Blog

Dag 40, 11 mei De wereld van verschil


Het prachtige maar erg drukke Samarkand laten we achter ons. We laten nog een binnenband plakken zodat we alle reservebanden weer gereed hebben. Terwijl Erik en Roel bij de bandenspecialist toekijken wordt Marco aangesproken en uitgenodigd bij de buurman, restauranteigenaar. Hij krijgt uitleg over de bereiding van Plov, hét nationale gerecht. Ook wordt hem wat hash aangeboden, wat hij vriendelijk doch resoluut afslaat. 

Het is al weer snel heet. Zodra we de stad uit zijn doemen in de verte de eerste bergen op. Sneeuw is nog volop aanwezig, het uitzicht is prachtig. De veertig vlakke kilometers naar de grens leggen we vlot af. Snel worden we aan de Uzbeekse zijde door het proces geloodst. Vier loketten af, valt best mee. Een douanier vraagt Erik nog naar de inhoud van zijn tassen maar verder vinden ze het wel best. Hartelijk uitgezwaaid rijden we door naar de Tadjiekse kant. In het kantoor worden ons een stoel aangeboden en vervolgens wordt er flink gekopieerd, gestempeld en het één ander in de computer gezet. Een klein uur later zijn we gedrieën en onze motoren ingeklaard en ready to go. 

Direct valt ons op dat hier weer verschillende automerken rondrijden. 90 % van de Uzbeken rijdt namelijk in een Chevrolet. Die zijn goedkoop doordat ze lokaal worden geproduceerd, zo wordt de staatskas lekker gespekt. Je mag wel een ander merk rijden maar dat kost je dan een flinke duit aan belastingen. Gevolg: een landelijk wagenpark met voornamelijk witte Chevrolets in alle maten en soorten.

Hier in Tadjikistan rijdt weer van alles, Lada, Mercedes, Toyota’s.

In het eerstvolgende dorp genieten we van een heerlijke lunch, wisselen we de overgebleven Uzbeekse Som in voor Tajiekse Somoni, niet bij de bank (die wil ze niet) maar op de markt. Vooruit maar. We regelen allemaal een simkaart, incl installatie en we schaffen nog wat levensmiddelen aan. Op de markt voel je direct een andere sfeer dan in het toeristische Samarkand. Hier ziet men weinig toeristen. Opvallend is de openheid van de vrouwelijke verkopers. Ze maken een hoop lol met ons. Marco wordt ten huwelijk gevraagd door Katja, als hij even later bij haar buurvrouw koekjes koopt wordt hem dat niet in dank afgenomen. Het gaat onder luid gelach en we hebben allemaal plezier. Roel wordt nog betast aangezien hij er zo breed uitziet, nog meer gelach als blijkt dat hij zijn bodyprotector onder zijn shirt aan heeft.

We hebben een kampeerplek in de GPS gezet bij een schijnbaar mooi bergmeer. De rit er naar toe gaat over een gravelweg en hier en daar is het uitkijken op de gladde stenen. De weg slingert zich in een aantal haarspeldbochten omhoog. Er liggen zeven meren achter elkaar, enige bewoning ertussen maar druk is het allerminst. Het eerste meer is kristalhelder, bijna ongelofelijk. 

Als we stoffig en wel bij meer drie aankomen vinden we snel een paar vlakke plekjes voor onze tenten. De vallei is smal en de rotswanden steken steil omhoog.

Snel staat er een herder bij ons die graag een half litertje benzine wil voor zijn motor, dan kan hij weer in zijn dorp komen. We hevelen een litertje over in een gevonden waterfles en hij gaat blij op pad.

100 meter verder staat een Nederlandse camper, we herkennen de auto van Jaap en Ine die we ontmoet hebben bij de ferry van Bakoe naar Aktau. Toevallig. Als even later een Landrover arriveert blijkt het een Frans stel dat Jaap en Ine als lifters had meegenomen. We raken aan de praat, Mathieu en Aghate nodigen ons uit om de voorraad Uzbeekse wijn te proeven en al snel hebben we met zijn zevenen een gezellig samenzijn.

Als het duister in gaat vallen gaat we uiteen om te eten. Door het ontbreken van iedere vorm van omgevingslicht openbaart zich snel een prachtige sterrenhemel.

De zoveelste prachtplek. Het contrast tussen het overvolle Samarkand en deze heerlijk rustige kampeerplek kan niet groter. We laven ons nog aan een grote fles bier en duiken rond 9 uur de slaapzak in. 

Opstaan in het overvolle Samarkand en inslapen aan het stilste bergmeer, de wereld van verschil.

Dag 39, 10 mei, DHL versus tante pos

Gaande de reis hebben we heel wat ervaringen opgedaan. Één ervan is dat we wéér een overschot aan spullen bij ons hebben. Beetje extra kleding, een paar schoenen, dat handige rugtasje. Uiteindelijk kunnen we 9 kg aan overtollige bagage verzamelen.

DHL kan dat voor ons naar Nederland brengen dus gaan we naar een DHL Expresspunt op zoek. Één van de hotelmedewerkers weet ons haarfijn uit te leggen waar dat is dus we gaan eens even uitzoeken wat dat gaat kosten.

Het DHL punt in Samarkand biedt een enigszins troosteloze aanblik. Een klein groezelig kantoor, een wereldkaart. 2 mannen die geen Engels spreken zitten op de stoep de wereldvrede te bespreken, ze horen bij het kantoor. Met handen en voeten leggen we uit wat we willen. Met gebruik van de kaart en een beduimeld boekwerkje komen we te weten dat de prijs zo’n 180 USD gaat bedragen. Oef. Dat valt tegen. Per schip dan? Vragen we nog. Nee, vanuit Samarkand kan alleen per vliegtuig worden verzonden. We danken de heren en gaan ons beraden.

Op de terugweg gaan we de bazar nog even bezoeken. In de enorme overdekte hallen wordt van alles aangeboden. Van appels tot zonnehoeden. We maken een rondje, nemen wat foto’s en vergapen ons aan de gezellige drukte. Op het centrale punt in de markt is een theehuis waar we in schaduw van de overkapping een kop thee en wat water bestellen.

Auto moet er nog ff tussendoor…….
Tukkie doen

Dan wandelen we naar de naastgelegen moskee. Van buiten een plaatje. Omdat we alleen de binnenplaats mogen bezoeken zien we ervan af, we wilden graag de gebedsruimte zelf bezoeken.

Wegens de hitte nemen we het elektrische trammetje naar de Registon ( het highlight van Samarkand). Daar nemen we een witte taxi naar het postkantoor. Eens even vragen wat het verzenden van een pakket daar kost. De airconditioned taxi rijdt ons er vlot heen, we zijn toch blij dat we niet zijn gaan lopen, gezien de afstand en de temperatuur. We laten de taxi even op ons wachten. De aardige Engels sprekende mevrouw rekent ons snel voor wat de kosten zijn. Dat scheelt zomaar de helft. Tot 1600 u is ze aanwezig dus we gaan er snel werk van maken.

Terug met de taxi naar ons verblijf. De hele rit kost ongeveer 7 euro.

Erik en Marco gaan de postdoos verzorgen en Roel heeft nog het één en ander aan zijn motor te doen.

Als Marco en Erik nu een gele taxi naar het postkantoor nemen blijkt de ritprijs aanzienlijk minder duur. De gele taxi’s zijn meer het openbaar vervoer voor de locale bevolking, de witte voor de toeristen…..

In het postkantoor is de mevrouw zeer behulpzaam. Er wordt een doos geleverd, zit bij de prijs in. Als bijna alle overtollige spullen zorgvuldig aangestampt en ingepakt zijn blijven nog twee paar schoenen over, die kunnen niet helaas mee.

De doos wordt dichtgeplakt en vervolgens meegenomen. Buiten het zicht wordt het geluid van een naaimachine hoorbaar. Een paar minuten later is er voor de doos een katoenen zak genaaid. De zak wordt dan zorgvuldig dichtgenaaid met grove steken waarna alle naden nog eens van een lakzegel worden voorzien! Prachtig!

Afrekenen en klaar.

De middag wordt verder gebruikt om op de binnenplaats wat te rommelen aan de motoren, de was te doen en het reisverslag bij te werken. Gezien de storing aan de WiFi voorziening lukt het weer niet om het blog op internet bij te werken……. Marco doneert zijn schoenen aan één van de hotelmedewerkers.

Tegen zonsondergang gaan we nog een keer naar de Registon. De verlichte gebouwen zijn tegen de nog natiestaat verlichte hemel op haar mooist. We fotograferen erop los en gaan daarna naar een nabijgelegen restaurant.

Toch wel sprookjesachtig!

Vanaf het terras op de eerste verdieping heb je langs de balustrade een prachtig zicht op de verlichte bouwwerken, het lijkt ons mooi om daar te gaan eten. Die eerste verdieping zat helaas al vol. Er waren er meer die dezelfde gedachten hadden. Beneden is nog wel een plekje. Zonder uitzicht maar helaas. We bestellen 3 bier. Aan de chaotische chef en zijn dito personeel te zien verloopt de afhandeling van bestellingen niet echt op rolletjes. We zien al wat boze klanten. 

Als er eindelijk iemand aan onze tafel met de menukaart verschijnt blijkt dat er maar een zeer beperkt aantal gerechten beschikbaar is. We kijken elkaar aan, het bier is nog niet eens geserveerd na 20 minuten wachttijd dus het lijkt ons duidelijk: nu wegwezen!

We slenteren wat op zoek naar iets dan niet alléén maar shaslik en mixed grill verkoopt. We stuiten op een theehuis dat op een rustige binnenplaats een sfeervolle aanblik biedt. De kaart is niet al te groot, we worden uitermate goed voorgelicht over de verschillende gerechten en in de tussentijd wordt koud bier geserveerd, top. We hebben wat lokale smaakvolle gerechten die we samen delen. Onder de kersenbomen en de gedempte verlichting genieten we van de heerlijke zomeravond.

Erik werkt nog even het blog bij

Dag 38 9 mei Stoffige weg richting parel van de zijderoute

Vannacht was weer zo’n nacht met een onvoorstelbare sterrenhemel. Nergens een wolkje, geen maan en in de verste verten geen lichtje. Het is elke keer weer jammer om in slaap te vallen. De temperatuur vannacht was ook dusdanig, dat een t-shirt de niet nodig was. Zodra het een beetje licht wordt, melden zich de eerste schapen en geiten. Het grootste deel van de kudde verdwijnt snel achter de heuvels; een klein deel graast naast onze tenten. Zo ontzettend leuk.

Het is rond zes uur als we opstaan. Koffie, broodje en de spullen weer op de motor. We nemen afscheid van het stuwmeer en vertrekken richting Samarkant. Al meteen vereist de weg alle aandacht. Toch houden we nog energie over om te kijken naar de bergen die naast de weg liggen. In het ochtendlicht zien die er mooi uit.

De weg is bij tijd en wijlen goed berijdbaar. Meestal is de naam ‘weg’ een naam die hetgeen waarover wij rijden niet waard is. Enorm diepe kuilen, lotgenoten die links en rechts van de weg en in de berm zoeken naar min of meer vaste grond onder de wielen. En stof … Stof, stof stof. Voor ons niet fijn en soms ook best wel lastig omdat we geen 5 meter voor ons de ondergrond kunnen zien en beoordelen.

Maar deze wegen voeren ook dwars door dorpen, die dus elke dag in het stof baden. En ook diens bewoners, van oud tot jong. Elke dag dat het niet regent: stof. En als het wel regent, zal het een grote modderpoel zijn waar het verkeer zich doorheen worstelt.

Uiteindelijk bereiken we Samarkand; een parel op de zijderoute. En een normaal wegdek.

Het door ons beoogde B&B heeft wel plek, maar we zijn niet helemaal tevreden. Prijs/kwaliteit is niet optimaal. Erik ziet een bord van een ander B&B en Marco loopt er even heen. D’r is plek en de prijs/kwaliteit is OK. Een hotel met een prachtige, romantische binnenplaats.
De eigenaar is een zeer vriendelijke man die ook nog een beetje engels spreekt; all we can wish for.

We checken in, de motoren mogen op de binnenplaats staan. Veilig en lekker alles bij de hand. We zijn al vroeg [rond 14u] in het hotel en dat geeft ruimte tot wat personal time. Douchen, de was doen en wat sleutelen. Marco checkt het luchtfilter en is verbaasd over de hoeveelheid zooi die zich daar weet op te slaan. En dat desondanks het motortje gewoon lekker doortokkelt.

Samarkand heeft bijzonder veel historische gebouwen die niet door de Russen kapot zijn gemaakt. ‘s Avonds komen we echter niet verder dan een bezoekje aan een nabij gelegen paleis en moskee. Dat klinkt misschien wat neerbuigend, maar zo bedoelen we dat niet.
Op 5 minuten wandelen bevindt zich echt een paleis uit duizend en een nacht


Op een plek waar de Oezbeken heerlijk flaneren en paraderen. En dat bij een temperatuur van rond de 20 graden. Werkelijk weer verrukkelijk. We duiken een restaurant in en eten een hapje. Het eten is niet bijzonder. Weer veel vlees, wat niet echt lekker is klaargemaakt. Wat rauwe tomaten en komkommer op een schaaltje. Dat kan beter en wordt dus een opdracht voor de volgende dag.

Dag 37, 8 mei Van wegomlegging tot kelderbier

Het rumoer van de vogels doet ons tijdig ontwaken. We pakken op na een ontbijt en gaan eerst zaken doen in Navoi. Een stukje van 30 km. 3 boodschappen. Band weer laten herstellen, inkopen doen voor lunch en avond, geld wisselen.

Na enig zoeken een bandenspecialist kunnen. Die klaart de zaak vakkundig waarbij Marco een scherpe blik houdt over de procedure zodat we daar lering uit kunnen trekken.

Bandenspecialist doet even snel een schoon t-shirt aan voor hij (en zijn vrienden) met ons op de foto gaat. Vuile kleren. Dacht het niet!

Na voor de zoveelste keer verteld te hebben wat de topsnelheid van de motoren is (blijkbaar héél belangrijk) zoeken we een bank om geld te wisselen. Na enig zoeken is die ook gevonden. Ook bij banken moet je blijven opletten dat je niet te weinig krijgt. Ze geven je gewoon je wisselgeld en lopen dan weg. Te weinig in ons geval. Dan begint het grote negeren. Beetje roepen en dan betrek je de dame er weer bij. Nog twee keer tellen. Hele bedrag weer mee, en weer terug. Uiteindelijk gaat het maar over een paar duizend Uzbeekse SOM, een dollar of wat maar toch.



Benzine is een echt lastige. Heel Uzbekistan rijdt op propaan of methaan. Onze motoren rijden standaard op normale of superbenzine, resp 95 en 98 octaan. Hier is de standaard 91 oct terwijl men adverteert met 95 die er vervolgens niet blijkt te zijn. We hebben al 80 getankt maar daar wordt Erik’s Husky niet blij van. De BMW’s doen het wel maar met een klap minder vermogen.

Goed zoeken dus en dat kost tijd en kilometers soms. Hebben we eindelijk de moed opgegeven om 95 te bemachtigen en tanken we 91. Alleen is men daar weer niet genegen om de extra brandstofzakken die we steeds meevoeren te vullen om onduidelijke redenen. Als we uiteindelijk een pomp vinden die dat wel wil is het 1300u en zijn we een beetje kribbig van de hitte. 

We hebben besloten om niet rechtstreeks naar Samarkand te rijden maar een omweg en een wat rustigere route te nemen. Als we voor een wegwijzer staan die zegt dat de weg opgebroken is twijfelen we. Achteropkomend verkeer gebaart enthousiast echter dat we door kunnen rijden. Enigszins op goed geluk blazen we door. We zien wel, terug kan altijd. 

 30km verder gaat asfalt over in resp slecht en zeer slecht asfalt en dan in gravel. Nog 10 km verder komen de werkploeg tegen. Niemand die gek opkijkt, alleen zwaaiende en duim opstekende kerels die het alleen maar mooi lijken te vinden als we langsrijden. Dan weer zand, dan weer vers, nog zacht asfalt. Meer duimen omhoog. Lachen.

Al we de “opbreking” voorbij zijn kijken we elkaar lachend aan als we de vergelijking met Nederland trekken. 

Dan sturen we nog twee uur over oneindig rechte wegen in de bloedhitte naar onze beoogd eindpunt. Een stuwmeertje dat ook leeg zou kunnen zijn. De riviertjes in deze omgeving zijn in ieder geval verdroogd.

Op het kruispunt waar we afslaan helpen we nog een Uzbeekse collega motorrijder aan een liter benzine, meer hoeft hij niet. Als we vragen of en bier in het dorp te krijgen is antwoord hij bevestigend.

In de enige winkel is verder geen klandizie. Op de vraag ‘Piva’ (bier)? Komen er onder een omgekeerde doos wat glazen flessen tevoorschijn. We vragen grote plastic flessen. Het vloerkleed  krijgt een zwiep, luik wordt geopend en de mevrouw duikt in een kelder in. Met de gevraagde 3 flessen van een liter komt ze weer boven. Zo gaat dat hier……

Het stuwmeertje is vol en we maken kamp. Roel zoekt middels ‘inliggen’ (een oude kampeertruc) uit of de plek geschikt is. Dat duurt ongeveer 20 minuten…….. Marco en Erik twijfelen aan deze vermeende truc……..

‘Inliggen’

Snel na het opzetten van de tent liggen we in het verkoelende water en wassen het stof van ons lijf. Het bier ligt in de beek op temperatuur te komen.

Crocs on the move

Na het eten met een goed glas bier genieten we van de stilte en het vallen van de nacht. Roel slaapt in alleen een binnentent, bij Erik en Marco blijft de tent open om een beetje frisse lucht te pakken. Een herder jaagt fluitend achter zijn kudde aan.

De nacht is broeierig, de hemel vol sterren.

Dag 36, 7 mei. Van oude vandalen en baldakijnen

Omdat we nog een beetje moeten wennen aan de warmte maken geen lange reisdag vandaag, althans dat is het plan. Bij Navoi zijn petroglyfen te bewonderen, het is niet ver, leuke recensies dus waar wachtend we op. Niet te laat laten we Bughara achter ons. Na ongeveer 40 km laat de voorband van Roel het weer afweten, toch lek. Geluk bij een ongeluk staan we bij een truckbandenboer voor de deur. Die vindt het een eer ons te mogen helpen en, ervaren als we inmiddels zijn is de binnenband er snel uit. De plakker was niet goed gevulkaniseerd dus die wordt vervangen.

Onze bandenman in Uzbekistan

De goede binnenband die In reserve was gaat er in. En een uurtje laten zijn we weer op pad.

Een gesloten hek met een smalle voetgangerspoort belemmert onze doorgang. We twijfelen, toch wel de juiste route? Er komt een man aan die gebaart dat we er in mogen. De sleutel van het grote hek heeft ie niet. We persen de drie motoren door het iets te smalle poortje. Beetje buigen aan het betonijzer, duwen en trekken en een beetje meer gas. Even later zijn we er alle drie door.

Duw en trekwerk.

Als we wat stoffige gravelwegen later in de vallei van de rotstekeningen aankomen moeten we even schakelen. In ons veel geraadpleegde I-Overlander app werd geschreven over een oase van rust. Vandaag niet. Wegens een feestdag is half Navoi in de koelte van de bergen langs de beek neergestreken. Niet echt een probleem maar de schaduwplekken zijn op, het geluid van radio’s schalt en men is dronken en niet een beetje. Met 90% moslims krijg je dan toch weer een ander beeld van deze cultuur. 

Afijn we strijken neer in de achtertuin van een herder, mogen daar onze tent opzetten onder de bomen dus helemaal prima. We hebben wel de aandacht van een grote groep flink beschonken mannen getrokken. Die moeten eerst met ons op de foto en dan worden we uitgenodigd voor wodka en eten. Allemaal heel aardig maar zaten we even niet op te wachten, wij wilden rust. Gezien het opdringerige maar niet onaardige gedrag besluiten we toch maar in te pakken. We hadden nog geen tenten uit staan dus dat was snel gepiept. Motorpak en laarzen weer aan.

We krijgen nog een brood en wat komkommers mee.

Voor het wegrijden blijkt de voorband van Roel toch weer zijn druk kwijt te zijn. Snel bijgepompt en wegwezen.

Een andere plek lijkt iets beter geschikt. De ‘buren’ zitten buiten gehoorsafstand en uit zicht.

Motorpak en laarzen weer uit. Gezien de temperatuur van +30 graden laven we ons eerst aan thee in de schaduw van de bomen.

Vogels zijn druk in de weer. Totdat ze wel heel agressief iets op de grond benaderen en wegjagen. Een dikke slang piept weg tussen de struiken.

Als Marco en Roel later op de middag een rondje in de omgeving maken zien ze een eigenlijk beter plekje voor het kamp. Ook geen begroeing wat het onaantrekkelijk maar voor ongedierte en slangen. Betekent wel weer de hele bende op de motor. Motorpak aan. We hebben het er voor over.

Maar dit is echt de laatste plek, beloven we elkaar.

Tot Marco uit het naastgelegen vakantiepark (lees: een aantal bungalows, een restaurant en wat jurts) wordt aangesproken door de eigenaar. Nee daar moeten jullie niet gaan staan, gevaarlijk, slangen gebaart hij. Wij denken: tent goed dicht, niks aan t handje, maar hij is niet te vermurwen. Marco moet mee, we krijgen een soort verhoging tussen de bomen, met palen er op en een dak, kussen en matrasjes liggen er en de zijkanten zijn voorzien van kanten gordijnen. Meer iets voor een liefdesdrama. We mogen er kosteloos gebruik van maken als we reclame maken op internet voor zijn zaak. Dat beloven we.

De kribbigheid wegens de zoveelste verplaatsing is eigenlijk eigenlijk snel verdwenen als je je bedenkt hoe extreem aardig je door iedereen wordt bejegend.

We eten ons potje, kopen en drinken nog een fles bier, discussiëren of mensen uit de Bronstijd vandalen waren wegens het bekrassen van rotsen, en vallen moe maar voldaan tussen de baldakijnen in slaap.

Dag 35, 6 mei, Bughara aka Buxoro aka ….

Al voor de zon op is, is het direct warm. We kunnen ons niet meer voorstellen dat we in de regenbuien van Turkije verlangden naar warm weer. Ook de lokale bevolking vindt het warm. Wij moeten nog even wennen.

De voorband van Roel behoeft nog aandacht. Gisteravond is die wel geplakt maar de buitenland zit nog niet goed in de velg. De lokale bandenman is er een klein uurtje mee zoet maar dan zit het ook naar behoren.

Roel en Marco gaan dan een bezoek brengen aan deze stad, Erik blijft nog een beetje uitrusten, hij voelt zich niet top.

Bughara herbergt veel cultuurgoed. Vanuit onze guesthouse is het lopend te doen. Erg warm lopen we van schaduwplek naar schaduwplek. Eerst stuiten  we op een bekend mausoleum, we staan al binnen aldoor iemand aangeeft dat we moeten betalen. Als goed Nederlander rennen we weer naar buiten, gezien.

Ons doel is The Ark, het historische paleis van de Emir.

Alvorens daar te geraken bezoeken we eerst een in restauratie staande Madrassa. Er moet nog een hoop gebeuren  voordat de schade van verval en niet te vergeten de schade die door het vml sovjetregime is aangebracht is hersteld. We gaan over het dak.

Het dak op.

Dan is het nog een klein kwartier naar de Ark. Eerst koffie. Niet te drinken, echt een theeland.   Dan maar cola.

We stuiten eerst nog op de Grand Mosk, met haar enorme voorportaal op houten palen is zij indrukwekkend. We mogen de moskee niet in, de dienst staat op punt te beginnen…..

We steken de straat over.

The Ark geeft een mooi beeld van de heerschappij van de Emir. Een aparte expositie toont de calligrafische hoogstandjes.

Verder zijn er in kleine ruimtes tentoonstellingen over het leven in het tijdperk van de Emirs. Veel pracht en praal.

We stuiten op een foto van de laatste Emir, in 1920 is die foto aangeboden door de Nederlandse ambassade in Tashkent. Moet vlak voor het ontmantelen van het lokale gezag door het stalinregiem zijn geweest……

Aangeboden door NL consulaat in 1920

Terug naar de guesthouse. We eten snel wat en gaan dan even een uurtje plat, te heet om iets te doen.‘s Avonds bloggen we wat in de lobby met lauw bier.

Het is een feestdag en de waardin loopt af en aan met haar kleinkinderen. De baas is nergens te bekennen, vrouwen runnen hier de boel.

Dag 34 Ramadan

5 Mei

Rond 7 uur staan we op en om 8 uur hebben we het ontbijt. Alle spullen zitten dan al op de motor gebonden. We denderen de centrale binnenplaats uit en de traptreden af. We kopen nog wat water en proviand voor onderweg. Het wegdek is prachtig glad en de reis schiet lekker op. De temperatuur schommelt zo rond de 35 graden. Warm, maar met de rijwind erbij koelt dat lekker.

Bammetje doen

Opeens rijdt Roel weer lek. En weer die voorband. Altijd hoor je dat de voorband het spijkertje opwipt en de achterband vervolgens lek prikt. Bij ons dus blijkbaar niet … En al wisselt de voorband gemakkelijker dan de achterband (want … geen ketting), het blijft een vervelende onderbreking.

Omdat we offroad ook in mul zand rijden, hebben we een binnenband. Daarmee kunnen we met een lagere bandendruk rijden en hebben we meer grip in het mulle zand. Daar staat dus tegenover dat die band niet heel gemakkelijk met een vetertje kan worden gerepareerd, maar dat deze binnenband echt geplakt moet worden. Net als bij een fiets, maar dan wat moeizamer.

Gelukkig was de band lek ter hoogte van een afdak. Daardoor kunnen we in de schaduw werken. Dat scheelt tenminste …

Na uurtje is de band vervangen door een reserveband; de oude binnenband van Marco.

We gaan tanken en komen een stel Franse motorrijders tegen. Ook al 4 weken onderweg en wat opvalt is dat zowel de motoren als hun kleding er smetteloos uitzien. Daar kunnen we nog een voorbeeld aan nemen, stelletje zwervers zoals wij eruit zien. We besluiten: daar gaan we dus geen voorbeeld aan nemen. Zoek het even lekker uit. In de tijd dat je je motor poetst, kun je ook lekker rijden. Of een koud biertje pakken.

We maken nog wel even een praatje met ze. De navigtor van de Fransen vertelt ons dat de weg zo goed van kwaliteit blijft. Het is nog 100 km naar Buhara en dat zou ook goed asfalt moeten zijn. Zo staat het immers in zijn navi. Zijn mederijdster verzucht dat ze dat fijn vindt, want ze is al behoorlijk moe. Roel mompel nog ‘Expect the unexpected’ en vriendelijk nemen we afscheid.

Na nog geen kilometer: the unexpected. De overige 99 kilometers zijn bar en boos. Zand, enorme kuilen, stof, nog meer stof … slecht zicht in grote hitte. En verkeer dat links en rechts op de weg rijdt. Bij vertrek vanaf het tankstation rekenden we op een uurtje rijden naar het hotel. Dat blijken dik twee uur te zijn. En het zijn zeer intensieve uren en barre kilometers. Gaten, scheuren en heel veel stof. Gelukkig zijn we ervaren en rijden we heel defensief. Uiteindelijk bereiken we Buhara. We rijden de stad in en volgens de navigator zijn we op zo’n 700 meter van het beoogde hotel. Als … Roel weer een lekke band heeft. Een lekke voorband.

We wisselen enige krachttermen uit en verwensen de voorband. Niet dat het helpt, maar het is het minste wat we kunnen doen. Er zit niets anders op dan de band te repareren. Doorrijden zou betekenen dat we zowel binnenband als buitenband aan gort rijden. En dan hebben we een echt probleem: banden zijn hier niet zo maar voor handen.

Dus gaan we weer plakken … Midden op een zeer druk kruispunt bij een plek waar om de 5 minuten een busje stopt om mensen in en uit te laten stappen.

Aanspraak genoeg dus, maar liever nu even niet. Zo werkt dat niet, dus bij de meeste mannen spelen we het volgende riedeltje af. Hoe hard de motor rijdt [dat is nou echt een domme vraag bij een motor met een lekke band], hoeveel cilinders, wat hij kost, waar we vandaan komen, Amsterdan en ajax scanderend en enkele voetballers noemen. Erik en Roel zetten zich aan deze nieuwe taakstraf.

Marco rijdt vooruit om het hotel te zoeken en te reserveren. Het vooruitzicht om moe, bezweet en gefrustreerd aan te komen in een hotel dat vol is, zou teveel voor ons zijn. En het is nu al rond 19u, enige haast is geboden. Na 20 minuten komt Marco terug: plek gereserveerd! Een bed voor de nacht is in ieder geval geregeld. Roel en Erik zijn bijna klaar, ondersteund door de vele locals die maar blijven vragen. Overigens stellen alleen mannen vragen aan ons.

Het is inmiddels al donker als we bij het hotel aankomen. We checken in en willen nog wat eten. We worden verwezen naar het restaurant 20m verderop. Dat is gelukkig open. Het is Ramadan, maar de zon is al onder. Dat betekent dat de Ramadan geen parten zou moeten spelen.

We vragen om de kaart en die krijgen we. Ziet er goed uit, volop keuze. We maken een keuze en dan kijkt de gastheer wat benauwd. Hij belt en geeft de telefoon aan Erik. Vanwege de Ramadan is het wat lastig om eten voor ons te bereiden. Er is slechts 1 gerecht dat geleverd kan worden.

????

Of het is Ramandan en er kan niet gegeten worden, of het restaurant is open … Zegt onze Hollandse logica. Niet dus. Dat wordt eten wat de pot schaft. Niet bijzonder en ook niet bijzonder slecht. Na het eten snel terug naar het hotel. Opfrissen en slapen.

Dag 33 Mooi gerestaureerd

4 Mei

We vertrekken ‘s morgens van Nukus naar Khiva. Door de uitgebreide kennismaking met Timur en het prachtige museum is Nukus een stad die we niet snel zullen vergeten.

We rijden via de rijksweg in Oezbekistan. We zitten nu heel dicht bij Turkmenistan, dus er is eigenlijk geen kans om de rijksweg te vermijden; er liggen gewoon geen andere wegen. De rijksweg is niet specifiek heel mooi, maar heeft wel een goed wegdek.

Vanaf de rijksweg kunnen we Turkmenistan zien liggen. We denken zo min mogelijk aan het feit dat Iran en Turkmenistan van de lijst zijn geschrapt.

Het begin van de dag rijden we in een landschap met bomen. Gaandeweg de dag verdwijnen de bomen uit het beeld en komen we in een soort steppe-landschap. Het ziet er een beetje uit als het landschap in Kazachstan. Alleen is de heerlijke reuk niet aanwezig. In Kazachstan ruikt de steppe naar een combinatie van thijm, munt en oregano met een zweem van eucalyptus. Een heerlijke, zachte geur. Helaas, tijdens dit traject geurt het niet. Wel ruiken we regelmatig de walmende diesel van een enkele vrachtwagen.

We rijden vervolgens door op de provinciale wegen. Vandaag een bijzondere dag: een hele dag wegdek van goede kwaliteit. Desondanks rijden we waakzaam; je weet nooit wanneer een traject met gaten en kuilen begint.

Over deze dag vallen verder geen bijzonderheden te vermelden, behalve dat Khiva een trolleybus heeft. Naast de overvloed aan gele taxi’s en mini-busjes die mensen vervoeren. Wel bijzonder, om zo midden in Oezbekistan opeens een trolleybus te zien rijden; een nagelnieuw exemplaar dat zo uit Arnhem zou kunnen komen. Als de bovenleiding eenmaal aangelegd is.

Xiva is beroemd om haar moskee en de ommuurde oude stad. Daarnaast zijn er nog veel oude, gerestaureerde gebouwen.


We struinen wat hotels af, op zoek naar een geschikte accommodatie. Pingelen over de prijs is hier niet per se noodzakelijk. We hebben niet het gevoel dat de hoteliers eerst flink wat bij de prijs van de kamer opdoen om vervoglens in de onderhandelingen daar iets van weg te kunnen geven. Het is echter lastig om een hotel te vinden; op de een of andere manier is het hoogseizoen opeens losgebarsten. Veel is vol. We vinden een kamer in een hotel maar eigenlijk vinden we die wat duur. Erik blijft even bij het hotel achter als vorm van reservering. Terwijl Roel en Marco nog even verder zoeken. Die vinden een B&B voor een veel betere prijs. We nemen hartelijk afscheid van de eerste hotelier en installeren ons in het B&B. Daar worden we hartelijk ontvangen met een lichte lunch van uiteraard thee, wat brood met beleg, wat tomaten en komkommer en wat zoetigheden. De motoren mogen op de binnenplaats worden neergezet. Dat is nog wel even spannend omdat de daarvoor vier traptredes op moeten rijden.

We installeren ons in de kamer, frissen ons wat op en verkleden ons. We gaan de stad in. Een prachtige oude stad die bruist van het leven. Vandaag is het blijkbaar een feestdag: de herdenking van het einde van de tweede wereldoorlog.

Er is een orkest met soldaten. Wij zouden het een dweilorkest noemen. Vanwege de muziek en de sfeer, niet vanwege de soldaten. Ze maken lekker makkelijke dans/hosmuziek en zowel de agenten als andere officials maken er een feestje van.

We dwalen al fotograferend door de stad en komen de prachtigste zaken tegen. Een koperslager, een demo buikdansen, prachtige doorkijkjes en … een restaurant met een prachtig terras in de schaduw. We pakken de gelegenheid en drinken een biertje. We lopen nog wat door de stad en komen opeens weer het Russische gezelschap met schilders tegen. Zij nodigen ons uit voor het avondeten: traditionele Plov en shajsliek. Of schashliek. Of hoe dan ook: maar wel erg lekker.

We nemen voor de zoveelste keer hartelijk afscheid van de Russen. De kans dat we hen nogmaals tegenkomen is klein omdat zij richting Tashkent afreizen. Daar hebben ze over enkele dagen een expositie, Wij gaan straks richting Samarkand; een stuk zuidelijker gelegen. Tashkent staat, als supermoderne stad, niet op ons verlanglijstje. Wij gaan voor de oudheid en de zijderoute.

Dag 32, het Louvre van Uzbekistan

3 Mei

Vandaag verblijven we in de hoofdstad en regeringszetel van Karakalpakstan. Een zelfstandige republiek binnen Uzbekistan.

We hadden 5 ‘stans’ als reisdoel aangenomen. Maar met het missen van Turkmenistan komen we maar tot 4! We besluiten dat Karakalpakstan als zelfstandige republiek telt als ‘stan’, we komen zo dus toch aan 5!

Nukus ligt in een gebied dat door de voormalige USSR gebruikt werd voor o.a. chemische proeven.

Toen schilder I.V. Savitsky in de jaren 50 van de 20ste eeuw ontdekte dat de cultuur van Karakalpakstan aan het verdwijnen was door de overheersing van Moskou, vond hij zijn missie. Karakalpaks cultuurgoed beschermen. Zo verzamelde hij duizenden stuks kleding, sieraden etc die hij in een museum onderbracht. Maar het ging verder. De Russische en Oezbeekse artscene werd in die tijd door het Stalinistische regiem streng gecontroleerd. Werk dat niet in lijn werd geacht met de communistische grondbeginselen werd verboden. Sterker nog, de kunstenaars konden zich, als ze zich niet confirmeerden aan de Stalin-discipline verantwoorden en lange gevangenisstraffen tegemoet zien.

State Museum of Arts

Savitsky trok zich het lot aan van deze kunstenaars en begon ook met het verzamelen van die, door Stalin afgekeurde kunstwerken. En waar bewaarde hij die? Juist in die stad, heel ver van Moskouse invloed, in een gebied waar ze liever niet kwamen, Nukus.

De verzameling van 90.000 stuks aan archeologische en culturele objecten, als wel beeldende kunst vormt nu de collectie van het State Museum of Arts of the Republic of Karakalpakstan named after I. V. Savitsky.

Uzbeeks cultuurgoed

We kiezen ervoor om een gids te nemen om ons door de collectie te leiden. Hij vertelt gepassioneerd over de kunstwerken en de kunstenaars. En houd ons anderhalf uur geboeid bezig. Na een kop koffie gaan we op eigen gelegenheid door het nieuwste deel van het museum.

Vrijdags is het museum vrij toegankelijk voor kinderen en scholen. Het wemelt van de kleintjes die, overigens zeer gedisciplineerd tussen iedereen door wurmen. Buiten moeten er selfies gemaakt worden met ons. Taal is geen probleem want ze leren allemaal Russisch en Engels wat ze ook graag inzetten om even contact te maken, vertederend.

‘s middags gebruiken we voor wat noodzakelijk onderhoud aan de motoren waarbij o.a. Roel’s balhoofdlager aandacht krijgt. Ondanks dat dat onderdeel vervangen is voorafgaand aan de reis is er al duidelijke slijtage voelbaar, vreemd maar waar. Met enig sleutelwerk loopt dat wel iets beter.

Er worden nog Uzbeekse simkaarten aangeschaft en Marco neemt de gelegenheid om in het lokale zwembad een half uurtje los te zwemmen. Dank zij onze ‘fixer’ Timur wordt een zwembad gevonden waar ze voor zo’n grote Nederlander wel een baantje vrij willen maken. Marco is wel verplicht badslippers te dragen maar de badmeester staat die graag af, opgelost. 

We nodigen Timur uit om samen het diner te gebruiken en stellen een restaurantje voor. Hij komt met een tegenvoorstel. Een traditionele Uzbeekse maaltijd met live-muziek. Met lichte tegenzin stemmen we in. Meestal staat de muziek te hard en wordt het laat. We willen wel weer een beetje op tijd terug zijn want morgen starten we vroeg en willen fris zijn.

Uiteindelijk wordt het heel leuk en gezellig. Een vriend van Timur is zanger en maakt er een mooie show van in een verder leeg en hypermodern restaurant. We eten heerlijk van de soep, pasteitjes en vleesschotels die aangedragen worden. Lekker gekruid lams en rundvlees, verse frisse salades, een grote traktatie. Timur is Moslim maar biedt ons bier en wodka aan. We houden het bij traditionele Uzbeekse thee met melk. 

Diner, Timur links op de foto

Stipt om 21 uur worden we weer naar ons hotel gebracht en nemen we afscheid. Best wel heel apart dat deze jongen ons zo mee op sleeptouw neemt. Zijn onstuitbare energie en wil om het ons maar naar ons zin te maken ervaren we alledrie als van een absolute buitencategorie.

De Uzbeken die we zo de afgelopen dagen hebben ontmoet verrassen ons sowieso. Heel geïnteresseerd, spreken over het algemeen Engels en willen graag iets voor je doen. Op de weg komen ze ook gewoon naast je rijden om gedag te zeggen en naar je te zwaaien. In het drukke en onoverzichtelijke verkeer niet echt handig soms maar zeker wel hartverwarmend!

Dag 31 Een nieuwe vriend voor het leven

2 mei

Soms is opstaan een crime. Vandaag is het verrukkelijk. We hebben allemaal goed geslapen, de knie van Roel gaat weer stuk beter. Het zonnetje schijnt, we genieten van het opstaan, ontbijten en inpakken. We rijden naar Nukus, de hoofstad van de autonome republiek Karakalpakstan binnen Uzbekistan. Deze republiek heeft een eigen taal, eigen regering, eigen volkslied en vlag. En valt toch binnen Uzbekistan. Karakalpakstan is van oudsher een nomadenvolk met veeteelt. Uzbekistan is gebaseerd op een volk van landbouwers.

De rit erheen gaat over wegen zoals we dat inmiddels normaal vinden.

Eenmaal aangekomen in Nukus willen we eigenlijk graag als eerste tanken. Erik en Marco rijden naar een tankstation om te vragen of ze benzine hebben en welk octaangehalte dit heeft. Roel blijft aan de weg staan en wordt aangesproken door een chauffeur: Wilt u tanken? Volg mij maar.

Roel roept ons en wij volgen ongeveer een kwartier deze man. We hebben geen idee waar hij ons heen brengt, we volgen hem zoals aangegeven. Hij brengt ons naar een tankstation, stapt uit, groet ons hartelijk en gaat er weer vandoor.

We gooien onze tanks vol, samen met de extra zakken waar we nog 10L extra benzine in kwijt kunnen.

Na het tanken rijden we verder Nukus in, op zoek naar een plek om te overnachte. Campings zijn er niet, dus wordt het een hotel. Nukus is erg duur in vergelijking met alles wat we tot nu toe gewend zijn. $25 tot $50 per persoon incl ontbijt voor een zeer nette kamer is naar Nederlandse maastaven niet duur. Maar met dit soort prijzen kunnen wij onze reis niet volhouden. Er zijn ook hotels die voor ons geen plek lijken te hebben, maar wel voor gasten die er niet verreisd uitzien. En geen motor rijden. Uiteindelijk komen we uit bij hotel Nukus, waar we een driepersoons kamer in het souterrain kunnen krijgen voor $12 pp per nacht. Inclusief ontbijt, dat dan weer wel. We nemen de ruime maar wat armoedig aandoende kamer. Marco voelt het matras en besluit op zijn eigen matje te gaan liggen.

We besluiten een ommetje door de stad te maken: er is veel te zien. Erik besluit terug te keren naar het hotel en even te rusten. Marco en Roel gaan op zoek naar een reader voor memory-cards en een extra geheugenkaartje. We komen bij een MyCom-zaak en vragen naar de gewenste spulletjes. Gelukkig staat er iemand achter de toonbank die Engels spreekt. Hij vertaalt onze vraag naar de winkelier en ze beginnen te zoeken. En komen met een usb-reader. “Kadootje van de winkelier”, zegt de jongen achter de toonbank. OK, wat aardig. En verkopen jullie dan ook geheugenkaartjes? Nee, zegt de jongen. Maar ik weet wel een winkel waar ze dat wel verkopen. Kom maar even mee. We gaan naar buiten en de jongen loopt naar zijn auto. Roel en Marco kijken elkaar aan: vooruit. Laten we dat maar doen,. Hij rijdt 15 minuten en stopt voor een winkel. We gaan naar binnen en ze hebben inderdaad een kaartje, De jongen [Timur] staat erop deze kaart te betalen. We protesteren maar dat heeft geen zin. Timur heeft inmiddels al afgerekend. We stappen in de auto en timur neemt ons mee naar een hypermodern loft-cafe. Daar drinken we heerlijke thee. Hij biedt ook aan samen met hem de keuken te proberen maar dat slaan we beleefd af. We hebben Erik immers nog in het hotel; we willen graag weten hoe het met hem gaat. Timur rekent af en brengt ons terug naar het centrum. Voordat hij ons bij het hotel afzet, neemt hij ons mee naar een souvenir-winkel. Daar koopt hij drie traditionele petten en drie miniatuur-schilderijtjes voor ons. Tegenstribbelen helpt niet. Timur brengt ons vervolgens naar ons hotel en vraagt wat we morgen gaan doen. Wji geven aan naar het museum te willen gaan. Hij vindt dat een goed plan; Nukus heeft een prachtig museum. We spreken rond 13u af om dan met elkaar te lunchen in cafe Cinnamon, nadat wij naar het museum zijn geweest.

Timur brengt ons vervolgens naar ons hotel en vraagt wat we morgen gaan doen. Wji geven aan naar het museum te willen gaan.

Hij vindt dat een goed plan; Nukus heeft een prachtig museum. We spreken rond 13u af om dan met elkaar te lunchen in cafe Cinnamon, nadat wij naar het museum zijn geweest. Roel en Marco gaan het hotel in en pikken Erik weer op. We gaan niet dineren; we hebben zeer uitgebreid geluncht. We drinken nog een biertje, knabbelen een nootje en gaan naar bed.