeurt bij de lokale kapper, die helemaal zenuwachtig wordt van drie grijze heren. De al in de kapperszaak aanwezige studenten Indiase geneeskunde laten ons genereus voorgaan en vertalen onze wensen aan de kapper.

Maandag, als we bij Zorro de contracten tekenen stapt plots Lobke binnen. Marco en Roel kennen kennen haar van de Discovery Overland weekends de afgelopen jaren. Lobke (www.solob.org) reist al enige jaren solo per motor. Wederzijdse vrolijke verbazing natuurlijk dat we elkaar hier spontaan treffen. We wisselen ervaringen en verhalen uit, drinken koffie en lunchen gezamelijk.

Ĺobke verfraait haar motor met een sticker van onze reis. Zoals wij onze motoren verfraaien met een sticker van Lobke.

Maandagavond besluiten we dat we de volgende dag maar weer eens op pad moeten. Eerst nog een hapje eten.

Dag 59 30 mei; Ziek, zwak en misselijk.

3 uur ‘s nachts. Roel kruipt zijn bed uit. Naar de wc. Een hokje zo’n 40 meter buiten het guesthouse. Voelt zich niet lekker. Iets verkeerds gegeten? In ieder geval moet alles er uit. Dat tafereel herhaal zich een keer of 6.

Het is 8 uur geworden. Hij voelt zich erg ziek en koud. Zijn gebruikelijke medicatie blijft niet binnen, wat de situatie alleen maar verslechterd. Hij ligt in zijn slaapzak met zijn donsjas aan te rillen. Ook de eigenaren van het guesthouse hebben door dat het niet goed gaat.

Een Engels sprekende dorpsbewoner wordt opgetrommeld en even later verschijnt een dokter. Met wat vertaalwerk en een in het Russisch gestelde artsenbrief van Roel stelt zij een diagnose. Tegelijkertijd probeert Roel alsnog zijn noodzakelijke medicatie binnen te krijgen en te houden. Dat gaat, zij het met moeite.

Inmiddels is de kamer vol. Roel, liefdevol bedolven onder een enorme stapel dekens. Dokter ernaast, tolk, Erik en Marco, en de gastheer en vrouw. De zon piept door de vensters.

Dokter vindt het beter om met Roel naar het dorpshospitaal te gaan en daar verdere diagnose te stellen samen met collega-arts. De tolk komt even later met een auto voorrijden en gaat met Marco en Roel op pad.

In het hospitaaltje treffen een tweede arts die telefonisch overlegt met het moederhospitaal in Murghab. Gezamenlijk stellen we een diagnose. Hoogte, gecombineerd met vermoeidheid en een reactie op de maaltijd. Het advies van de arts is om zo rap mogelijk naar een lagere hoogte te gaan. Roel krijgt nog wat injecties en knapt gelukkig een beetje op.

Naar beneden betekent een rit van minstens 250 km. Onbekende weg en een grensovergang. We overleggen de opties. Zelf rijden? Of Roel in een taxi zetten en de motor in een vrachtauto? Die moet dan weer gelijk bij de grens zijn om de papieren af te handelen. Ook dat gaat weer extra tijd kosten.

Terug in het guesthouse blijven we nog en kleine 2 uur rusten en forceren we de beslissing om zelf te gaan rijden. Het wordt geen leuke rit maar het is de snelste en minst complexe manier.

Ongelofelijk lieve mensen
Absoluut een aanrader!

De weg naar de grens is slecht. Modder, wasborden, onberekenbaar gravel. We rammen door. Om het half uur kijken we even goed naar elkaar. Duim omhoog, gaan! Het is rond drie uur als we de Tadjiekse grens passeren. Hoewel bij de Spaanse Toyota Landcruiser voor ons alles moet worden uitgepakt wordt ons niets in de weg gelegd. We kunnen zo doorrijden. Inmiddels zijn we weer in gezelschap van de Duitsers die we op de boot naar Griekenland ontmoetten. Ze beklagen zich over het slechte asfalt en het gebrekkige internet! Get Alive! Ga lekker in Germanië over de autobahn rijden dan!

De trip tussen de 2 grensposten is lang. 30 km niemandsland vol met moddersporen en water. Slingerend dalen we af.

Als op enig moment Marco achterblijft draait Roel om. Even kijken wat er loos is. Marco’s motor staan aan de kant. Hij is al bezig het voorwiel los te maken, wéér een lekke band? Yep! Nummer 13. Roel wordt op een steen aan de kant van de weg gezet, niet in staat om een fysieke bijdrage te leveren als Erik en Marco de klus geroutineerd klaren.

Dan weer door. Bij de Kirgizische grenspost gaan we vlot door de formaliteiten en we kunnen door naar Sary-Tash om te tanken. We besluiten zo ver mogelijk door te rijden. Osh is het doel. Op 1000 meter hoogte gelegen is dat wel de beste optie. Dat betekent nog wel 185 km doorrammen. Er wordt niet meer gestopt en het schemert als we het drukke centrum van de stad naderen. Via de IOverlander app hebben we een hostel geprikt. Als we er om 21u de motoren parkeren blijkt het een juiste keuze.

Tassen van de motor af, kamer in. Gegeten wordt er niet meer. We duiken in de prima bedden en vallen snel in slaap.

Dag 55 – 26 mei Van een Chinese tombe en Russisch erfgoed

Het is nog koud als we Alichur verlaten. De motorjassen en winterhandschoenen aan. Koud maar helder. De Pamir Highway is asfalt met veraderlijke gaten. Oppassen dus.

Ons eerste reisdoel is een Chinese Tombe. We moeten de hoofdweg verlaten en het gravel kiezen.  Op de plaats waar de tombe volgens de GPS zou zijn treffen we niets aan. In de verte een dorp, daar maar eens vragen. Het is duidelijk dat hier nagenoeg geen toeristen komen. Aangestaard en toegezwaaid rijden we naar het centrale plein bij de moskee. We vragen naar de tombe. Alleen vragende blikken. Geen enkele clou. We rijden maar terug naar de hoofdweg. 

Een paar kilometer verder staan yaks, links en rechts van de weg. We stoppen om ze op de foto te zetten. De yaks zijn redelijk schuw dus dat vereist geduld.

Als we bezig zijn stopt ineens een eenzame motorrijder vanuit tegenovergestelde richting. David, uit Israël, op een huurmotor uit Osh. We praten even wat en horen elkaars plannen. Roel ziet ineens olie bij Davids voorvork lekken. Wat te doen? David is, zoals hij zelf zegt, ‘an unexpierienced driver’. Van techniek weet hij niets.

Erik besluit na enig onderzoek dat hij mogelijk kan helpen door de keerringen van de voorvork schoon te maken. Zo gezegd zo gedaan. We geven nog wat advies over laten herstellen en over te te volgen route en dan nemen we afscheid. Na ongeveer 20km verlaten we de hoofdroute wederom. We gaan muurschilderingen en een verlaten Russisch observatorium bezoeken. De rit over de gravelsporen gaat in een flink tempo. De ondergrond leent zich voor lekker doorrijden. Het coördinaat waar Marco stopt is midden in een open vlakte. Weinig muurschilderingen hier. Er stopt auto naast ons. Hello Guys! Can I help you? Wat hulp van lokale kennis kunnen we wel gebruiken. De Tadjiek bied aan om voor te rijden naar de tekeningen tegen vergoeding van de benzine. Het is tien kilometer. 

3 kilometer verder zijn we er. We betalen de man en weg is ie weer. 

Voor de muurschilderingen moeten we via een geitenpad omhoog. We trekken maar vast de jas uit, pakken de camera en beginnen aan de klim. Best even wennen. De hoogte en warmte eisen hun tol. 

De tekeningen zijn bescheiden van aantal en formaat maar geven toch altijd weer een speciaal gevoel van tijd en plaats. We konden helaas geen info over de herkomst en tijd vinden. 

De wind heeft vrij spel op de plek waar de motoren staan. Geen lekkere plek voor de koffie. We besluiten door te rijden naar het observatorium. Een uurtje laten staan we in een verlaten mini-dorp. Een transformatorhuis, drie garages, een woongebouw en nog wat losse hutjes.

Ertussen staan wat oude rupsvoertuigen, een half gedemonteerde truck en een berg oud ijzer.

Waarschijnlijk waren de kosten om de materialen mee te nemen hoger dan ze gelaten staan. Het lijkt op een filmset, een beetje onwerkelijk. 

De koffie wordt gezet en we eten brood met vis en komkommer. Daarna bekijken we de ruimtes die open zijn. Alsof de bewoners in alle haast vertrokken zijn. Waarschijnlijk nemen herders zomers hier hun intrek, er liggen mestplakken als brandstof. In een van de kamers staan twee bedden, een kachel en een kast met kookgerei. We sluiten de zaak weer af en rijden de steile weg omhoog naar het eigenlijke observatorium. Dat zit potdicht met dikke stalen deuren. Het uitzicht is fenomenaal en we laten de plekkend even op ons inwerken.

Na wat panoramafotos verlaten we de top weer en gaan via nagenoeg dezelfde track terug naar de hoofdweg. 

Einddoel vandaag is Murghab. Deze stad neemt een centrale plaats in in de wijde omtrek en is tevens hét tussenstation tussen Osh en Khorugh.

Na wederom onze passen en visa’s tehebben geregistreerd bij de controlepost aan de toegangsweg van Murghab rijden we de stad binnen.

Voornamelijk laagbouw en tegen een heuvel gesitueerd lijkt Murghab op de grotere broer van Alichur, waar we vanmorgen uit vertrokken. We worden welkom geheten bij het hostel waar we in eerste instantie op afgingen. De motoren kunnen op de binnenplaats en we zitten snel aan de thee. Als we onze driepersoonskamer hebben ingericht lopen we het dorp in. De centrale functie van Murghab is duidelijk als we tussen de rijen winkeltjes lopen die in containers zijn gevestigd. Vandaag is het zondag dus alles gesloten. Door de weeks komen mensen uit de hele omgeving hier voor hun aankopen.

We vinden een restaurantje voor de avondmaaltijd en al snel zitten we in een met een gordijn afgesloten hoekje aan de Lagman. Met veel thee. Het smaakt weer prima. Als we afrekenen zijn we slechts een paar euro kwijt.

We schaffen ook nog wodka aan om de voorraad op peil te houden.

Terug in onze accomodatie nemen we nog een borrel, maken een plan voor de volgende dag en gaan vermoeid maar tevreden naar bed.

Dag 54 – 25 mei Ontbijt met schaap

Om 5 uur komt de hut langzaam tot leven. Gedempte stemmen. Piepend deurtje. Men leeft hier met het dag en nachtritme van het licht. Zodra het eerste licht binnendringt wordt er opgestaan. Na zonsondergang is het snel stil. Zo hoeft de aggregaat maar kort te draaien, en dat scheelt weer benzine.

De motoren zijn bedekt met een dun laagje ijs. Toch flink koud geweest vannacht. Het zonnetje is inmiddels met alle kracht bezig om de temperatuur ietsje omhoog te krijgen.

We konden ook al om 5 uur ontbijt krijgen, wij vonden 7 uur een schappelijker tijd. Prompt om 7 uur worden heerlijke gebakken eieren en brood opgediend. Plus 3 liter heet water voor thee en koffie. 

Marco’s schouderpijn is niet minder geworden dus na het ontbijt wordt er even wat medicijn toegediend en gaat hij nog even liggen. We hebben tenslotte ook geen haast.

Onze huttenwaarden zijn inmiddels alweer met de verrekijkers naar buiten om de Marco Polo schapen te spotten. Plots hebben ze beet. Een stuk of 8 van deze majestueuze schapen zijn in vizier. We genieten van het aanzicht van deze prachtige dieren in de ochtendzon.

Wel een zoekplaatje. Waarom hebben ze eigenlijk zo’n goede schutkleur? Bijna niet te zien …

Afrekenen dan. De baas wil dat we geven wat we het waard vinden. We maken een mooie prijs. Drie maaltijden, een goed bed en alle mogelijke gastvrijheid worden goed betaald. We schenken ook nog even een halve fles wodka voor ze over in een leeg waterflesje. Ze zijn meer dan tevreden met onze bijdrage hebben we heti idee. We gunnen het deze hardwerkende mensen ook.

Als we rond negen uur onze spullen weer opgepakt hebben nemen we afscheid van onze gastvrouw en beide gastheren. We maken nog snel even een groepsfoto.

Dan duiken we met een prettig zonnetje, hoewel nog koud, de route op. Het ziet er allemaal een heel stuk vriendelijker uit dan de dag van gisteren. De weg is uitdagend, we zijn zeer alert maar door het rustige tempo zien we ook nog kans om van de omgeving te genieten.

En wat voor omgeving. Het laat zich lastig omschrijven. Het verblijven en reizen in dit gebied is veel meer dan de beschrijving van een breed dal, hoge besneeuwde bergen met meer dan 5000 meter hoge toppen en een glinsterende rivier. Het is ook het plezier van motorrijden in deze uitdagende omstandigheden. Het goed met elkaar kunnen vinden. Ook kunnen genieten van de primitieve toestanden en de hartelijkheid van de bevolking. 

Als we na een klein uurtje bij een militaire post aankomen staan er twee tadjiekse militairen met gezichtsmasker en geplaatste bajonet bij de slagboom. Met handen en voeten leggen ze uit dat hun chef er aan komt om ons in Het Grote Boek te schrijven. We overleggen paspoort en visa en na een hartelijke groet mogen we de slagboom passeren.

Dan gaat het echt omhoog. We hebben nog ruim 700 hoogtemeters te gaan naar de pas. De weg stijgt vlot. We stoppen met grote regelmaat om het schouwspel van de route en de bergen op foto en film vast te leggen. We passeren zo nog een aantal kuddes geiten die op pad zijn naar…..ja daar komen we niet echt achter. Wel zien we op dagmarsafstanden onderkomens waar de levende have ‘s nachts in wordt opgesloten en waar de herders bij verblijven. Soms is er een auto bij de kudde, soms alleen lastdieren.

Dan staan we op de hoogte van de pas. De hoogtemeter geeft 4344 meter aan. De lucht is ijl, er waait een stevige snijdende wind dus we maken even een foto en trekken dan verder om een beetje beschutte koffieplek te vinden. Die vinden we een paar kilometer verder achter een aarden wal. In alle rust genieten we van het schitterende uitzicht en de hete moccona koffie.

Een klein uur later trekken we door en laten de besneeuwde vijfduizenders, de bevroren en open bergmeren aan ons beeld voorbij trekken. We genieten.

Of dit de mooiste route van de reis is valt moeilijk te zeggen. We hebben al veel mooie routes gereden met allemaal hun eigen karakter én we hebben nog een behoorlijke tijd te gaan in deze contreien. Maar naar alle waarschijnlijkheid haalt de Wakhanvalei en deze pas wel de top tien.

Dan staan we plots weer op asfalt. Het laatste stuk naar Alichur leggen we in een kleine drie kwartier af. Alichur is een nederzetting met naar schatting 300 huizen, een moskee en een kerk. Op een hoogvlakte tussen de besneeuwde pieken in de verte. De huizen zijn gelijkvloers, vierkant en maken een identieke uitstraling. Rechthoek, plat dak, stukje binnenplaats, schotelantenne. De wind heeft er vrij spel. De elektriciteitsdraden golven in de wind. Stofwolken door de straten. Oude Russische auto’s en trucks. Ook de gekannibaliseerde voorgangers verrijken het straatbeeld.

De doorgaande weg tussen Murgab en Khorog ligt op een talud van een meter hoog. Af en toe passeert een vrachtwagen.

We nemen ons intrek in Hostel Nur. Aanbevolen door voorgangers via de IOverlander app. Roel rijdt nog even terug naar de entree van het dorp om Yaks te fotograferen. De jonge dieren zijn schrikachtig en dichtbij komen is er niet echt bij.

De rest van de middag blijven we in de buurt van het hostel. 

We gebruiken de banya, een mix van sauna en douche waar we lekker door kunnen warmen.

Aan het eind van de middag fotograferen we nog het een en ander als we een rondje dorp lopen.

Een eenvoudige avondmaaltijd met thee, een fles bier en een glaasje wodka maakt dat we met volle buiken ons bed opzoeken. 

Weer een mooie dag.

Dag 51 – 22 mei Van afscheid tot een vechtkip.

Na een uitgebreid ontbijt nemen we afscheid van Laalmo.

Voor we echt de route op kunnen pakken hebben we nog wat zaakjes te regelen. Marco’s telecom provider Megaphone heeft hem uit het netwerk gezet. Bij het eerste Megaphone winkeltje komen we er niet uit. De dame spreekt geen Engels. Dan op zoek naar een andere. Ook daar komen we niet veel verder. Die geeft aan dat zijn bundel opgebruikt is. Dat klopt niet. Marco houdt het maar voor gezien en besluit over te gaan op Tele2.

Erik laat ondertussen nog een band repareren. We wisselen geld. Dat kon pas bij de 3e bank, de anderen konden geen dollars voor Somoni wisselen….

Dan tanken, weer naar de andere kant van de stad.

Als laatste nemen we rond 11 uur afscheid van Ali bij Luni café. We bedanken hem hartelijk voor zijn inspanningen en diensten. Voor hem blijkbaar heel gewoon. “A gift from the Pamir people”, lacht hij. En weg is ie weer. Prachtige vent!

Dan trekkken we zuidelijk. De Tadjieks/Afghaanse grens volgend. We worden op het traject twee keer gecontroleerd door politieposten. Gegevens van visa en paspoorten worden in Het Grote Boek geschreven.

De grens wordt gevormd door de snelstromende rivier. Soms is de afstand van de weg waarop we rijden tot de overkant slechts tientallen meters. Veel grensbewaking aan onze kant. Op strategische punten zijn Tadjiekse posten. Soms kleine compounds, dan weer een uitkijktoren of een container.

Afghanistan en Tadzjikistan worden slechts gescheiden door een kleine rivier.


De rivier slingert. De weg slingert. Het landschap leidt.

Vrolijke gezichten als we langsrijden. We zwaaien. Kinderen proberen een geven een high five te geven als we even inhouden. 

We bezoeken onderweg wat bronnen. Waterbronnen wel te verstaan. Van een kleine ijzerhoudende waterbron tot grote zwavelhoudende baden. Erik en Marco plonzen vrolijk in het licht naar rotte eieren stinkende water, heeeeel gezond.

Roel loopt een rondje dorp om wat te fotograferen. Veel interessants is er niet. Op de kleine begraafplaats misschien een culturele uiting. Op de graven staan speciaal gefabriceerde theepotten. De tuit naar beneden. De thee is op?

2 dames willen nog op de foto met deze blanke westerlingen, gezien hun vasthoudendheid staan we toe, grappig…

Onze koffie mag kwalitatief misschien niet de beste zijn, de locatie is altijd fantastisch

Tegen 4 uur zoeken we een plek. Dat gaat lastig. Door de harde wind en de dreigende regen willen we wel wat beschutting. Als we na wat heen en weer gerij besluiten bij een boer te vragen of we op zijn vlakke beschutte erf mogen vliegt het hek bijna open. Natuurlijk! Geen probleem! Thee? Ook hier stuiten we weer op de vrijgevigheid zelve. Zodra de tenten staan zitten we aan een grote pot thee. Met handen en voeten communiceren we. De boer en zijn lieve vrouw spreken Russisch en Pamir. Maar we komen er uit. 

Tentjes op het erf.

De boer laat zijn hoen, die in de keuken in een krat huist, los. Het beest lijkt het meest op een vechtkip. Hilariteit. Het beest pikt naar alles wat beweegt.

Erik krijgt het aan de stok met een pup die het op zijn crocs voorzien heeft.

Hoe kun je mij nou zoiets simpel als je crocs weigeren?

We mogen ook in de keuken slapen als het gaat regenen. 

Het ging regenen, dus maken we dankbaar gebruik van het aanbod.

Als we buiten ons prakkie maken krijgen we bezoek. Eerst een Russische militair met een Tadjiekse politieagent. Ze lopen patrouille en komen eens even kijken welke rare snuiters er nu daar weer kamperen.

Een halfuur later de volgende patrouille. Een Tadjiekse deze keer. Goed Engels sprekend hebben we een praatje. Ze houden de omgeving haarscherp in de gaten, we kunnen rustig slapen. Een geruststellend idee. Als we na het avondeten alledrie snel onze slaapzak opzoeken weten we dat er over ons gewaakt wordt…….